Dieseloffensief van Nissan
Nissan heeft grootste plannen voor de komende paar jaar. Vrij vertaald: er moet meer verkocht worden. Om die doelstelling te realiseren is een gevarieerd dieselaanbod een must. Nissan heeft dat door en klopte bij partner Renault aan voor hulp.
Zonder fatsoenlijke diesels tel je als autofabrikant vandaag de dag niet meer mee. Dat wil zeggen, op de Europese markt. In Japan en de Verenigde Staten, belangrijke afzetmarkten voor Nissan, speelt dit niet. Daarom was de diesel altijd een beetje een ondergeschoven kindje en lag moeder in de bedstee van haar successen te genieten. Maar dat kan niet meer. Nissan onderkent het belang van een gevarieerd dieselaanbod in het B- en D-segment. Sterker, de grootste groei valt volgens de Nederlandse importeur te realiseren in het dieselsegment.
Wat is er nieuw onder de dieselzon? Wel, voortaan worden alle zelfontbranders van Nissan aangeduid als dCi, net als bij Renault. De Fransen leveren de 1.5 en de 1.9 en het common rail-systeem voor de 2.2. We gaan eerst rijden met de snelste versie van de Almera, die een 2,2-litermotor met 136 pk en 304 Nm heeft. Dat kom je zelden tegen in deze klasse en al helemaal niet voor deze prijs. Het geweld wordt via een zesbak op de straat gesmeten. De luiheid die de eerdere 2.2 kenmerkte is gelukkig helemaal weg. Trekkracht is er in overvloed en bij 120 km/h draait de motor een rustige 2.000 toeren. Wie dat allemaal iets te veel van het goede vindt, kan voor de zwakkere 2.2 opteren. Aan de basis staat een 1.5 dCi met 80 pk. De Primera 2.2 dCi gaat ook als de brandweer, hoewel we de 1.9 dCi mooier vinden lopen. Houd die 3.200 euro die de 2.2 extra kost in je zak, die 1.9 is met z'n 120 pk en eveneens een zesbak een dijk van een motor voor de Primera. Noemen we tot slot nog de Tino, die vanaf nu wordt geleverd met twee versies van de 2.2 dCi. Het dieselgamma is met dit motorenaanbod lekker gevarieerd, waarbij we nog opmerken dat ook de Micra leverbaar is met de 1.5 dCi.
PRIVATE LEASE Nissan
