Productie nieuwe Volvo-motoren van start

VEA staat voor Volvo Engine Architecture en is de verzamelnaam voor een nieuwe motorenfamilie die bestaat uit louter viercilinders. Deze motoren (benzine en diesel) vervangen geleidelijk het bestaande aanbod aan viercilinders en het betekent het einde voor de vijf-, zes- en achtcilinders. Volvo noemt het in eigen huis bouwen van de blokken en elektrische aandrijfsystemen 'een belangrijk onderdeel van de onafhankelijkheidsstrategie'. "Dit is een mijlpaal in de geschiedenis van Volvo Cars. Met onze nieuwe motorenfamilie leggen wij de klemtoon op twee van de belangrijkste eigenschappen: brandstofefficiëntie en rijplezier", aldus Derek Crabb, vicepresident Powertrain Engineering (foto 4).

De motoren komen allemaal van dezelfde productielijn in de fabriek in het Zweedse Skövde. "Eén van de grootste uitdagingen was de nieuwe indeling van de productielijn voor de bewerking van de cilinderblokken. Dertig bewerkingsstations werden voor ongeveer 60 miljoen euro verplaatst en omgebouwd", zegt Oskar Falk, vicepresident Global engine Production. In totaal stak Volvo (of beter: de Chinese eigenaar Geely) 230 miljoen euro in de fabriek.

De nieuwe VEA-motoren leveren volgens Volvo hogere prestaties dan de huidige zescilinders en verbruiken minder brandstof dan de bestaande vierpitters. Dit jaar worden er 20.000 motoren gebouwd, tegen het einde van het jaar moet de productie zijn opgeschroefd naar 2.000 blokken per week. De S60, V60, XC60, V70, XC70 en S80 zijn de eerste modellen die in het najaar de nieuwe motoren krijgen aangemeten. Eind 2015 moeten alle modellen voorzien zijn.