Hoe Nissan werkt aan zijn toekomst in Europa
'Europa blijft belangrijk'
Vorig jaar ging het gerucht dat Nissan zijn activiteiten in Europa op een lager pitje wilde zetten. Niets is minder waar, vertelt de kersverse topman van Nissan Motors Europe, Jordi Vila, in een gesprek over de elektrische toekomst van het merk.
Vorig jaar was er sprake van meer focus op China, Japan en de Verenigde Staten, waardoor het gevoel ontstond dat Europa minder belangrijk wordt voor Nissan. Hoe heeft dat uitgepakt?
“Het Nissan Next-plan kent veel facetten en herziening van de prioriteiten is daar zeker één van, waarbij we ons concentreren op een aantal kernwaarden. De focus op die drie specifieke regio’s maakt daar inderdaad deel van uit, maar dat betekent niet dat we andere regio’s in de steek laten, dus ook Europa niet. Laat dat vooral duidelijk zijn. Integendeel: het plan omvat heel concrete doelstellingen die onze aanwezigheid in de Europese regio moeten versterken tot wat ik een redelijk marktaandeel zou noemen, maar vooral op het gebied van klanttevredenheid over producten en diensten.
Dat betekent niet ten koste van alles volumegroei bereiken, maar kijken naar de producten en diensten die in elke specifieke regio worden gevraagd door klanten. De eerste eis om dat te bereiken, los van allerlei andere zaken waarover je kunt discussiëren, zijn voor een automobielfabrikant goede producten en goede technologie. Dat vormt de basis van Nissan Next. Dus gaan we in Europa groeien? Ja. Gaan we terug naar een miljoen auto’s per jaar? Nee. Ik geef je geen precieze doelstelling, maar we willen een behoorlijke aanwezigheid in Europa, en in het bijzonder in Nederland. Dat gaat lukken dankzij auto’s als de nieuwe Juke, de Qashqai, de Ariya, de X-Trail en meer. Maar niet alleen met modellen, maar ook met nieuwe technologieën, zoals e-Power en in een later stadium solid state-accu’s. Wij bewegen ons sneller dan de markt in de richting van elektrificatie. Het is een trend die voor een deel, maar niet alleen door regulering wordt gestimuleerd. Ik heb zelf gewerkt op markten als Nederland en Scandinavië, waar de transitie erg snel kan gaan. Wij waren pioniers met de Leaf, die nog voor 2010 werd gelanceerd.
Nissan Ariya
Volledig elektrisch is voor ons belangrijk, niet alleen in de Leaf, maar ook in de Ariya en andere toekomstige modellen. We ontwikkelen echter ook hybride technologie, waar we ons onderscheiden van de rest met e-Power. Het heeft het beste van beide werelden: de auto wordt aangedreven door de accu, maar tegelijkertijd is er geen range anxiety dankzij de back-up van de motor. Het rijdt al rond in Japan, maar ik heb al gereden met de voor Europa ontwikkelde versies, die zijn aangepast aan de rijbehoefte hier.”
En dat terwijl merken als Ford en zelfs Jaguar onlangs hebben aangekondigd op korte termijn helemaal geen verbrandingsmotoren meer te bouwen.
“Dat is transitie. Is vijf jaar kort? Het ligt er net aan hoe je het bekijkt. Het lijkt een trage revolutie, maar een technicus zal het een snelle revolutie noemen. Bij jullie in Nederland gaat het ineens heel snel. Dat is natuurlijk voor een groot deel veroorzaakt door fiscale sturing, maar dat is het niet alleen. De consument vraagt om nieuwe technologieën en ik geloof ook dat er een bewustzijn is dat we een nieuwe weg moeten inslaan, een groeiende klimaatbewustwording. Daar moeten wij als fabrikanten goede mogelijkheden tegenover stellen. Terug naar jouw vraag: we hebben volledig elektrische techniek in huis, wat op de middellange termijn – hoewel, voor een industrie die meer dan honderd jaar bestaat, is dat een korte termijn – dé weg zal zijn. Tot die tijd hebben we alternatieven die zijn toegesneden op de huidige situatie. We zitten nu in 2021, er zullen mijlpalen komen in 2025 en 2030. Dat lijkt nog ver weg, maar voor een techneut is het dat niet en we zijn ons erop aan het voorbereiden.”
U was één van de gangmakers achter de Leaf, die uitgroeide tot één van de eerste elektrische bestsellers. Wat was het geheim van dat succes?
“Innovatie zit in het DNA van Nissan. Dat zie je op designgebied met onze cross-overs, maar ook op het gebied van technologie. We waren al ver in de vorige eeuw bezig met elektrisch rijden. Wij hadden een visie op EV’s en ik herinner me uit die tijd dat we een hoop kritiek over ons heen kregen. We keken echter verder vooruit en realiseerden ons dat de interne verbrandingsmotor niet het eeuwige leven heeft. Even vooruitspoelen, zonder andere fabrikanten te veroordelen: Dieselgate kwam en dat veroorzaakte een versnelling van de transitiedoelen. Wij hadden op dat moment het voordeel dat we al een goede positie in elektrisch rijden hadden. Niet alleen omdat we een goede auto op de markt hadden, maar ook omdat we al druk waren onze dealers te trainen hoe met elektrische mobiliteit om te gaan, zowel technisch als commercieel, door ze uit te leggen hoe je kopers informeert. Dat laatste is erg belangrijk, want je zit natuurlijk met een bepaalde actieradius. Je moet zo’n EV ook niet aan iedereen willen verkopen en eerlijk zijn over de voordelen, maar ook over de beperkingen van elektrisch rijden. Dat is één van de geheimen van het succes.
Nissan Leaf
Verder ging het ons niet om de auto, maar om het ecosysteem. Daarom verzetten we veel werk op het gebied van recycling van accumaterialen, infrastructuur en vehicle to grid-oplossingen. Dat is erg interessant voor vloten. Ook lobbyden we bij overheden om ze te overtuigen van het belang van een goede infrastructuur en sloten we verbonden met bedrijven en instanties in de publieke sector, onder meer in Nederland.”
Inmiddels is de concurrentie snel groeiende. Wat moet Nissan doen om die voorsprong te behouden?
We moeten vooral onszelf blijven en vasthouden aan ons DNA. Dat is Japans, dus kwaliteit, maar ook innovatie. We kennen de EV door en door, zowel de technologie als de wereld er omheen. We kennen de gebruikers, zowel particulier als zakelijk, en hun behoeftes. Vergeet niet dat de Leaf ’s werelds meest verkochte EV is, by far. Er komen echter nieuwe modellen naast, om te beginnen de Ariya, waarvan de productie eind dit jaar van start gaat. Over wat daarna komt, kan ik nog niet zoveel zeggen, maar er komen meer elektrische modellen. Aan de Ariya kun je al zien dat elektrische Nissans minder behoudend worden dan sommige van de concurrenten.”
Ik heb u nog niet één keer de naam Renault horen noemen. Waar Renault met E-Tech werkt, heeft Nissan met E-Power zijn eigen technologie. Hoezo?
“We werken wel degelijk samen. Zo delen we het CMF-platform van de alliantie, maar ook motoren en delen van bestelwagens. Er is een hoop synergie, maar tegelijkertijd bepaalt elk merk zijn eigen positionering en daarom is de keuze van de soort techniek volledig aan het merk zelf. Ik denk dat dat een goede zaak is, want daardoor voorkom je verwarring en behoud je merkonderscheid, met behoud van de voordelen uit schaalgrootte. Meer gericht op E-Power: Nissan is een wereldmerk. E-Power begon in Japan en hebben we ervaren als een uitstekende techniek als je hem aanpast aan de regio waar je hem verkoopt. Het geeft Nissan bovendien wat ik noem een silver bullet, een uniek iets waar de klant bovendien ook wat aan heeft.”
Nissan Qashqai
Wat betekent Nederland als voorloper in de transitie voor Nissan?
In elke discussie over elektrificatie is Nederland één van de belangrijkste landen voor ons, op Europees en zelfs globaal niveau, niet alleen wat betreft volledig elektrische auto’s, maar ook geëlektrificeerde versies. Al in een vroeg stadium deed de Leaf het er goed, voor particulier vervoer, zakelijk maar ook taxi’s. Ook de Qashqai is bij jullie succesvol en we verwachten dan ook veel van de Qashqai E-Power en de Ariya. Voor EV’s is goede infrastructuur alles. Wanneer je met een EV vanuit Nederland omringende landen bezoekt, merk je dat gauw genoeg.”
Hoe, ten slotte, ziet u mobiliteit over vijftien, twintig jaar?
Over vijf jaar ziet het er al heel anders uit, maar op de middellange termijn heb je te maken met een nieuwe generatie. Daarbij denk ik aan mijn kinderen, nu twintigers. Die hebben nu al een heel andere kijk op mobiliteit en zijn straks belangrijke consumenten. Of particulieren straks nog auto’s kopen? Ja, dat verdwijnt echt niet, maar alternatieve vormen van mobiliteit, zoals gecombineerde vormen van autodelen en vele andere, zullen zeker in belang toenemen. Ik geloof niet dat we volledig naar een andere vorm van vervoer zullen overgaan. Daarom moeten wij als fabrikant alle mogelijkheden bieden: koop, huur, lease en co-ownership. De klant kiest. De overgang zal overal anders gaan, per klant en zelfs regionaal. Wonen in de stad of op het platteland levert andere vervoersbehoeften op. We moeten traditioneel autobezit combineren met nieuwe systemen. Hoe snel het gaat, is niet te voorspellen, maar ik durf wel te zeggen dat over twintig jaar meer dan de helft van de auto’s op een alternatieve wijze wordt ‘bezeten’. Zo zie ik het ook voor dealers: hun rol zal veranderen, maar er zal plaats zijn voor feitelijk contact tussen merk en klant.”
Jordi Vila
Jordi Vila (1963) is geboren en getogen in Barcelona. Sinds 1 augustus 2020 is hij divisional vice president marketing & sales bij Nissan Motors Europe. Zijn carrière bij Nissan begon in 1989, waar hij managementfuncties bekleedde in onder meer Italië, Spanje, Scandinavië en bij Nissan Nederland. Tot afgelopen zomer was Vila senior vice president marketing & sales voor de regio’s Azië en Oceanië.
PRIVATE LEASE Nissan
