Auto blijft altijd sneller dan ov, zelfs in de spits
Auto blijft meest optimale vervoermiddel in Nederland
Het openbaar vervoer in Nederland is voor lang niet iedereen toereikend. Hoewel grote delen van het land prima met het ov te bereiken zijn, blijft de auto nog altijd het snelste vervoermiddel. Zélfs in de spits. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving.
In 2022 concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al dat de auto in Nederland het optimale vervoermiddel was. Die conclusie blijft overeind. Volgens het PBL zijn voorzieningen en banen met het openbaar vervoer in heel Nederland 'aanzienlijk minder goed bereikbaar' met het openbaar vervoer of de fiets dan met een auto. Dat gaat niet alleen op voor landelijke gebieden, maar ook voor stadsranden en buitenwijken. En in steden dan? Zelfs daar ben je volgens het PBL relatief snel op je werk, op school of bij een ziekenhuis, ook als het heel druk op de weg is.
Dat het openbaar vervoer dus lang niet altijd ideaal is, blijkt uit de cijfers. Volgens het PBL lukt het 30 procent van de ouderen die niet in bezit is van een auto niet om binnen een halfuur bij de zorginstelling waar behoefte aan is te komen. 12 procent lukt het zelfs niet om er binnen 45 minuten te zijn. Let wel: dit gaat over zowel landelijke als stedelijke gebieden. Ook jongeren ervaren last van de steken die het openbaar vervoer laat vallen. Zo is 10 procent van de jongeren langer dan een half uur met de fiets onderweg naar een middelbare school. 17 procent kan zelfs een enkele havo-vwo-school bereiken zonder langer dan een half uur op de fiets te zitten. Dit heeft onder meer gevolgen voor de schoolkeuze, concludeert het PBL.
“Een van de belangrijkste doelstellingen van vervoersbeleid is het faciliteren van de toegang van mensen tot banen, voorzieningen en sociale contacten. In de praktijk is het vervoersbeleid echter vaak beperkt tot het bestrijden van files en het faciliteren van de verkeersdoorstroming”, aldus Jeroen Bastiaanssen, onderzoeker vervoersbeleid bij het PBL, bij de publicatie van de studie.
Achteruitgang
Tussen 2012 en 2022 is het er volgens het onderzoek van het PBL dan ook bepaald niet beter op geworden. Zo is het openbaar vervoer in grote delen van het land in die periode uitgekleed, met verminderde bereikbaarheid van voorzieningen en banen tot gevolg. Met name ziekenhuizen, scholen en supermarkten zijn daardoor minder goed bereikbaar geworden, zowel in landelijke gebieden als aan de randen van steden. Vooral 's avonds en in het weekend is de bereikbaarheid van voorzieningen niet goed, aldus het PBL.
Daar komt nog eens bij dat met name de bereikbaarheid van 'banen voor middelbaar- en laagopgeleiden' achteruit is gegaan sinds de versobering van het openbaar vervoer. Voor deze groepen zijn volgens het PBL steeds vaker banen 'op autolocaties' te vinden. Autobezit zou voor hen daardoor een voorwaarde geworden zijn voor toegang tot werkgelegenheid.
Voor wie wél in het bezit is van een auto is de bereikbaarheid tussen 2012 en 2022 nagenoeg onveranderd gebleven.