Toyota Yaris 1.5 VVT-i vs. 1.5 Hybrid - Vergelijkende Test

‘Geen saaie auto’s meer’, luidde het credo van Toyota-President Akio Toyoda enkele jaren geleden. Sindsdien doet het merk zijn best om zijn auto’s spannender te maken dan voorheen. Met de in 2016 gepresenteerde C-HR kwam Toyota opvallend expressief uit de hoek en ook de nieuwe Yaris breekt wat dat betreft met zijn vroegere imago. Met zijn speelse C-stijl, rond aflopende daklijn, uitgeklopte wielkasten en stoere bips met uit de koets stekende en door een zwart paneel aan elkaar geknoopte achterlichten sprankelt de nieuwe Toyota Yaris vanuit elke hoek een stuk meer dan zijn voorgangers.

Maar niet alles is anders. Zo levert Toyota de Yaris natuurlijk als vanouds met een hybride aandrijflijn. Die Yaris Hybrid is op papier niet alleen 20 procent zuiniger dan z’n voorganger, maar ook 16 procent krachtiger. Onder de kap doet een 1.5 liter driecilinder dienst, een 91 pk sterke machine met een Atkinson-loop die bijval krijgt van een 80 pk sterke elektromotor. De twee zijn traploos aan elkaar geknoopt met een planetair tandwielstelsel en ze zijn samen goed voor een systeemvermogen van 116 pk. Het hybride systeem is aan alle kanten fijngeslepen, wat in de praktijk daadwerkelijk voordelen oplevert. Zo is de elektromotor stukken sterker dan de 61 pk-unit in de vorige Yaris Hybrid. De 80 elektropaarden springen tijdens het accelereren merkbaar bij en dat drukt de last die op de 1.5 wordt gelegd. Geef je de hybride Yaris stevig op zijn falie, dan laat de aandrijflijn goed horen dat hij hard aan het werk is.

Hoewel de prestaties prima zijn en het toerental weer rap daalt als je je kruissnelheid hebt bereikt, is de Hybrid daardoor niet in de wieg gelegd voor stevig trapwerk. De stad is het podium waar de Yaris 1.5 Hybrid zijn kunsten het liefst vertoont. Wie daarbij enigszins rekening houdt met de hybride aandrijflijn en dus niet bij elk groen verkeerslicht het pedaal tot de bodem intrapt, rijdt het gros van z’n stadskilometers elektrisch en daardoor in serene rust. Dat kan afhankelijk van de elektrische longinhoud die de Yaris op dat moment heeft zelfs kortstondig tot een snelheid van 130 km/h.

Toyota’s slimme aanstuurmodules bepalen in principe zelf wanneer de kleine lithiumion-accu wordt opgeladen of juist aangesproken, al kun je hem bij voldoende accucapaciteit via de EV-knop in de middentunnel ook dwingen om alleen elektrokracht te gebruiken.

OP RANTSOEN

Zoals we van Toyota’s moderne hybride systemen gewend zijn, merk je vrijwel niets van de overgang tussen elektromotor en benzinemotor. Daarbij springt de Yaris 1.5 Hybrid met zijn brandstof om alsof het op rantsoen is. Scores van 1:20 zijn zonder op spreekwoordelijke eieren te rijden haalbaar en wie zijn meeste kilometers in de stad maakt, moet de fabrieksopgave van 1:23 zeker kunnen halen. Kleine kanttekening hierbij: onze duurtest-Yaris is de rijk uitgevoerde Launch Edition, die met allerlei lekkere toeters en bellen is aangekleed, waaronder relatief brede 17-inch wielen. Minder weelderig aangeklede versies staan op smaller 15- en 16-inch en moeten volgens de fabriek een gemiddeld verbruik van tot wel 1:26,3 kunnen halen.

De besturing is in geen van de Yarissen van het meest communicatieve soort, maar het totaalplaatje is prima. De Hybrid maakt de relatief dynamische uitstraling van de Yaris zelfs enigszins waar. Hij is vrij stevig afgeveerd. Onze duurtester is nog iets stugger dan de 1.5 VVT-i, maar dat lijkt de Yaris Hybrid-koper gezien het grote aandeel dat die uitvoering in de Yarisverkopen heeft niet af te schrikken. Windgeruis en afrolgeluiden zijn er wel, al zijn die vooral merkbaar als de elektromotor op hogere snelheid de aandrijving tijdelijk op zich neemt. In de 1.5 VVT-i spelen deze geluiden een kleinere rol, daar je de 1.5 zelf wat vaker hoort. Dat is zeker geen straf. De Yaris 1.5 VVT-i heeft namelijk een totaal ander karakter.

ELASTISCH

Hoewel de Yaris Hybrid vrij alert op het gaspedaal reageert, is de gasrespons in de Yaris 1.5 VVT-i stukken directer. De Hybrid voelt behoorlijk minder ‘elastisch’ aan dan zijn voorganger, terwijl de 1.5 VVT-i je simpelweg meer bij het rijden betrekt. Die laatste reageert natuurlijker doordat de driecilinder zijn werk doet zonder tussenkomst van ingewikkelde elektronica. Het maximumkoppel geeft de machine pas tegen de 5.000 toeren vrij en dat betekent dat je hem flink door mag trekken om het maximale eruit te krijgen. Het rijplezier wordt verder vergroot door de handgeschakelde zesbak, die naar goed Japans gebruik lekker strak en met korte slagen schakelt. Doordat er geen regeneratief systeem achter het rempedaal schuilgaat, is de reactie op het remmen meer lineair. Dat voelt intuïtiever, al zijn de remprestaties te vergelijken met die van de 1.5 Hybrid.

Typische driecilinder-vibraties zijn de 1.5 VVT-i vreemd. Hoger in de toeren krijg je wel mee dat het geen viercilinder is, daar word je namelijk zelfs enigszins beloond met een fijn driecilinder-grommetje. Een GR Yaris is het bij lange na niet, maar speels is de 1.5 VVT-i wel. Dankzij de afwezigheid van een accupakket en een elektromotor is de 1.5 VVT-i zo’n 50 kilo lichter dan zijn hybride broertje. Hoewel de Yaris Hybrid al bepaald niet zwaarlijvig voelt, lijkt het onderstel die lagere hoeveelheid kilo’s wel te kunnen waarderen. De nonHybrid gaat plezieriger om met snel genomen drempels en herstelt zich ondanks zijn iets soepelere afstelling een fractie sneller. De Yaris 1.5 VVT-i voelt kwiek en is dat ook. De levendige driepitter helpt hem in 9,4 in plaats van zo’n 11 tellen naar de 100 km/h. De elektromotor van de Hybrid levert samen met de traploze overbrenging op tussensprintjes echter weer een voordeel op. Opvallend is het gemiddeld verbruik van de Yaris-zonder-accupakket.

Hoewel de fabrieksopgave van 1:19,2 voor een 125 pk sterke 1.5 erg optimistisch klinkt, blijkt dat in de praktijk toch zeer benaderbaar. Zonder al te veel moeite scoren we een verbruik van 1:18,2 en dat is een pluim waard. Een belangrijk voordeel van de Yaris 1.5 VVT-i is het feit dat je er geremd tot 850 kilo mee kunt trekken. De Yaris Hybrid blijft op 450 kilo steken.

AFWEGEN

De 1.5 Hybrid is de zuinigste van het stel, al scoor je – zolang je je niet uit de tent laat lokken door zijn speelsere karakter – ook riante verbruikscijfers met de Yaris 1.5 VVT-i. Prijstechnisch zitten de twee bij elkaar in de buurt. De Yaris Hybrid is er als Comfort al vanaf minder dan 22 mille, de 1.5 VVT-i begint bij € 21.095. Let wel, dan heb je direct de fraaier aangeklede Active, die in het geval van de Yaris Hybrid € 23.295 kost. De meerprijs voor de complexere hybridetechniek bedraagt dus € 2.200. Daar komt bij dat de 1.5 VVT-i altijd een handgeschakelde zesbak heeft.

Twee karakters dus. De spaarzame versus de levenslustige. Zet je rijplezier voorop, ga dan voor de goedkopere 1.5 VVT-i. Rijd je veel stedelijke kilometers en wil je écht zuinig rijden? Kies dan de Yaris Hybrid, want daarmee valt extra verbruikswinst te halen. De Yaris 1.0 is bij gelijke uitvoering slechts € 500 goedkoper, en dat maakt de Yaris 1.5 VVT-i wat ons betreft tot de gulden middenweg van het gamma.