Zelfs vanuit Japan kwam aanval op de Capri – Ford Capri vs. Toyota Celica
Dappere poging
- Robert van Overbeeke
- FOTO'S Pieter E. Kamp
- Vergelijkende test
De grote Europese merken, zoals Opel, Ford, Renault en Fiat, hebben het in 1970 onderling goed voor elkaar. Ze bieden voor elk wat wils, van ruime gezinsauto’s tot sportieve modellen. Bij die laatste geven de Ford Capri en de Opel Manta de toon aan, onze eigen ‘ponycars’. Totdat er uit Japan onverhoeds een aanval komt van de Toyota Celica.
In de hoop het succes van ponycar Ford Mustang te kunnen herhalen in Europa lanceert Ford in 1969 de Capri. De fastback-coupé is een instant succes. Op een tegenhanger van General Motors kun je wachten; die verschijnt in september 1970 in de vorm van de Opel Manta. Concurrentie uit Japan ligt minder voor de hand, want dat land staat dan niet bekend als leverancier van sportieve auto’s. Toch verschijnt in december van datzelfde jaar de sportief getekende Toyota Celica.
Amerikaanse lijnen
Net als de Manta en Capri is de Celica Amerikaans gelijnd. Hij heeft trekjes van de toenmalige Chevrolet Camaro, maar toch een eigen stijl. De Toyota is een hardtop-coupé: er is geen B-stijl. De Japanse ponycar was er alleen met 1,6-liter motor en in twee uitrustingsniveaus: LT (luxury tourer) en ST (sports tourer). De ST had meer vermogen dankzij een dubbele carburateur en beschikte over een vijfversnellingsbak met de vijf als overdrive, terwijl de LT het met vier gangen moest doen.
De Capri verdedigt hier de eer van de gevestigde Europese orde. Hij heeft, gezien de lange neus en de schuine achterkant, de Ford Mustang fastback als voorbeeld gehad, al heeft de raampartij een geheel eigen gezicht. Net als die Amerikaanse broer is de auto eenvoudig van opzet, met beproefde techniek en keuze uit een reeks motoren, aanvankelijk van 1,3 tot 2,0 liter. Vooral de V6-versies spraken tot de verbeelding, maar in de praktijk werden de betaalbaarder V4-motoren het meest verkocht. Concurrenten voor die versies waren eigenlijk alleen de Alfa Romeo ‘Bertone’ en de Fiat 124 sportcoupé. De zescilinderversies hadden hoogstens concurrentie van de Opel Commodore coupé.
Is dit wel een eerlijke vergelijking?
Niet als het om motorinhoud gaat, maar wel als je naar de prijs kijkt, want de prijs voor een Toyota Celica ST lag zelfs iets hoger dan die van een Ford Capri 2300. Het had ongetwijfeld met koersverschillen of importheffingen te maken, maar het zal de slagingskansen van de nieuwe Japanse sportauto niet hebben geholpen. Want wie koopt er een onbekende auto uit Japan als je voor hetzelfde geld een vertrouwde Ford-sportwagen met V6-motor kunt krijgen? Wij gaan onderzoeken of die nieuwlichter van Toyota zijn hoge prijs waard was.
Totaal verschillende concepten
Met zijn lange neus en lage stand komt de Capri macho over. De bult op de motorkap en de jaloezieën op de achterruit (een populair accessoire) versterken die indruk. Het ‘hockeystick’-profiel op de flanken, de afgeronde zijraampartij en de nep-ventilatieroosters bij de achterwielen geven hem een herkenbaar gezicht. Binnenin vallen het fraaie dashboard met talrijke meters en houtinleg op en de vier stoelen met ‘dikke’ randen. Vier? Ja, de achterbank is namelijk gemodelleerd tot twee stoelen. De fraaie stalen Rostyle-wielen, het matzwarte achterpaneel en het met leer beklede stuurwiel maken deel uit van het XLR-pakket, evenals de matzwarte grille. De met hout afgewerkte middenconsole, de leren hoes om de versnellingspook en het uitgebreide instrumentarium horen bij de GT-uitvoering. Voor de overige onderdelen is er gewinkeld in de Ford-magazijnen. De achterlichten zijn van de Escort, het onderstel van de Cortina, en de motoren liggen ook al enkele jaren in de Duitse en Engelse schappen. Dat scheelt in de ontwikkelkosten.
Niet dat Toyota nu alle onderdelen speciaal voor de Celica heeft ontwikkeld. Het onderstel en de motor deelt hij bijvoorbeeld met de vrijwel gelijktijdig verschijnende Carina, en de vier- en vijfversnellingsbakken met de Corona en later ook met de Carina.
Het uiterlijk van de Celica is echter on-Japans origineel en met zijn colafles-profiel en lage dak vinden we het zeer geslaagd. Details, zoals de rond de verlichting gedrapeerde bumpers, gestroomlijnde deurgrepen, nep-ventilatieroosters achter de zijramen, benzinedop, wieldoppen en nep-koelsleuven op de motorkap (alleen ST) geven de coupé een eigen stijl. Hij is totaal anders dan de Capri, maar krijgt op dit aspect van ons evenveel punten.
Ford Capri
Toyota Celica
Vijfbak in de Celica
Het dashboard is fraai vormgegeven en voorzien van legio klokjes met nephout ertussen en een ingebouwde radio. Het stuurwiel van echt hout met fraaie claxonknoppen op de drie spaken ziet er elegant uit. Ook de pookknop is van hout. Hiermee bedien je een vijfversnellingsbak (alleen ST), iets wat bij Ford niet leverbaar was. Het hele interieur is zwart, wat sportiviteit uitstraalt, maar ook krapte suggereert en somber stemt, temeer omdat de kunststof bekleding nogal goedkoop overkomt. Dat hoort wel bij ponycars, maar toch geven we de voorkeur aan de luxe Capri-bekleding. Toyota kan ter verdediging aanvoeren dat de voorstoelen hoofdsteunen hebben; die heeft de Ford niet. In beide auto’s zit je voorin prima. Achterin heb je in de Celica meer been- en hoofdruimte dan in de Capri, waar je met 1.93 m tegen het dak en de voorstoelen zit, en door de rugleuning gedwongen wordt erg rechtop te zitten. Achter in de Toyota kunnen de raampjes worden opengeslingerd, de achterramen van de Ford kunnen niet open.
De bagageruimte van de Toyota is aanzienlijk kleiner dan van de Ford. Die ruimte op de Japanse achterbank moest natuurlijk ergens vandaan komen. Het komt echter ook doordat de tank, die rechtop staat tegen de achterbank, de kofferbak in steekt. Bovendien ligt de vloer vrij hoog, omdat het reservewiel zich eronder bevindt.
V6 van Ford is heerlijke motor
Zodra we gaan rijden, slaat de balans door naar de Ford-kant. Wat een heerlijke motor! Hij heeft een zijdezachte loop, veel koppel onderin, maar is dankzij zijn overvierkante constructie (boring groter dan slag) ook niet bang voor toeren. Dit is hét sterke punt van deze Capri. Lekker ver doortrekken in de toeren, schakelen en weer gaan. Het geluid daarbij is prachtig! Dat schakelen gaat met een lekker ‘los’ pookje, via een stangenstelsel. Gas en koppeling laten zich daarbij licht bedienen, dus het proces verloopt soepel. De Capri stuurt mooi precies en geeft voldoende feedback; bekrachtiging mis je alleen bij (par)keermanoeuvres. Remmen doet de Ford opvallend krachtig.
Het onderstel is echt in ponycar-stijl: een starre achteras met bladveren. Daar kom je een heel eind mee, maar in bochten blijken de grenzen vrij snel bereikt. Eerst treedt er onderstuur op, vermoedelijk door de lange neus (de wielbasis is 13 cm langer dan die van de Toyota). Wat er daarna gebeurt, hebben we niet uitgeprobeerd, maar laat zich raden bij achterwielaandrijving.
Celica-motor moet toeren maken maar vindt dat niet fijn
Waar blijft de Celica nu? Hij levert niet zoveel minder vermogen, maar maakt een compleet andere indruk: hij heeft duidelijk minder koppel onderin, maar vooral een minder sportief karakter. De motor wil wel toeren maken, maar klinkt daarbij niet alsof hij er aardigheid in heeft. Bij hogere toerentallen gaat de motor bovendien wat schokken. Het is normaal volgens de eigenaar, en schijnt door de dubbele carburateur te komen; de LT met enkele carburateur heeft er minder last van. Wat voor de beleving niet helpt, is dat de transmissiejank bij lagere snelheden de grom van de motor overstemt. Dat geeft je eerder de indruk in een gezinsauto te zitten dan in een sportwagen.
Het gaspedaal biedt onverwacht veel weerstand, vooral bij het wegrijden. De koppeling gaat juist licht, het rempedaal ook. De vertraging die de reminstallatie oplevert, is prima. De vijfversnellingsbak schakelt licht en direct, met metalige klikjes. De pook wordt strak door de versnellingen geleid; iets meer vrijheid bij die geleiding zou van ons wel mogen. De schuine stand van de pook vinden we erg prettig.
Het onderstel van de Toyota komt iets verfijnder over dan dat van de Ford. Sturen gaat lekker direct, al mis je bekrachtiging bij lagere snelheden. Bij hogere snelheden voelt de Celica wendbaarder aan en langer neutraal dan de Capri.
Beide auto’s zijn ongeveer even oud en origineel Nederlands, maar waar het plaatwerk van de Capri al helemaal gerestaureerd moest worden, is dat bij de Celica nog niet nodig geweest. Het kan duiden op een verschil in bouwkwaliteit, maar wij denken dat het vooral komt doordat de Toyota vanaf het begin tot zijn ‘oksels’ vol tectyl zat.
Capri graag!
De Capri is met deze motor een echte mannenbak: een beetje rauw, met een lekkere V6. Hij nodigt uit tot gooien en smijten, al zit de lange neus de wendbaarheid daarbij wat in de weg. Dan moeten de spierballen aan het werk. De Celica ziet er goed uit, maar is meer een sportief aangeklede toerwagen dan een sportcoupé. Zijn aanval op de Europese ponycars was dapper, maar door zijn prijsstelling kwam hij tegenover concurrenten te staan die voor hem te hoog gegrepen waren. Ook nu verkiezen we, ondanks de kwaliteiten van de Celica, de Capri V6.
Technische gegevens
Ford Capri 2300 GTXLR (1970) – Toyota Celica ST (1973)
Motor V6 – 4-cil. in lijn
Cilinderinhoud 2.293 cc – 1.588 cc
Max. vermogen 79 kW (108 pk) bij 5.100 tpm – 75 kW(102 pk) bij 6.000 tpm
Max. koppel 177 Nm bij 3.000 tpm – 148 Nm bij 4.200 tpm
Aandrijving achterwielen – achterwielen
Aantal versnellingen 4 – 5
Wielophanging v/a onafh. met schroefveren (v), starre as met bladveren (a) – onafh. met schroefveren (v), starre as met schroefveren (a)
Remmen v/a schijfremmen/trommelremmen – schijfremmen/trommelremmen
Afmetingen (l/b/h) 426/165/129 cm – 417/160/131 cm
Wielbasis 256 cm – 243 cm
Max. bagageruimte 355 l – 228 l
Gewicht 1.040 kg – 949 kg
Topsnelheid 178 km/h – 175 km/h
0-100 km/h 10,8 s – 13,2 s
Vanafprijs (1972) €4.598 – €5.122
Ford Capri (1969-1974)In januari 1969 werd de Ford Capri in Brussel geïntroduceerd en een maand later was hij op de markt. Hij was bedoeld als Europese versie van de Ford Mustang. Intern was de auto Colt genoemd, maar die naam bleek door Mitsubishi gedeponeerd. Onderhuids was de Capri een Cortina. Hij werd gebouwd in het Engelse Dagenham en Halewood, het Belgische Genk en het Duitse Saarlouis en Keulen. De continentale versie was verkrijgbaar met V4-motoren van 1,3, 1,5 of 1,7 liter of een 2,0-liter V6, de Engelse met viercilinder-in-lijnmotoren van 1,3 of 1,6 liter (de zogenoemde Kent-motoren) of een 2,0-liter V4. Eind dat jaar werd het motorenpalet uitgebreid met een Duitse 2,3-liter V6 (125 pk) en een Engelse 3,0-liter V6 (138 pk). In de VS werd de Capri verkocht onder de merknaam Mercury, en altijd met bult op de motorkap en dubbele koplampen. Niettemin had hij de Engelse 1,6-liter motor, net als de versies voor Australië en Zuid-Afrika. In 1972 voerde Ford een facelift door, waarbij de neus en de achterlichten van het model werden gewijzigd, de vering comfortabeler werd en andere stoelen werden gemonteerd. De Britse Kent-motoren werden vervangen door de motor van de Ford Pinto, en de 3,0-liter motor werd nu ook op het Europese continent leverbaar. Voor modeljaar 1972 verscheen de uiterst sportieve RS2600, die dankzij Kugelfischer-brandstofinjectie over 150 pk beschikte en in 7,7 seconden van 0-100 km/h kon sprinten. Hij had een sportversnellingsbak, lichtgewicht plaatwerk, lichtmetalen wielen en geventileerde remschijven. Met deze versie werd in 1971 en 1972 de ETCC-titel behaald (respectievelijk door Dieter Glemser en Jochen Mass). Een geciviliseerde versie van deze motor werd gemonteerd in de 2600 GT. De Capri werd een groot succes; in het eerste productiejaar werden er 400.000 stuks van verkocht. Begin 1974, na 1,2 miljoen verkochte exemplaren, verscheen de opvolger, de Capri II.
|
Toyota Celica (1970-1977)De Toyota Celica werd onthuld op de Tokio Motor Show in oktober 1970 en ging in december van dat jaar in de verkoop. Er waren twee uitrustingsniveaus leverbaar, LT en ST, maar in andere landen bestond er ook een GT (topversie met TwinCam-motor, airco en elektrisch bediende ruiten). In Japan was bovendien een ET (instapversie) leverbaar. In sommige markten bestond vanaf 1972 een sportieve GTV met stuggere vering en minder luxe dan de GT. De Celica deelde zijn platform met de Carina. Hier te lande was de eerste generatie (A20/35) alleen verkrijgbaar met 1,6-liter motor die in de LT een enkele carburateur had en in de ST een dubbele. In de VS werd de ST standaard geleverd met 1,9-liter motor en een jaar later met 2,0-liter motor; de GT kon daar zelfs met een 2,2-liter motor worden geleverd. In Nederland was alleen een handgeschakelde versnellingsbak verkrijgbaar, met vijf versnellingen voor de ST en vier voor de LT. In de VS was vanaf modeljaar 1973 een automatische drietraps transmissie leverbaar. De vroegste Celica’s hadden achterlichten uit één stuk en de tankdop ertussen, terwijl de benzinetank onder de bagageruimte lag. Vanaf augustus 1972 werd de tank rechtop tegen de achterbank gemonteerd, waardoor de tankdop verhuisde naar de C-stijl. De achterlichten waren vanaf toen elk in twee clusters gedeeld. In Japan was vanaf april 1973 ook een driedeurs liftback leverbaar, met een 1,6- of 2,0-liter motor. In Nederland werd deze variant pas na de facelift voor modeljaar 1976 leverbaar. Bij die facelift werd de wielbasis iets verlengd en kreeg de neus rechte (flatnose) in plaats van schuinstaande knipperlichten. Eind 1977 kwam de tweede generatie, aangeduid als A40/A50. |
Dit is een test die eerder in AutoWeek Classics heeft gestaan.
PRIVATE LEASE Ford Capri
Had je deze auto's al gezien?

Ford Capri Premium Extended Range RWD 77 kWh | Nieuw te bestellen Zeeuw & Zeeuw Alphen a/d Rijn | Prijs inclusief Ford Voordeel | Financiering via Ford Options: €476,- per maand (0,99% rente!) | Private Lease: €681,- per maand - 5.000km / looptijd 72 maanden
- 2025
- 0 km

Ford Capri Premium Extended Range RWD 77 kWh | Nieuw te bestellen bij Zeeuw & Zeeuw Alphen a/d Rijn | Prijs inclusief Ford Voordeel | Financiering via Ford Options: €425,- per maand (0,99% rente!) | Private Lease: €619,- per maand - 5.000km / looptijd 72 maanden
- 2025
- 10 km

Ford Capri Premium Extended Range RWD 77 kWh | Direct Leverbaar | Prijs inclusief 3500 euro Ford Voordeel | Financiering via Ford Options: €330,- per maand (0,99% rente!) | AGR Gecertificeerde Voorstoelen | B&O Premium Audio | Elektrisch Verstelbare Voorstoelen met Massage Functie
- 2025
- 20 km