Cupra Formentor - Mini Countryman - Vergelijkende Test

Pluggen met karakter

AutoWeek 29 - Mini Countryman Cupra Formentor
AutoWeek 29 2021
AutoWeek 29 2021

Je leest het in AutoWeek 29 2021

Cupra geeft de Formentor voortaan een plug-in hybride aandrijflijn. Prima voor een betere wereld, maar wat blijft er hiermee over van de dynamiek waar de Seat spin-off voor staat? Een directe vergelijking met de Mini Countryman moet uitwijzen of de sportieve kernwaarden van het merk overeind blijven.

Een auto hoger op zijn poten zetten en dan proberen om hem een sportief karakter te geven, voelt tegennatuurlijk; het concept hinkt op twee gedachten en een fabrikant ontkomt niet aan extra kunstgrepen om zulks fatsoenlijk te laten rijden. Natuurwetten laten zich niet foppen. En wanneer je zo’n auto dan niet alleen met een verbrandingsmotor of een elektromotor uitrust, maar als plug-in hybride met allebei, dan lijkt de vlees-nochvis-factor alleen maar groter te worden.

Toch heeft een groeiend aantal fabrikanten zo’n plug-in cross-over met dynamische aspiraties in het gamma. Zo bouwt Mini, waar dynamiek in de kernwaarden van het merk verankerd zit, al vier jaar lang de Countryman S E All4 en heeft het die vorig jaar herzien. Cupra, de sportieve spin-off van Seat, is er nu ook bij en komt met twee versies van de plug-in hybride Formentor, de 1.4 e-Hybrid en de potentere VZ 1.4 e-Hybrid. Kunnen de Spanjaarden hiermee de Countryman naar de kroon steken?

Onder de strak gelijnde Formentor-motorkap treffen we de aandrijflijn die we kennen uit onder meer de Volkswagen Golf GTE; tussen een 150 pk viercilinder benzinemotor en een zestraps-DCT vind je een 116 pk elektromotor. Het is vervolgens de elektronica die bepaalt welke motor op welk moment een bijdrage mag leveren om bij de voorwielen aan de som der delen te komen: maximaal 204 pk of zoals in deze vergelijkende test 245 pk (omdat we hier de VZ-versie bij de kop hebben). Bij Mini pakken ze het anders aan. Onder de ronde vormen van de Countryman schuilt de aandrijflijn die BMW ook gebruikt in de BMW 225xe Active Tourer. Deze bestaat uit een 125 pk driecilinder benzine motor met een zestraps-DCT aan de voorkant en een 95 pk elektromotor met vaste overbrenging aan de achterkant. Bij elkaar zijn ze goed voor maximaal 220 pk systeemvermogen. Andere varianten zijn er niet.

De aandrijfunit in de Formentor zorgt dat de auto enthousiast van zijn plek wil. Elke beweging van het gaspedaal wordt door de elektronica scherp gevolgd, alleen lukt het de bits en bytes niet altijd even lekker om de hardware aan te sturen. Bij snelheidsvariaties, wanneer je bijvoorbeeld bezig bent met het betere bochtenwerk, leidt dat tot een kleine aarzeling bij de versnellingsen/of motorkeuze. Houd ons ten goede, in een meer doorsnee Seat Leon zouden we er dik tevreden mee zijn, maar bij het merk Cupra, waar beleving voorop staat, mag je toch net iets meer verwachten. Wat dat betreft laat de Mini-aandrijflijn een meer stabiele indruk achter. De ononderbroken krachtsexplosie van een puur elektrische auto heeft de Countryman niet, maar doordat de elektromotor de achterwielen aandrijft en niet zoals bij de Cupra samen met de verbrandingsmotor via de zestrapsversnellingsbak werkt, blijkt de zelfstandig werkende e-motor op de achteras prima in staat om schakelpauzes op te vangen.

Zonder tussenkomst van de koppeling zorgt de elektromotor op de achteras er bovendien voor dat de Countryman iets sneller uit de startblokken schiet. Het gaat weliswaar om fracties van een seconde, maar zorgt voor net even een beetje meer beleving. Het zijn zulke details die eraan bijdragen dat de Mini-aandrijflijn beter aansluit bij de gewekte sportieve verwachtingen dan die van de Cupra.

DYNAMISCH WEGGEDRAG

Beide auto’s geven je de keuze om puur elektrisch of juist hybride te rijden. Het eerste uiteraard zolang de accu vol genoeg zit, anders wordt het vanzelf hybride. Zowel met een volle als met een lege accu loopt het energieverbruik van deze PHEV’s keurig bij elkaar in de pas. Puur elektrisch komen we met de Mini (die dan achterwielaangedreven is) op een volle accu 38 kilometer ver waarna de benzinemotor aanspringt, terwijl dat bij de Cupra drie kilometer verderop gebeurt. Hierbij moeten we direct opmerken dat de Cupra over een accu met een grotere capaciteit beschikt. Dit laatste gaat trouwens ook op voor de benzinetank, die is bij de Formentor eveneens groter. Het betekent dat je met de Mini net iets eerder op zoek moet naar een laadpaal of een tankstation.

Mini en Cupra hebben de juiste kunstgrepen uit de kast weten te trekken en geven hun respectievelijke cross-overs ontegenzeggelijk een dynamisch weggedrag. Softe hogeinstap-auto’s met gekunstelde sportiviteit zijn het bepaald niet. Nog meer dan bij de Countryman nodigt het Formentoronderstel je uit om van bocht naar bocht te jagen. Hoewel de hybride aandrijflijn de nodige kilo’s met zich meebrengt, heeft de Cupra een speels randje. Het onder stel van de Cupra overklast duidelijk de aandrijflijn. Daarnaast krijg je net iets minder het gevoel dat je in een hogere auto zit dan bij de Countryman. De feestvreugde zou nog verder kunnen worden verhoogd met een iets communicatievere stuurinrichting; die is nu wat afstandelijk. De mate van bekrachtiging neemt in de sportievere rijmodus weliswaar af, maar aan de gevoeligheid verandert dat niets. De koersvastheid is dik in orde, daar doet de besturing geen afbreuk aan.

Bij de Countryman vormt de stuurinrichting net iets meer een verlengstuk van je eigen ledematen. Er is meer gevoel en minder bekrachtiging en dat is wel zo prettig bij een cross-over met sportieve inborst. Het sluit keurig aan op het onderstel, dat stevig is zonder dat het oncomfortabel wordt. En door de verfijnde afstemming van veren, schokdempers en wielgeometrie slaagt de Countryman er nog beter dan de Formentor in om de extra kilo’s te verbloemen die de hybridisering onontkoombaar met zich mee brengt. De Mini gaat koersvast en heel neutraal de hoek om, duwt minder door, waarbij het uiteraard scheelt dat de elektromotor de achterwielen aandrijft, zodat niet alle aandrijfkrachten via de sturende voorwielen naar het asfalt hoeven te worden gebracht. Zijn neutrale karakter zorgt er weliswaar voor dat we met de Mini sneller de hoek om durven, maar hij mist daardoor net dat speelse dat de Formentor heeft. Waarbij we direct moeten opmerken dat het om nuances gaat; zo groot is de afstand tussen beide cross-overs nu ook weer niet.

VORM OF FUNCTIE!

De strakke lijnen en scherpe vouwen die het Cupra-plaatwerk domineren, zie je ook in het interieurdesign terug. Het van de Seat Leon geleende dashboardontwerp is net als de rest van het interieur uitgevoerd in stemmig blauw met koperkleurige accenten, wat een verzorgde indruk maakt. Het strakke design waarin knoppen en schakelaars zoveel mogelijk zijn verwijderd, doet de bediening helaas weinig goeds. Te veel ben je aangewezen op het centrale multimediascherm, dat je dwingt je om alles swipend en vegend te regelen. Het vraagt te veel aandacht, aandacht die je op dat moment niet op de weg kunt richten. Natuurlijk zijn er genoeg functies die je zelden of nooit hoeft in te stellen en waarvan de mogelijkheden zo uitgebreid zijn dat het een oerwoud aan knoppen zou opleveren. Bijvoorbeeld een eenvoudige toets om over te schakelen van hybride naar volledig elektrisch rijden werkt echter veel sneller en is ook nog eens op de tast te bedienen in plaats van in vier stappen door menu’s te moeten surfen. We snappen dat het wegbezuinigen van losse bedieningsorganen als bijeffect een strakker interieurontwerp oplevert, maar verder maak je hier als fabrikant toch niemand gelukkig mee.

Mini laat zien dat het ook anders kan. Het Countryman-interieur oogt minder strak dan bij de Formentor. Dit komt niet alleen door de voortzetting van de exterieurstijl met welvingen en afgeronde vormen, maar ook door de veelheid aan losse knoppen en schakelaars. En dat blijkt voor de goede zaak. Functie is hier duidelijk boven vorm verheven, waardoor je je beter op het autorijden zelf kunt concentreren. Daarnaast werkt het multimediasysteem een stuk logischer en laat dat zich des gewenst bedienen met een grote controller op de middentunnel. Deze volwassen bediening verraadt samen met een hoger afwerkingsniveau en het gebruik van net iets hoogwaardiger materialen de familiebanden die Mini heeft met het premium BMW.

GEEN KEUZEVRIJHEID

De zittingen in de Formentor zijn aan de korte kant. Daarentegen bieden de stoelen wel lekker veel zijdelingse steun, zodat je op een uitdagend parcours in elk geval goed op je plek wordt gehouden. Die plek is achter het Cupra-stuur overigens prima in te stellen en ruimte is er meer dan genoeg. En ook achterin is er ondanks de enigszins aflopende daklijn voldoende ruimte. Het accupakket onder de vloer van de kofferbak zorgt er echter voor dat de bagageruimte niet bepaald tot de grootste in zijn klasse hoort, 345 liter is vrij bescheiden en bovendien ontbreekt er een apart plekje voor de laadkabel. In de Countryman is dat beter voor elkaar en kun je 405 liter aan koffers of tassen vol boodschappen meenemen, terwijl je de laadkabel netjes onder de vloer kunt opbergen. Daarentegen zit je op de achterbank minder royaal dan in de Formentor; de hoofdruimte is achterin de Mini niet maxi.

Voorin de Mini is er weinig mis en zit je – mede dankzij de optionele stoelzittingverlengers – als een vorst. De Cupra kent die optie helaas niet, de Formentor-prijslijst laat überhaupt geen extra’s zien. Je kunt alleen kiezen voor de mate van matheid van de lak. Voor het overige ben je gebonden aan wat de diverse goed aangeklede uitvoerings niveaus te bieden hebben. Met de 245 pk aandrijflijn zijn dat er twee, de hier getoonde VZ Copper Edition en de VZ Performance. Wat betreft functionaliteit heeft de eerste als extra’s een 360-gradencamera en een elektrisch verstelbare bestuurdersstoel met geheugenfunctie, voor de rest is het verschil louter cosmetisch. Met de 204 pk aandrijflijn zijn er drie uitrustingsniveaus, waarvan de compleetste weinig onderdoet voor die van de potentere versies maar qua opsmuk, functionaliteit en veiligheidsvoorzieningen stapsgewijs iets minder bedeeld zijn. Hoe anders is dat bij de Countryman. Er is één vermogensvariant waarin hij luistert naar de aanduiding Cooper SE All4. Hier bovenop kun je de auto naar eigen inzicht optuigen met uitvoeringen, pakketten en losse opties.

De lange prijslijst biedt je hiertoe royaal de gelegenheid. Je bent hierdoor voor bijvoorbeeld de keuze voor stoelverwarming niet verplicht om ook parkeersensoren en een achteruitrijcamera af te nemen, zoals wel het geval is met alleen de keuze voor uitvoeringsniveaus zoals bij Cupra. De kans dat je twee gelijk uitgeruste Mini’s tegenkomt is dan ook nihil. Alleen als het gaat om veiligheidsvoorzieningen zal elke andere Countryman hetzelfde zijn, alle voorzieningen die voorhanden zijn zitten er standaard op. Dat is een pre ten opzichte van de Formentor, waarbij de twee minder royaal aangeklede varianten met de lichtere aandrijflijn zaken als Emergency Assist (zet de auto stil wanneer de bestuurder niet meer reageert) en Travel Assist niet meekrijgen.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

Beide auto’s laten zien dat een cross-over niet per definitie een softroader hoeft te zijn. Tot zover is de missie van Cupra geslaagd, alleen loopt zijn plug-in hybride aandrijflijn niet in de pas met de door het onderstel gewekte verwachtingen. Dat doet de Mini beter. Het Cupra-interieur ziet er gelikt uit, maar het wegbezuinigen van knoppen en schakelaars doet de bediening geen goed. Als dat nu nog zou resulteren in een substantieel lagere prijs zou je het wellicht nog voor lief nemen, maar het tegendeel is waar. De plug-in hybride Countryman heeft een serieus lagere vanafprijs en is daarmee duidelijk de interessantere van de twee.

    Praat verder op het forum