Waarom verschilt de snelheid van een navigatie-app van de teller?

Je moet als automobilist overal op letten. Je moet je aan de verkeersregels houden en andere weggebruikers niet onnodig in de weg zitten. Zeker in de stad met veel onvoorspelbare fietsers en voetgangers is dat een hele opgave. En voor je het weet rijd je iets harder dan is toegestaan, terwijl het aantal flitspalen alleen maar verder toeneemt. Het is vervelend om een geldboete op te lopen, door een geringe snelheidsovertreding. Al houdt de politie altijd al een marge aan. Tot vier kilometer te snel levert doorgaans geen bekeuring op.

Snelheidsmeter neemt marge 

Je voorkomt snelheidsovertredingen door je snelheid altijd scherp in de gaten te houden. Hiervoor kijken we naar de snelheidsmeter in de auto, maar een navigatiekastje of app van TomTom of Waze kan ook enorm behulpzaam zijn. Immers: daar lees je vaak de exacte snelheid van dat moment af. En overschrijd je de maximumsnelheid, dan hoor je een alarm, als je dat tenminste hebt ingesteld. Houd je het liever stil, dan zie je meestal wel een (rode) kleurverandering van de snelheid, of de achtergrond. De snelheid op het navigatiescherm komt doorgaans niet overeen met de waarde die je afleest op je snelheidsmeter in het dashboard. Meestal ligt die iets lager. Dat komt doordat de teller in je auto niet 100 procent nauwkeurig is. Die moet de snelheid waarmee de auto voortbeweegt overschatten: te weinig aangeven mag wettelijk niet. Wettelijk moet de marge maximaal tussen de 5 en 10 procent liggen. Meestal past een fabrikant een marge van ongeveer 5 procent toe. 

Navigatie berekent snelheid met GPS 

Om de snelheid te bepalen waarmee je auto rijdt, vertrouwen de navigatie-apps en losse navigatiekastjes op GPS-gegevens. Daarmee kunnen ze berekenen waar jouw positie op de weg is. Maar tijdens de verplaatsing berekent hij met die gegevens ook je snelheid. Dat is meestal vrij precies als je dat vergelijkt met de gegevens van de snelheidsmeter in je auto. Houd er wél rekening mee, dat soms de dekking lager is, bijvoorbeeld in smalle straten, tussen hoge gebouwen of in tunnels. Ook erg slecht weer kan invloed hebben op de plaatsbepaling van je GPS en daardoor op de snelheid die je op het display ziet. In die situaties is de waarde die de navigatie berekent minder nauwkeurig. Als je met een constante snelheid rijdt kan het systeem de snelheid beter berekenen. Wil je geen enkele kans lopen op een boete, dan rijd je iets onder de geldende maximumsnelheid. 

Moderne auto’s meten de snelheid nauwkeuriger

Vroeger was het eenvoudig: zeker op de snelweg kon je er op rekenen dat 110 km/h op de teller in werkelijkheid ongeveer 100 km/h was. Maar de snelheidsmeters van moderne auto’s zijn aanzienlijk nauwkeuriger geworden. Soms zijn de marges 4 procent of zelfs minder. Alleen al daarom is het aan te bevelen de bandenspanning regelmatig te controleren. Immers: bij zachte banden wordt de afwijking van de snelheidsmeter groter.