Mercedes-Benz 190-serie (1960)
autoreview
Signalement
Versnellingen | 4, Handgeschakeld |
---|---|
Bouwjaar | 1960 |
Jaar van aanschaf | 2016 |
KM-stand laatst | 121.000 km |
Een Mercedes-Benz 190b met wat werk.
- 111.514 km
In juni 2005 had ik mijn eerste klassieker gekocht, een MGB. Een werkelijk schitterende auto in zogenaamde concoursstaat. Na de import uit Californië, gerestaureerd en in plaats van signaaloranje kreeg hij een nieuwe jas in het British Racing Green, met nog geen druppel benzine in de tank stond hij klaar voor de eerste proefrit. Na het vullen met 5 liter Euroloodvrij mocht ik er even naast zitten en ervoer wat “open” rijden was.
Zoals verleidelijk mooi als hij eruitzag, zo reed hij in het begin niet. Kort en goed, na 6 jaren diverse zaken aanpassen, remschijven vervangen, carburateurs reviseren, met 100 octaan benzine in de tank etc. reed ze werkelijk formidabel. Meerdere keren werd ik gevraagd of er een terugkoop mogelijk was.
De Ford autoverkoper bij wie ik in 2008 een nieuwe Mondeo had gekocht, was een nieuwe uitdaging aangegaan, door niet alleen te wisselen van werkgever maar ook te kiezen voor Mercedes-Benz. Toen ik hem in 2009 tegen het lijf liep, had hij toegezegd mij een Mercedes te willen verkopen en dat lukte hem nog ook! Na 4 jaar een moderne Mercedes-Benz rijden begon het te kriebelen en begon ik in 2015 naar een vervanger voor de MGB te kijken. Eentje met een Ster op de radiateurgrille.
Eerst maakte ik een afweging tussen de 170 serie, zo'n vooroorlogs model met losse spatborden en koplampen of toch gaan voor een 180/190, de opvolger van de 170. Hoe langer ik keek en vergeleek, uiteindelijk sprak het model Ponton mij nog het meest aan. Waarschijnlijk kwam dat doordat het een door mij bewonderend model uit mijn jeugd is. Had hem zelfs in 1:43, van plastic! Niet dat mijn ouders zo welgesteld waren, want mijn ouders hadden net genoeg geld voor een luxe Citroën AZUL met ruitjes bekleding en achterbank.
Voor Mercedes-Benz was dit het eerste naoorlogse model, dat ontworpen werd door het ontwerpteam van Dr. Fritz Nallinger. Karl Wilfert gaf als stylist leiding aan het ontwerpteam. Ook lid van het ontwerpteam, was de welbekende Hongaars-Oostenrijkse ingenieur Béla Barényi. Hij was het die de passieve veiligheidscarrosserie bedacht. Dit nieuwe model, met het three-box design kreeg door de journalistiek al snel de bijnaam "Ponton", omdat er een vergelijking getrokken werd met een pontonbrug of schipbrug, dat is een soort brug die drijft op het water en dan op meerdere pontons of kleine bootjes. De motor van de 180 is compleet met versnellingsbak, de stuurinrichting en complete wielophanging op een soort subframe gebouwd en kunnen bij uitbouw in één keer van het chassis gescheiden worden, zoals een deel van de schipbrug uit de rij van de pontons kan worden gevaren.
Met de "Ponton" zou een complete modellenlijn uitgerold worden, waarmee Daimler-Benz een breed publiek kon bedienen. Overigens komt deze benaming Ponton niet voor in de folders van die tijd! Het begon in 1953 met de 180, voorzien van een 1767 cc motor die 52 Pk leverde en een top van 126 km haalde. Om het overzichtelijk te houden laat ik de diesels even buiten beschouwing.
Begin 1954 kwam de 220a met deze nieuwe carrosserie op de markt met een 6 cilinder motor. De auto kreeg een 170 mm langere wielbasis, noodzakelijk om niet alleen de motor te kunnen plaatsen, maar ook om meer beenruimte op de achterbank te creëren. Van buiten was de 220 te herkennen aan de duidelijk zichtbaar langere motorkap en met de lange richtingaanwijzers op de bovenzijde van de spatschermen. In het interieur werd je verwend met nog meer luxe, waaronder een lint snelheidsmeter en een echt wortelnotenhouten dashboard.
Voor de klanten die iets meer wensten dan een 180 verscheen er in 1956 de 190, voorzien van een 1897 cc motor die 75 pk sterk was en 140 km kon halen. De auto was voorzien van dezelfde motor van de 190SL maar dan voorzien van 1 Solex carburateur. De 190 kreeg wat meer luxe mee en was van buiten te herkennen aan o.a. een chroomlijst op de carrosserie rondom de taillelijn. In 1956 verscheen naast de 220a, inmiddels 220S geheten, het type 219. Een model dat samengesteld was uit de langere frontpartij van de 220 en deelde het passagierscompartiment met de kofferruimte van de 180/190, waardoor het model 100mm langer was dan de 4 cilinders.
Na het uitgebreid bestuderen van de modellenserie, besloot ik toch te gaan voor een 190b. Dit model kreeg bij de laatste facelift een motor van 1897 cc die 90 pk leverde, die de auto een topsnelheid gaf van 145 km. Volgens deze cijfers zou de auto prima mee moeten kunnen komen met het huidige verkeer. In die zestiger jaren was de 190b dan ook een serieuze snelle reisautomobiel. Dat aspect wordt ook steeds benadrukt in de folder en het instructieboekje van de 190b. Het extra chroom en de luxe vond ik ook aantrekkelijk. Om die reden ging ik voor de 2e facelift, modeljaar 1960, met de breedste grille, de lagere motorkap die een beter uitzicht bood, vooral op de Ster op de radiateurgrille. Aan de achterzijde waren de achterlichtunits voor de veiligheid vergroot en hierin opgenomen waren nu ook de reflectoren met één achteruitrijlamp. In de nu alleen aan de achterzijde gemonteerde bumperrozetten was de kentekenplaatverlichting ondergebracht die tevens functioneert als kofferbakverlichting.
Ik had wel een wensenlijstje, de auto die ik zocht moest een Origineel Nederlands Kenteken dragen, het liefst zwart of donkergrijs van kleur zijn. Een doorlopende voorbank zou helemaal geweldig zijn. Dat er een onderhoudsgeschiedenis bij zou zijn was voor mij wel een pré! Een in concoursstaat verkerende automobiel hoefde voor mij niet meer zo. Gewoon conserveren, beetje poetsen, krasjes of deukjes geen bezwaar. Ik moest er gewoon zonder omkijken op de parkeerplaats een boodschap mee kunnen doen.
Vanaf februari 2015 volgde er een ware zoektocht. In mei zag ik iets in Ochten staan, maar die viel snel af. Verhaal was goed, de rest niet. Later stond er een licht grijze met roldak bij mij in de buurt te koop. Aan de hand van de foto's op Autoscout herkende ik het huis en wist vrij snel het adres te achterhalen. Eigenlijk wilde ik als eerste weten hoe een Mercedes-Benz 180 reed.
De motor bleek nog warm te zijn van een eerdere proefrit die ochtend. Ik kreeg zonder moeite de auto mee. Even wennen dat je richting aan moest geven met de claxonring op het stuur. Ik was verbaasd. Dat stuurde veel lichter dan mijn MGB en comfortabel dat het reed! Een spoorlijn oversteken was een deining die je onderging, zelfs drempels werden soepel genomen. Ik was onder de indruk, misschien moet ik zeggen dat de eerste rupsen zich begonnen te verpoppen en kondigden aan dat het vlinderseizoen zou gaan beginnen. Over de rest kan ik kort zijn. Ze was het ook niet!
Een maand later stond er een zwarte, een eind uit de buurt, bij mij op het computerscherm. Origineel Nederlands, een 190b, zwart en een doorlopende voorbank, maar wel voorzien van een stevige prijs! Dat laatste was even wat minder. De video’s MercedesSource van Kent Bergsma op You Yube zorgden er voor dat ik toch kon blijven dromen van mijn nieuwe liefde, hier vond ik genoeg informatie, want je wilt alles weten en Ponton's hebben blijkbaar een hartveroverend imago. Het bleef bij kijken, totdat de auto verdwenen was van het internet. Mijn hart werd droef alsof ik een kans gemist had. Niet getreurd geen handvol, maar een land vol, hield ik mijzelf voor. De MGB mocht blijven! Toch bleef het trekken, in maart 2016 trof ik dezelfde Ponton weer aan op Marktplaats. De prijs was behoorlijk naar beneden bijgesteld. Aan de postcode zag ik dat de auto verhuisd was en nu nog maar 36 km bij mij verwijderd was. Na het maken van een afspraak was de date niet ver meer. Vooraf had ik mijzelf ernstig toegesproken de auto niet te kopen. De eerste indruk was weinig positief. Ze keek depressief uit haar ogen. Waar ik ook keek, veel krassen, op diverse plekken deukjes. Sierlijsten zwaar geoxideerd. Het dashboard zonder enkele glans. Dat de auto wel gerestaureerd was moest ik uit de ordner met facturen en foto's wel geloven. Het was meer een herontdekte schuurvondst.
De auto bleek afgeleverd te zijn door een garage uit het Limburgse Valkenburg in de kleur grijs, aan een kennelijk welgestelde klant daar in de buurt. Na vele jaren werd de auto voor een schappelijke bedrag overgenomen. Blijkbaar heeft de 2e eigenaar er uiteindelijk niet veel meer mee gereden, de auto werd onder handen genomen, gedeeltelijk gerestaureerd, werd overgespoten in een andere kleur, zwart! De auto moet kennelijk jaren onafgemaakt in een hoek hebben stilgestaan. In 2006 werd de auto gekocht door een verzamelaar, die de restauratie klus gedeeltelijk voltooide, maar na verloop van tijd zijn interesse in verloor zodat de auto weer verdween in een grote loods en strak geparkeerd stond naast allerlei andere auto's.
Vooraf werd gezegd er bij de proefrit voorzichtig mee om te gaan want de distributie rammelde wat. Na de rit en een goed gesprek en inzage in een ordner met documentatie nam ik afscheid! Mijn overbuurman is een man met veel technische kennis, hij kon in zijn jonge jaren de motor van een Traction-avant zo mooi stationair afstellen, dat een kwartje op het kleppendeksel bleef liggen. Ik besloot hem voor de second opinion mee te nemen. De rest is snel verteld. De MGB ging terug naar Friesland en ik reed de Mercedes-Benz 190b Ponton een paar dagen later voorzichtig naar huis. Na het wassen, probeerde ik met wat polish wat glans te krijgen, ik stond versteld over het resultaat!
Toen volgde het behandelen van de lak, eerst met een blokje klei, na de poetspad met cleaner stukje voor stukje, volgde een uitgebreide polijst sessie. Herhaaldelijk en deel voor deel. Antiekwas werd met een föhn zo vloeibaar gemaakt dat het ter bescherming overal kwam. Bij Sterrenservice in Elburg ging ze de brug op en werd er een A4tje vol geschreven met direct te verhelpen mankementen. Nieuw rubber om de wielen, carburateur repareren en afstellen, hardeyschijven in de aandrijfas die vervangen moesten worden. Een nieuwe stuurdemper werd geplaatst. Ze kreeg verse oliën overal waar dat nodig was, een complete ouderwetse grote beurt. Tot overmaat van ramp bleken de leidingen van de verwarming compleet van binnen verteerd te zijn, waardoor het koelsysteem lekte. Met het meeste vakmanschap vervaardigde dit bedrijf nieuwe leidingen, spoten het weer netjes zwart en monteerde het vakwerk weer onder de motorkap. Het uurwerk dat niet meer liep werd door een andere specialist gerestaureerd. De distributieketting en de geleiders werden compleet vervangen. De factuur bestond maar liefst uit 4 kantjes! Dat was veel meer dan ik had gedacht. Na een maand uit logeren kon ik haar eindelijk weer ophalen. Van rijden kwam niet veel, maar wel van het genieten. Want ook het dashboard en interieur was toe aan zorg en liefde. Met smalle kwastjes, kun je overal bij, het dashboard, de bakelieten raamomlijstingen werd voorzichtig schoongemaakt. Tot slot deed de antiekwas het dashboard en het bakeliet weer glanzen. Oude onderdelen behandel je dus ook met ouderwetse was. Op het A4tje had gestaan dat bij het aanzetten het controlelampje van de richtingaanwijzer niet brandt. Omdat originele onderdelen vaak niet leverbaar zijn, moet je zelf oplossingsgericht en creatief bezig zijn. Je vind dat ze zo droef uit de koplampen kijkt. Het is weer zoeken naar de juiste spiegelreflectoren. Wanneer je die gevonden hebt, blijkt een koplampglas gebarsten te zijn. Wanneer je de beide koplampglazen van Hella vervangt door die van Bosch, lijkt ineens de datakarte uit 1960 weer helemaal te kloppen. Het is een auto met matchingnumbers. Achteraf blijken er nog heel weinig in Nederland afgeleverde originele Mercedes-Benz 190's te zijn.
Natuurlijk is het ook tussen de bedrijven door steeds rijden. Via internet was ik aan een instructieboekje van de 190b gekomen. Hierin vond ik veel technische informatie. Na het tanken van échte benzine met een zo hoog mogelijk octaangehalte blijkt ze werkelijk super te rijden. Op een ouderwetse klinkerstraat voelt ze zich werkelijk in haar element. Het is geen auto zoals mijn MGB was, geen potje scheuren! De veerwegen zijn zo lang dat de wielen amper van het wegdek loskomen wanneer je een bocht om gaat. Op een klinkerweg is ze in haar element. Van een spreekwoordelijke duw in je rug is geen sprake, maar een trage acceleratie is het zeker niet. Het schakelen met de pook aan de stuurkolom vergt door alle overbrengingen naar de versnellingsbak extra tijd. Hoewel de folder van de 190b zegt dat de auto met zijn overbemeten remvoeringen en geventileerde remtrommels snel stil staat, blijft dit in de tijd van de remschijven en rembekrachtiging een dingetje dat je zeker niet mag ontgaan. Vèr vooruit kijken blijft het devies! In vergelijking met mijn C-klasse van 2021, ontbreken vanzelfsprekend die camera's en technische rijhulpen, geen aanraak- en scrolltoetsen op het stuur. In de 190 een groot, en dun bakelieten stuurwiel, dat je niet met een methode van het doorgeven behandeld wanneer je rotondes neemt. Dan zijn het dragen van autohandschoenen bijna een must. Zo'n Mercedes-Benz 190 was in de jaren zestig een fantastische auto. In geen enkel geval te vergelijken met de Opels, Ford's, Vauxhall's etc, uit die tijd. Wat comfort zou ze waarschijnlijk haar meerdere moeten erkennen in de ID/DS modellen van Citroën. De bouwwijze is oerdegelijk, dat ervaar je ook in het rijgedrag van deze 190b, niets rammelt of kraakt. Het verlaagde middelpunt van de beruchte pendelassen draagt zeker bij een een verbeterde wegligging.
Voor strepentrekkers moest je dieper in de buidel
- 120.199 km
Korte update:
De tellerstand van de kilometerteller in de 190b is nog niet zo heel lang geleden de 20.000 km gepasseerd. Meerdere deskundigen hebben zich hier onafhankelijk van elkaar al mee bezig gehouden. Natuurlijk blijven het aannames die na het bestuderen van slijtage gevoelige onderdelen overblijven en waar ze hun mening op baseren. Over één ding zijn ze het eens, de klok is maar één keer rond gegaan. Het rijden gaat ondanks al deze kilometers nog altijd super, dat is ook waarmee ik de tank gevuld houd: 98 of zelfs met 100 octaan benzine. Het rijcomfort staat op hoog niveau, de lange schroefveren in de rondom onafhankelijke wielophanging nemen de tijd voor het in- en uitveren. Het nemen van verkeersdrempels bestond toen niet, maar het rijden over ongelijk liggende klinkers en uithollingen overdwars van de straatwegen des te meer. Het wisselen van het verzet aan de stuurkolom vraagt om een geduldige hand. De versnellingspook op de transmissietunnel schakelt absoluut veel sneller. Toch wanneer je geniet van deze 190b wil je dat eigenlijk helemaal niet. Dan gaat het om onthaasten, maar je kunt zeker niet ontspannen achterover leunen op de comfortabele voorbank. Integendeel, je moet bij de les blijven, want hoewel de voorste remtrommels van koelvinnen zijn voorzien en abrupt aangrijpen wanneer je het rempedaal plotseling vloert, zijn er geen bekrachtigde remschijven en ABS die je snel stil doet staan. Reken zeker op ruim 50 meter bij 100 kilometer snelheid, die je nodig hebt om tot stilstand te komen. De 1,9 liter motor met 90 pk, hangt soepel aan het gas, maar van de spreekwoordelijke duw in je rug is geen sprake. Sommige auto's uit de jaren ‘60 trokken vlot op maar voor strepentrekkers moest je aanzienlijk dieper in de buidel tasten dan voor deze Mercedes-Benz 190b, die toch in 1960 al een behoorlijke aanslag moet hebben gedaan op je spaarvarken. Je behoorde beslist tot die groep mensen die het in die jaren al goed gedaan hadden in de maatschappij. Geslaagde mensen, met plenty geld en ruimte voor een gezin van 5 en met een voorbank zoals in deze 190b zelfs voor 6. Niet verbazingwekkend is dat zeker de diesel uitvoering van de 180 populair was als trage taxi. Aan alles is te zien dat deze 190b beslist geen taxi gebruik heeft gekend. Waarschijnlijk werd deze Limburgse schone meer ingezet voor een zondags ritje door het heuvellandschap dan voor een zwaar afbeulend leven. De portieren sluiten nog altijd als kluisdeuren, de kofferruimte is groot en diep. Mercedes-Benz leverde destijds speciale koffersets voor de 180/190 Ponton, want deze auto is vooral geschikt om lange en snelle reizen te maken, want vlak een top van 145 km/uur niet uit. In die tijd was dat een serieuze snelheid in vergelijking tot andere auto's uit de maatschappij van de eind jaren 50 en begin jaren 60. Wat een tijd moet dat geweest zijn, waarin hier en daar een TV antenne op het dak werd geplaatst. Achter het stuur heb je ruim zicht rondom, met ver voor je uit, aan het begin van de gewelfde motorkap, de zwaar verchroomde Ster van Mercedes die je weg moet wijzen over alle straten en een schitterend richtmiddel is voor het rechts aanhouden op de plek, waar de klinkers van de weg over gaan in de berm. In de auto is het genieten, de verwarming is links en rechts afzonderlijk van elkaar regelbaar. De dashboardverlichting hoeft je op duistere wegen niet te verblinden, want ook deze is regelbaar. Verblinding door je binnenspiegel is handig te voorkomen door het kleine hendeltje aan de onderzijde van de spiegel. Wat een luxe voor 1960! Op de klassieke Becker radio, die na het opwarmen alleen nog maar ruis geeft op de vroeger veel beluisterde middengolf, speelt via een externe Bluetooth aansluiting, in het mono een klassiek orkest, muziek voor de zondagochtend. Hoe relaxed kon het leven zijn in die tijd. Ik zet de motor af, vergeet niet mijn hoed af te zetten en draai voorzichtig het portier weer op slot. Ik ben weer in 2024!
Operatie geslaagd! En de......?
- 120.748 km
In mijn agenda staat bij deze datum als reisdoel: Wheels Marieënwaerdt in Beesd. Een schitterende locatie voor het “ autofeest van het jaar”. Hoewel de A2 de afgelopen weekenden een drama is, besluit ik heerlijk binnendoor te rijden. Terwijl de motor zoemt dat het een lust is , de schakelpook aan de stuurkolom soepel door haar verzetten glijdt , dwalen mijn gedachten af naar het Concours 'd Elegance op Soestdijk. Weet nog van dat fijne stof van de vorige keer, toen ik weer weg wilde gaan. Opgeworpen door de banden van de auto's voor mij die over het zandweggetje reden naar het grasland achter het paleis. Drukte toen met mijn voet als voorzorg even op de rubberen bal van het voetpedaal van de ruitensproeiers. Verbazingwekkend, er gebeurde helemaal niets! Dat was in mei dat jaar bij de zogenaamde APK toch wel anders geweest. Nam mij ernstig voor om bij thuiskomst te onderzoeken hoe dat nu mogelijk was dat het niet meer werkte. Het onderzoek leverde het volgende op: nadat ik de waterslangetjes had losgenomen en de sproeiernozzle op de motorkap had doorgeblazen, wist het eigenlijk ook wel, die was ook niet verstopt, via het ventiel op het waterreservoir kwam ik uit bij de rubberen bal van de voetpomp met schakelaar. Ik drukte er nogmaals stevig op, maar het bleef hard. Niet-in-te-drukken! Even later ligt het complete apparaat op mijn werktafel. Besluit tot operatie er van, het stanleymes is scherp genoeg. Voorzichtig wordt alleen het rubber opengesneden en niet mijn vingers. Wat ik te zien krijg is verbazingwekkend. Ketelsteen! Zoals dat vroeger zich op de bodem van de waterketel bevond, die je op het gas zette voor het water koken voor de kruik in bed. Wat een tijd! 1960 dus 63 jaar oud! Gaat er door mijn gedachten, da's oud, aderverkalking! Dotteren is niet meer mogelijk! Ik bezoek de onderdelensite van specialist Niemöller in Duitsland om te kijken wat er nog op voorraad is: Voetpomp met schakelaar, € 442,86 * per stuk, zie ik staan. Dat is niet misselijk! Bij mijn Opel Kadett City heb ik in 1976 hetzelfde gedaan en besluit deze operatie te herhalen. Toen was het eenvoudig, het was nog een nieuwe auto, gekocht bij mijn werkgever, de Opel dealer. Ik dook het magazijn in, vroeg mijn collega naar het onderdeel, het was op voorraad en ik kon beginnen. Gelukkig had PartsPoint nu ook wat ik wilde hebben. Een drukknop schakelaar, wat draden in twee kleuren en een externe elektrische ruitensproeierpomp. De laatste kon snel besteld worden; levertijd van 2 uren! De schakelaar had 2 aansluitingen aan de onderzijde en het voorkomen van kortsluiting is altijd beter dan blussen van een brand, daarom plakte ik een stukje vilt op het metaal aan de binnenzijde van de voetpomp. In de bovenzijde van de rubberen bal maakte ik een opening zodat ik de drukschakelaar er precies in kon zetten, dat plaatsen ging heel strak, de afmetingen van de schakelaar kwamen vrijwel overeen met de ruimte in het rubber. Het was passen, meten, bijsnijden. Omdat het voetpedaal ook een schakelaar heeft die de ruitenwissers bedient, handig om even kort 1× te wissen, moet je zorgen dat bij het even in duwen alleen de wissers gaan en er niets steeds dan ook gesproeid wordt. Ik sneed het restant van het rubber uit het voetpedaal en kortte aan de onderzijde van het rubber waarin de drukschakelaar nu zat, net genoeg in zodat ik voldoende ruimte kreeg om ze afzonderlijk van elkaar te laten werken. Met krimpkous werkte ik de aansluitingen af en lijmde het rubber compleet met drukschakelaar vast. Voordat ik de gemodificeerde voetpomp met schakelaar ging monteren nog snel even testen of het inderdaad werkte zoals mijn bedoeling was. De ruitenwissers deden hun slag en drukte ik verder dan ging het lampje in mijn tester aan. Het terugplaatsen kon beginnen, het was nu een kwestie van in plaats van het slangetje nu de bedrading doorvoeren in het schutbord. Onder de motorkap was de rode draad achter het contact snel gevonden, ik monteerde uit voorzorg toch een ouderwetse zwevende zekeringhouder. Vreemd vond ik dat er bij en op de elektrische waterpomp geen schemaatje aanwezig was, dat was dus proefondervindelijk uitvinden. Omdat ik toch wel van originaliteit houd was ik blij dat het een extern pompje was en ik gebruik kon blijven maken van de originele waterzak. Aan het ventiel liet ik de slang van de voetpomp met schakelaar gewoon zitten, maar sloot deze aan het einde af zodat er geen water meer zou weglekken. Nu lijkt het net alsof het nog origineel is. De slang naar de ruitensproeiernozzle heb ik onderbroken en gaat nu eerst naar het "in" van het externe pompje, vanaf het "out" op het pompje een nieuw slangetje naar de nozzle. Het elektrisch aansluiten ging dus op goed geluk en aangezien dat bij mij meestal niet werkt, hoorde ik wel het geluid maar bleef het droog. Na het wisselen van de aansluiting was het de schone zaak van even geduld hebben, maar toen gebeurde er ook echt wat. Krachtige waterstralen, het waren nog net geen fonteinen, spoten met dikke stralen uit de dubbele ruitensproeiernozzle op een plek over het dak dat ik niet wilde. Na het afstellen van de nozzles en een test blijkt het perfect te werken, wat een waterfeest! Operatie is geslaagd, patiënt is genezen!
Afscheid doet pijn!
- 121.000 km
Was ich noch zu sagen hätte…In de maand juni 2024 was het tijd voor de 3 jaarlijkse taxatie en wat er heerlijker dan over de Zuid-Veluwe via Oosterbeek en Arnhem met de oude zwarte dame naar het taxatie adres, ergens onder Nijmegen te rijden. Niet dat ze zich niet thuis voelt op snelwegen, dat is wanneer je een top hebt van 144 km/pro Stunde geen enkel probleem. Maar wees eerlijk, wil je dat iemand van 64 nog aan doen, de teugels los in volle galop? Je moet er meer mee rijden, zei de taxatie-dokter. Het blijkt nu wel dat hij niet de enige is die dit advies gaf. Een klassieker moet meer lichaamsbeweging hebben! 1500 km in 3 jaar is beslist te weinig. Die raad heb ik ook op mijzelf betrokken. Wanneer je dan op Wheels Marienwaerdt bij de redactie aanlandt van Klassiek & Techniek volgt er een goed gesprek, onderwijl genietend van een punt “Mariënwaerdter Notentaart”
Geeft reden genoeg om opnieuw te schrijven. Terug naar die zonovergoten dag in juni '24. De ogen van de taxateur speurden, de fotocamera klikte. Beslist geen staat 2, maar ook niet staat 1, eerder er precies tussenin. Wat patina staat haar goed, je mag best zien dat ze oud is en beslist niet over de top gerestaureerd. Hij noteerde opnieuw het bedrag van € 45.000,=. Dat is ze beslist waard. Je vindt in Nederland geen gelijke, origineel Nederlands geleverde Mercedes-Benz 190b, Ponton, weinig kilometers en historie aanwezig. Via een ruime terugreis reed ik via haar geboorteland Duitsland weer terug naar huis. Terug naar het begin van mijn verhaal: Mariënwaerdt: vroeg aanwezig zijn heeft altijd het voordeel dat je een veilige parkeerplek kunt uitzoeken. Vrijwel direct was er weer interesse. Voor iemand met belangstelling uit Den Haag opende ik de motorkap. Het viel hem waarschijnlijk niet op, maar mij wel, vette boel. Het werd direct genoteerd op het to-do-lijstje in mijn hoofd. Terwijl ze stond te glimmen en te glanzen zag ik op afstand dat andere voorbijgangers haar fotografeerden. Een lid van de Nederlandse Mercedes-Benz club stuurde mij per mail een paar foto’s en de complimenten.
Inmiddels is de oorzaak gevonden: vorig jaar zomer werd er groot onderhoud uitgevoerd, met een nieuwe APK, waarbij ze een nachtje over moest blijven, de kleppen moest je koud stellen. Voor de zekerheid werd er een nieuwe rubberen klepdekselpakking gemonteerd. ‘ k Vroeg Ewald, de vaste monteur van de zwarte dame, wat het zou kunnen zijn, “probeer de boutjes van het klepdeksel eens verder aan te draaien!" Klinkt heel simpel!
Zodra de gelegenheid zich voordeed, werd ze op mankracht naar buiten gereden en kregen de motor en de motorruimte met een zachte borstel en een warm sopje een beurt, zodat de vettigheid verdween als sneeuw dat voor de voorjaarszon wegsmelt. De boutjes op het klepdeksel werden even meer dan alleen maar nagetrokken. Uiteraard eindigde het gebadder met een uitgebreide proefrit. Altijd het leukste na een klusje. Het blijft brandschoon onder de motorkap. En toen…toen kwam toch de hamvraag. Grote defecten zijn er niet, ze rijdt werkelijk magnifiek en eigenlijk is de tijd voorbij: het sleutelen, het bedenken van oplossingen en eventuele modificaties! Wanneer je oplettend bent en je op de hoogte laat houden in het klassieker-wereldje dan zie je een verschuiving in de interesse naar de jongere klassiekers, met name auto's die medio jaren ‘70 en jaren ‘80 in de showroom je stonden te verleiden. Modellen die aan het begin stonden van mijn auto carrière. Ondanks dat er genoeg belangstelling was voor de BK-12-28, was men niet bereid om zogezegd een cheque uit te schrijven, daar was ik inmiddels al voor in “het wereldje” gewaarschuwd. Toen ik haar na een gesprek met koffie voor het laatst zag, was er niet veel tijd meer. Ik moest mij haasten naar het NS station in Den Bosch. Mijn lippen vormden nog een paar laatste woorden aan Die schwarze alte Dame: “Es wird Zeit für mich zu gehen. Was ich noch zu sagen hätte. Dauert eine Zigarette…uhmmm?”
De Duitse waard van het hotel waar ik jaren geleden was, schonk voor de laatste keer die avond, de rode fonkelende wijn in mijn glas en vulde aan: Und ein letztes Glas im Stehen….14 dagen later was hij niet meer onder ons!
Hopelijk vergaat het die alte schwarze Dame besser!
20 februari 2025: verkocht!
- Betrouwbaarheid
- Prestaties
- Comfort
- Kosten
- Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja
Beoordeel deze review
Geef uw mening over schrijfstijl en bruikbaarheid. Bij tenminste vijf binnengekomen waarderingen zal de gemiddelde beoordeling getoond worden.