Pieter Nota - Verkoopdirecteur BMW - Interview

De merkidentiteiten van BMW, Rolls-Royce en Mini zijn gebouwd op een fossiele historie, gericht op de bestuurder. Hoe denkt u die identiteiten te behouden in een toekomst waar auto’s elektrisch en autonoom door het verkeer gaan?

“Wij hebben een enorme financiële power ter beschikking voor innovatie en technologische ontwikkeling. Vorig jaar hebben we zeven miljard geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling, en een heel groot deel daarvan gaat naar nieuwe technologieën. Elektrificatie is daar één van, maar natuurlijk niet de enige. Alle drie de merken zullen daar op hun eigen wijze gebruik van maken. Vandaag de dag zijn verbrandingsmotoren nog de hoofdtechnologie en daarbinnen twijfelen we toch ook niet aan de eigen identiteit van Rolls-Royce versus BMW, bijvoorbeeld? Die is ook altijd duidelijk gebleven, hoewel ze beide op het concept verbrandingsmotoren drijven. Ik denk dat in de hele beleving – of dat nou gaat om rijgedrag, design, materiaalkeuze, interieurdesign – Mini, Rolls-Royce en BMW zich nog uitstekend kunnen onderscheiden, ook in de toekomst.”

Met name het merk Mini is mede sterk door de merchandising eromheen. Mini-mokken, -teddybeertjes, -manchetknopen: allemaal hebbedingetjes, net als de Mini’s zelf. Nu gaan we van ‘hebben’ naar ‘gebruiken’, hoe kan Mini daarin overleven?

“Ook bij autodelen is het belangrijk waar mensen fysiek in zitten, wát ze sharen; dat is ook niet universeel. Aan ons de taak ervoor te zorgen dat Mini een voorkeursmerk blijft voor een bepaalde doelgroep. Sharing zal alleen maar de toegankelijkheid van het merk voor een breder publiek vergroten. In Nederland is leasen ver ontwikkeld. Dat heeft destijds voor een enorme boost gezorgd voor het hele premiumsegment, omdat de toegankelijkheid van premium daardoor steeg. Iemand die zich vroeger geen BMW kon veroorloven, kan er nu één voor een redelijk bedrag leasen. Zo kun je BMW ook nog eens toegankelijk maken voor sharing-klanten. Je rijdt nu misschien geen 7-serie als leaseauto of eigen auto, maar in de toekomst kun je misschien wel twee keer per maand van je rit naar het vliegveld genieten in de BMW 7. Dat kan de toegankelijkheid en breedte van het merk alleen maar vergroten. Dat zien we als een kans.”

Hoe grijp je die kans?

“Daar zijn we als BMW ingestapt middels onze joint venture met Mercedes op het gebied van mobiliteitsdienstverlening. Op dit moment bedienen we daarmee zo’n zestig miljoen consumenten per jaar. Dat is een mooi voorbeeld van samenwerking. Dat doen we ook op het gebied van autonoom rijden, waarvoor we een gemeenschappelijke standaard willen zetten.”

PSA brengt zijn BEV’s in dezelfde jas als de conventionele modellen, terwijl bijvoorbeeld Renault, Mercedes en BMW kiezen voor een submerk met eigen modellen en designrichting. Wat zit er achter die keuze?

“Ik zie daar twee verschillende niveaus. Eén: hoe zet je het merk neer? Ik zie nog wel degelijk noodzaak om elektrische auto’s qua merkpositionering iets anders neer te zetten. BMW-i staat voor innovatie, dus elektrisch rijden. Dus bieden we de volledig elektrische auto’s onder BMW-i aan. Andersom zien we aan de technische kant de noodzaak van een flexibele strategie. We hebben platforms waarmee we redelijk flexibel heen en weer kunnen bewegen tussen elektrisch, verbrandingsmotor en plug-in hybride. Want weet jij misschien wat in Rusland in 2023 het aandeel van elektrisch aangedreven auto’s zal zijn? Nou, ík niet. We moeten dus kunnen inspringen op de vraag van de markt en daardoor zien wij het als absoluut belangrijk voor de komende jaren om daar een flexibele strategie in te hebben. Een goed voorbeeld daarvan is de X3. Die komt volgend jaar als puur elektrische iX3. Een van onze populairste modellen is daarmee volledig elektrisch leverbaar. Maar daarnaast bieden we met de X3 vanaf volgend jaar de eerste auto met alle mogelijke aandrijflijnen in één model. Nog steeds benzine en diesel, naast volelektrisch én een plug-in hybride. Exact dát stelt ons in staat het juiste aanbod te hebben in alle verschillende regio’s van de wereld. Dat is een belangrijk element van onze strategie. Hoe we dat vervolgens branden? De plug-in hybrids integreren we al in ons normale BMW-merkaanbod. Een 3-serie PHEV heet gewoon 320 e of 330 e. Die is uiterlijk ook niet of nauwelijks te onderscheiden van een 320 diesel. Maar qua platforms willen we nieuwe, ook volledige intergratiemogelijkheden hebben. Onze i-Next is een puur elektrische auto. Dat is niet de definitieve naam, maar het wordt zeker een i-model.

Toch heeft de Vision M Next, zelfs als concept-car, naast zijn elektrische aandrijving een viercilinder benzinemotor aan boord.

“Het is een hybride, dus ja, daar zit ook een verbandingsmotor in. Daarmee laten we zien dat elektrificatie ook voor M de weg naar de toekomst is. We zullen ook high-powered auto’s uitbrengen die geëlektrificeerd zijn, maar dat zijn eerder plug-in hybrids.”