Toyota Auris 1.2T (2015) - Test
Doelgroepvergroter
92 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Tot op heden is Toyota niet echt bezig geweest met downsizen, het merk zette liever in op hybride-techniek. Maar nu besluit Toyota toch overstag te gaan en introduceert in de gefacelifte Auris een 1,2-liter turbomotor. We zijn benieuwd naar deze eerste downsize-poging van de Japanners.
Op het gebied van hybride is Toyota de ongekroonde koning van de autowereld, geen concern heeft immers zo veel hybride-modellen in het gamma. Maar op het gebied van downsizen zijn er merken die verder zijn. Sterker nog, kleine turbomotoren schitteren door afwezigheid bij de Japanse gigant. Of eigenlijk schitterden ze door afwezigheid, want Toyota grijpt de facelift van de Auris aan om haar eerste downsize-motor te introduceren: de 1.2T. Daarmee moet de vijver met potentiële Auris-rijders flink worden uitgediept, niet iedereen die zuinigheid wenst kan of wil immers een hybride rijden. Gecombineerd met een reeks kleine en minder kleine verbeteringen moet de nieuwe motor de kansen van de Auris in het segment vergroten.
En zo op het eerste gezicht lijkt de nieuwe motor de juiste cijfers te hebben. De 1,2-liter viercilinder levert 116 pk en 185 Nm en kan volgens de officiële lezing toe met slechts 4,8 liter benzine per 100 kilometer. Ondanks het feit dat-ie minder vermogen levert dan de atmosferische 1.6 die vanaf nu in de geschiedenisboeken staat, zijn de prestaties bovendien nagenoeg identiek. Ten opzichte van directe concurrentie presteert de Auris met z'n nieuwe blok eveneens netjes, dus tot zover lijkt alles vlekkeloos te verlopen. De enige 'maar' die we kunnen ontdekken is dat de motor net twee gram teveel CO2 uitstoot om in aanmerking te komen voor 20% bijtelling, tenzij je voor de variant met CVT-automaat gaat.
Maagdelijke kilometerstand
Belangrijker is echter misschien wel dat de nieuwe motor in de praktijk ook prettig blijkt te werken. Omdat je nu het koppel onderin hebt dat de 1.6 miste, rijd je veel makkelijker met het verkeer mee. Wel merk je dat Toyota er alles aan gedaan heeft om het praktijkverbruik te drukken. Vanaf stilstand moet je echt even gas geven voordat je de koppeling op laat komen, anders weigert de Auris om vloeiend van z'n plek te komen. Mede daardoor maakt de turbomotor onderin een wat minder kwieke indruk dan een Ecoboost of een TSI, al kan dat ook te maken hebben met de maagdelijke kilometerstand van de testauto. Hoe het ook zij, in combinatie met een prettig schakelende zesbak scoort de nieuwe aandrijflijn een ruime voldoende. Gezien het feit dat dit de eerste downsizemotor van Toyota is, is dat best knap.
Natuurlijk is er meer nieuws te melden bij de facelift. Zo komt de 1,6-liter dieselmotor beschikbaar voor de Auris, goed voor 20% bijtelling, en zijn binnen- en buitenzijde op diverse plekken opnieuw geboetseerd. Of dat uiterlijk geslaagd is mag je zelf beoordelen, het interieur maakt in ieder geval een sprongetje voorwaarts. Nieuwe luchtroosters, een nieuw TFT-scherm tussen de tellers en een vernieuwd scherm voor het navigatie- en multimediasysteem tillen het geheel in combinatie met betere kunststoffen naar een hoger plan. Toch zijn er nog altijd concurrenten in deze klasse die een prettiger werkomgeving bieden. Met name de bediening van het navigatiesysteem is voor verbetering vatbaar. De touchscreen-bediening reageert soms te traag en de symbolen zijn vrij klein, waardoor je tijdens het rijden nog weleens mis prikt. Positief is dan weer de komst van een kwartet veiligheidssystemen die onder de noemer Safety Sense voor € 650 zijn te bestellen. Geen verkeerde prijs voor de combinatie van automatisch grootlicht, remhulp, rijbaanhulp en verkeersbordherkenning en hoewel de systemen op zich niet nieuw zijn, is de komst van betaalbare actieve veiligheidssystemen natuurlijk altijd positief.
Ruime marge
Toyota claimt naast de optische wijzigingen ook het onderstel aangepakt te hebben, maar van eventuele wijzigingen daaraan merken we bij de introductie niet veel. Nog altijd is er Auris een relatief comfortabele auto die een ruime marge aanhoudt tussen de techniek en de bestuurder. Niet voor de enthousiaste stuurman dus, maar wie daarin niet geïnteresseerd is krijgt een auto die zich onder de meeste omstandigheden keurig gedraagt en in geval van nood voorspelbaar en veilig reageert. Alleen grote kuilen zorgen er soms voor dat de schokdempers moeite hebben om de beweging van het wiel tijdig op te vangen met een harde bonk tot gevolg. Verder is het onderstel vooral in lijn met de rest van de auto: een dikke voldoende.
De vraag rijst dan wel of een dikke voldoende in dit segment afdoende is. Voor de € 23.795 die de Auris met z'n nieuwe motor moet opleveren koop je namelijk ook een vergelijkbaar gemotoriseerde Focus die uitblinkt in rijplezier of een Octavia die uitblinkt in ruimte. Het unieke verkoopargument van de Auris is daarentegen dat-ie nergens echt uniek in is. Maar misschien is dat met z'n nieuwe motor en daarbij behorende nieuwe doelgroep wel voldoende. En anders is er altijd nog de Hybrid.
Uitgelicht aanbod
Lees ook

Praktijkverbruik: zo zuinig is de Toyota Auris Hybrid

Toyota Auris - Occasion aankoopadvies

Toyota Auris Touring Sport 1.8 Hybrid Trend - Doorgelicht

Hyundai i30 Wagon - Peugeot 308 SW - Toyota Auris TS

Toyota Auris - Citroën C4

Lezersreacties (92) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.