Blik to the Future: Renault Mégane eVision

Met de Zoe heeft Renault de afgelopen jaren al een behoorlijke punt van de EV-taart kunnen bemachtigen. Toch dreigt de compacte elektrische Fransman nu in rap tempo weggedrukt te worden door diverse Europese concurrenten. Hyundai en Kia gooien ontzettend hoge ogen met de elektrische versies van cross-overs als de Kona en Niro, terwijl er vanuit de Volkswagen Group ook een enorm offensief aan hoogpotige EV’s richting de showroom gaat. Hoog tijd dus voor Renault om weer aan te haken op de laatste trend in de transitie naar grootschalig elektrisch rijden. Gelukkig heeft alliantiepartner Nissan in de vorm van de Ariya al een auto klaar die het de Volkswagens ID4 en Skodas Enyaq van deze wereld moeilijk moet gaan maken. Op diezelfde basis komt Renault met de Mégane eVision.

Herkenbaar

De modulaire EV-basis CMF-EV van Renault-Nissan is het platform in kwestie. Met de Morphoz Concept liet Renault eerder dit jaar al zien dat er elektrische auto’s in verschillende formaten op gebouwd kunnen worden. De Mégane eVision is een concretere vooruitblik op één van die auto’s. De productieversie van de Mégane eVision, een hatchback met cross-over-elementen, zal in grote lijnen trouw blijven aan de conceptauto. Dat betekent dat de Mégane eVision – zoals we ‘m voorlopig maar even blijven noemen - in één klap herkenbaar zal zijn als Renault, want met het ontwerp gaan de Fransen duidelijk voor een aanscherping van hun huidige designtaal. De nieuwkomer heeft de bekende boemerangvormige koplampen, die in dit geval aan elkaar verbonden zijn met een ledstrip over de breedte van de neus. Een grille ontbreekt in z’n geheel, ook vindt Renault het op twee ‘luchtinlaten’ na niet nodig om nog een grille optisch na te bootsen. Aan de achterkant oogt het ook bekend, al zijn de achterlichten wat scherper en platter van vorm dan bijvoorbeeld op de reguliere Mégane. Het oogt al met al strak, redelijk minimalistisch, maar toch direct herkenbaar.

Gedrongen maar ruim

De Mégane eVision mag dan op het eerste gezicht forser ogen dan de reguliere Mégane, in werkelijkheid is het niet eens zo’n overdreven grote auto. Sterker nog; de conceptversie is met z’n 4,21 meter zelfs 15 centimeter korter dan de Mégane hatchback. De ruimte moet vooral komen uit zijn hogere koets en uit de ruimtebesparing die voortkomt uit de aandrijflijn. De wielen staan ver op de hoeken van de auto en het accupakket is zo laag mogelijk geplaatst. Dat moet in combinatie met het ontbreken van een middentunnel en extra ruimte voorin zorgen voor een behoorlijke berg ruimte. Lang leve de elektrische aandrijflijn! Wat betreft die aandrijflijn is het nog even afwachten wat de productieversie in huis heeft. De concept kwam in ieder geval met veelbelovende cijfers. Een 60 kWh-accupakket dat met maximaal 130 kW laadsnelheid aan een DC-lader bijgeladen kan worden, voert een 217 pk en 300 Nm sterke elektromotor die de voorwielen aandrijft. Goed voor een niet schokkende maar gewoon prima 0-100-acceleratie van net iets onder de 8 seconden. De focus ligt hier uiteraard vooral op prestaties die er echt toe doen: snel laden en ver komen.

Over de actieradius doen de Fransen nog geen uitspraken, maar reken voorzichtig op maximaal iets boven de 500 km. Ongetwijfeld zullen er, zoals bijvoorbeeld ook bij de ID4 en Enyaq het geval is, goedkopere varianten komen met wat mindere prestaties. De elektrische broer van de Mégane komt in de loop van volgend jaar al op de markt. Hij verdringt de Mégane overigens niet, want ze worden gewoon naast elkaar leverbaar. Toch zou het ons niet verbazen als de Mégane misschien al na het aflopen van deze generatie het stokje in z’n geheel overdraagt aan deze nieuwkomer.