Dertig jaar Renault Clio – Reportage
Al drie decennia onweerstaanbaar
88 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
De Renault Clio blaast dit jaar dertig kaarsjes uit. In drie decennia zien vijf generaties het levenslicht, de een nog populairder dan de ander. Wij vonden vier bestuurders die, samen met onze fonkelnieuwe duurtester, een kleine familiereünie wilden houden.
Als opvolger van de mateloos populaire en ronduit iconische Renault 5 rust er een zware last op de ranke schouders van de Clio. Renault maakt op het gebied van design een enorme stap voorwaarts, maar onderhuids leunt de eerste Clio in 1990 nog sterk op de techniek van de R5. Zo zijn de ophanging en het onderstel vrijwel ongewijzigd van de Supercinq overgenomen. Extra bijzonder is de naamgeving, want sinds de jaren 60 krijgen nieuwe Renaults – met uitzondering van de Fuego – een nummer toebedeeld. Na een vrij ingrijpende facelift in 1996, met als blikvanger het derde remlicht in de achterklep, dient zich in 1998 de tweede generatie aan. Die wordt in 2001 zó grondig herzien, dat het bijna lijkt alsof Renault een compleet nieuwe auto lanceert. Zowel vanbinnen als vanbuiten gaat de B-segmenter ingrijpend op de schop. Renault verkoopt de Clio II nog tot en met 2009 met de toevoeging ‘Campus’. Een opmerkelijke keuze, want al in 2005 ziet de derde generatie Clio het levenslicht. Net als in 1991 wordt de compacte Fransman in 2006 tot Auto van het Jaar verkozen. In 2012 klopt de vierde generatie aan, met afstand de populairste Clio in ons land. De vijfde generatie draait sinds vorig jaar mee en lijkt uiterlijk sterk op zijn voorganger.
FORMAAT
Met drie decennia Clio voor onze neus is de ontwikkeling goed zichtbaar. De auto is van een compact en vrij hoekig model uitgegroeid tot een aanmerkelijk grotere en vooral strakker gelijnde auto. Met alle opeenvolgende Clio’s naast elkaar wordt in één oogopslag duidelijk hoe sterk het type door de jaren heen is gegroeid. Met een lengte van 3,71 meter staat Marc Hesselinks Clio uit 1993 wel erg in de schaduw van onze duurtester, die maar liefst 34 centimeter langer is. De huidige Clio is slechts zeven centimeter korter dan de eerste Mégane hatchback, die vanaf 1996 in een segment hoger opereert. Qua hoogte is de vijfde editie niet de winnaar van deze vergelijking, want de koets van de derde generatie is vijf centimeter hoger. Zou de mateloze populariteit van MPV’s pakweg vijftien jaar geleden daar iets mee te maken hebben?
Op het gebied van carrosserievormen heeft Renault de keuze geminimaliseerd. Zo bestonden er van de eerste drie generaties zowel drieals vijfdeurs hatchbacks en introduceerden de Fransen in 2008 de Clio Estate. Die van de vorige reeks was in ons land enige tijd nauwelijks aan te slepen. Het huidige type is echter enkel als vijfdeurs leverbaar. Elders in de wereld rijdt de Clio ook als sedan rond, met de aanduiding Symbol of Thalia.
SPORTIEVE VERSIES
Renault brengt door de jaren heen uiteenlopende sportieve versies uit. Dat begint met de 16V, gevolgd door de inmiddels befaamde donkerblauwe Clio Williams met zijn goudkleurige wielen. De niet te versmaden Clio R.S. is er sinds 1998 en is in zijn laatste verschijningsvorm goed voor 200 pk. Van de huidige Clio is nog geen sportieve versie leverbaar, maar dat zal niet lang meer duren. Met bijna 243.000 verkochte exemplaren is de Clio de populairste Renault in ons land en 2015 was met dik 17.000 exemplaren het absolute topjaar. De wereldwijde productie is inmiddels de 14 miljoen gepasseerd.
CLIO I • 1990-1998 • TROUW BAASJE
Bij het eerste contact met Marc Hesselink verklaart de Amsterdammer dat zijn Clio “niet in concoursstaat verkeert”. Bij aankomst van de blauwe stam vader met de gele kopen mistlampen blijkt dat Marc geen woord heeft gelogen; de tand des tijds heeft zich tegoed gedaan aan de kleine Fransoos. Zo is de carrosserie hier en daar flink gebutst, worden plaatdelen langzaam maar zeker weggevreten door roest en is het glazen schuifdak dichtgeplakt met tape. Het doet allemaal niets af aan de ongekende guitigheid van het eerste type.
Als Marc uitstapt, heeft hij een tas in de hand met daarin de originele Clio-folder en een foto uit 1993 waarop hij bij deze Clio staat. Hij is namelijk de eerste eigenaar. “Ik had hiervoor een Renault 11 GTX, wat ik echt een heerlijke auto vond. Omdat ik genoeg geld had voor een gloednieuwe auto, kwam ik uit bij de Clio S. Want ja, het moest wel een Renault zijn!” Marc ging daarbij helemaal los, want afgezien van een premium audiosysteem bestelde hij alle denkbare opties. “De achterbank is in delen neerklapbaar, ik heb elektrische ramen en vergeet de 1.4 met 80 pk niet!” Als Marc de auto wegens ruimtegebrek cadeau doet aan zijn moeder, voorziet zij hem door de jaren heen cosmetisch van “wat meer karakter”.
Marc neemt de Clio terug op het moment dat de auto ten prooi dreigt te vallen aan de sloopregeling. “Dat zou zo zonde zijn geweest! Ik had 27 jaar geleden nooit verwacht dat ik er nu nog in rond zou rijden. Mocht ik een schip met geld hebben, dan laat ik mijn auto professioneel opknappen. Het roestmonster begint de Clio de kop te kosten.” Als hij onverhoopt toch sneuvelt, dan richt Marc zijn pijlen op een Renault Wind.
CLIO II • 1998-2009 • EERSTE AUTO
Als benjamin van de groep moeten we Atze Oppewal niet onderschatten, want zijn wagenpark telt maar liefst drie Renaults. Behalve met een Clio II R.S. en een Mégane IV hatchback rijdt hij veel dagelijkse kilometers in zijn zilvergrijze Clio II uit 2000, het type van voor de facelift. Het is een 1.2 met de achtkleps motor, maar de looks van een 1.6 16V RXE. “Dit is mijn eerste eigen auto. Ik heb totaal geen achtergrond met Renault, maar de Clio reed goed en heeft een speels karakter. Hij is ook zuinig en daarmee redelijk goedkoop.” Als automonteur versleutelt Atze hier en daar wat aan zijn bolide. Het oude standaard interieur maakt plaats voor een sportievere variant en de raamslingers gaan op de schop. “De spatlappen zijn een officieel accessoire, net als de echte Renault-handstofzuiger.” De Clio begint zijn leven begin deze eeuw in Duitsland en komt reeds in 2003 naar ons land. Atze koopt hem met 57.000 kilometer op de teller, inmiddels is de Clio goed voor 114.000 kilometer ervaring. “Hij krijgt regulier onderhoud en de schokdempers zijn vervangen.
Verder hield de originele accu er na twaalf jaar mee op. Ik heb dus eigenlijk niets noemenswaardigs aan de auto gehad!” De langste rit maakt de Clio in de zomer van 2019 naar Denemarken; een langgekoesterde droom die voor Atze uitkwam. En ja, het is een blijvertje. “Waarom zou ik hem wegdoen als hij het nog goed doet?”
CLIO III • 2005-2013 • MET ERVARING
Paul van Dijk komt uit een nest waar hij dagelijks te horen kreeg dat hij nooit of te nimmer een Renault moest kopen. Na Mazda en Honda te hebben gereden, stapt hij toch over op het Franse merk. “Ik ging eind jaren 90 als monteur aan de slag bij Renault en kocht toen een Mégane Coupé. Toen mijn vrouw zwanger werd, kochten we er een Laguna V6 bij. Grappig genoeg heeft die specifieke auto in 1998 in AutoWeek gestaan als testauto.” Na de aanschaf van een Mégane Cabriolet koopt hij in de zomer van 2016 deze Clio III. “Een R.S. was te duur en ik houd van luxe auto’s. Zo kwam ik bij deze Initiale Paris uit 2006. Nu heb ik toch een auto met leren bekleding, keyless entry en parkeersensoren; alles zit erop en eraan.” Het is zijn hobby om als man met twee rechterhanden auto’s met hoge kilometerstanden te kopen. Zijn Clio tikt al in 2016 de 240.000 kilometer aan.
“Ik heb hem na het zien van een foto gekocht. Het onderhoudsboekje zag er goed uit en hij was nog van de eerste eigenaar. Een belangrijke indicator: het stuur zag er nog niet versleten uit.” De rijk uitgeruste Clio Initiale Paris 1.6 16V met automaat blijkt sindsdien geen miskoop, want op een onwillige sensor na heeft Paul er geen buitensporige problemen mee gehad. “De grootste plus is de luxe. Ik vind het ergens jammer dat het een automaat is, maar voor lange afstanden is het top. Ondertussen staat de teller op 278.000 kilometer.” De familie is, op Pauls vader en zwager na, inmiddels ook om. “Mijn moeder rijdt een Twingo, mijn broer werkt bij Renault en mijn schoonouders hebben ook een Renault. Ze zijn allemaal aangestoken!”
CLIO IV • 2012-2019 • VLEERMUIS
Al van kinds af aan is Danny Geluk gek op Renault. “Vooral de derde generatie van de Clio vind ik heel mooi”, vertelt hij met een blik op de auto van Paul. “Het ontwerp vind ik heel uitgesproken.” Toch was zijn eerste auto een Kia Picanto, maar die rekent Danny niet mee. Zijn eerste Renault is een Mégane Estate van de tweede generatie. “Als geluidsman had ik een ruime middenklasser nodig. Toen ik echter een bedrijfswagen ging gebruiken, kon ik privé wel weer overstappen op een kleiner formaat.” Het resultaat is zijn huidige zilvergrijze Clio IV 1.5 dCi. Eind 2017 neemt hij de sleutelkaart in ontvangst. Danny’s Clio is de enige zelfontsteker van het vijftal. “Ik rijd vaak lange afstanden, dus het moest een diesel zijn. In iets meer dan twee jaar tijd heb ik dik 70.000 kilometer afgelegd en onderhand is de twee ton in zicht.” Behalve de derde generatie vindt Danny zijn vierde generatie Clio ook zeer geslaagd. “De neus is een soort vleermuis. Heel mooi! Verder rijdt hij gewoon heel lekker.” Alleen kon de muziekinstallatie wel een upgrade gebruiken. Zodoende ligt er in zijn kofferbak nu een immens grote geluidsbox.
Of het hierna weer een Clio wordt? De 33-jarige Danny denkt van niet. “Ik wil dan graag een hogere instap en vind de Captur erg mooi. Ik heb er al een keer in gereden en zo’n Captur blijkt een stuk comfortabeler. Maar eerst rijd ik de Clio op, dus geef me nog minstens vijf jaar!”
CLIO V • 2019-HEDEN • (R)EVOLUTIE
Met de eerste Clio naast zich is de nieuwste generatie een ware Franse revolutie, maar zodra Danny’s Clio IV naast onze duurtester wordt geparkeerd, spreek je toch eerder van evolutie. Daar is niets mis mee, want de voorganger blijkt tot de laatste snik een kaskraker. In Nederland is het model in 2017 zelfs de bestverkochte auto en een jaar later moet hij in de verkoopstatistieken alleen de Volkswagen Polo voor zich dulden. De Estate is voor een groot deel verantwoordelijk voor het Nederlandse verkoopsucces, maar die keert na de generatiewissel tot leedwezen van velen niet terug. Een woordvoerder van de importeur weet waarom: “Compacte stationwagons vormen in Europa een steeds kleiner segment. Consumenten kiezen eerder voor cross-overs, zoals de Captur, of voor grotere stationwagons, zoals de Mégane Estate.”
Op het gebied van aandrijflijnen krijgt de vijfde Clio wel een primeur, want voor het eerst maakt de Fransman kennis met een hybride aandrijflijn: Renault lanceert dit jaar de Clio E-Tech 140. Deze hybride krijgt een accu tussen de achterwielen, waarmee hij volgens Renault maximaal 40 procent aan brandstof bespaart ten opzichte van een vergelijkbare benzineauto. Tot zijn komst doen we het in Nederland met de 1,0-liter TCe 100 uit de duurtest-Clio of de TCe 130 met standaard automaat. Daarnaast heeft Renault een Clio op lpg (TCe 100 Bi-Fuel) in het leveringsprogramma en nog één diesel: de Blue dCi 85.
Na een rit in de eerste generatie Clio valt op met hoeveel meer gemak de huidige versie zich laat besturen. De zenuwachtige koppeling en zware besturing uit 1993 hebben plaatsgemaakt voor een zeer volwassen aandrijflijn. Dat motor en versnellingsbak in vergelijking met de concurrentie niet de sterkste punten van de jongste Clio zijn, mag de pret op deze familiedag niet drukken.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
PRIVATE LEASE Renault Clio

Lezersreacties (88) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.