AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het
Rij-impressie - Mini Clubman Cooper S
Compromini
37 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Met zijn zes deuren en meer praktische interieur is de tweede generatie van de moderne Mini Clubman een handigere auto geworden dan zijn voorganger. Maar hij is daardoor ook 'gewoner', en dat is voor een eigenzinnig merk als Mini niet per sé goed nieuws. In en om Stockholm gaan we op pad met de Clubman Cooper S om uit te vinden of de veranderingen ook verbeteringen zijn..
Historisch gezien heeft de naam Clubman maar weinig te maken met de stationwagonversie van de Mini. De auto die in 1969 met die naam op de markt kwam, was immers een opgewaardeerde variant van de gewone tweedeurs Mini. Met een grotere motor, een andere neus en iets meer luxe. Van die auto bestond ook een langere combiversie met klapdeurtjes achterin, maar die heette Clubman Estate. Die versie vormde in 2007 de inspiratiebron voor de combiversie van de New Mini. Ook die kreeg van die eigenwijze dubbele achterdeurtjes. Voor het instapgemak van de achterpassagiers was er ook nog een klein, 'verkeerd om' scharnierend achterportier aan de passagierskant. Dankzij dit soort details was de eerste moderne Mini Clubman een lekker markant autootje. Maar heel praktisch bleek-ie niet, en dat zorgde er ook voor dat veel kopers uiteindelijk toch een concurrent kochten. Denk maar eens aan een jonge moeder met een Clubman: zij kon weliswaar via het anderhalve rechterportier bij het kinderzitje op de achterbank komen, maar echt handig werd het nooit. Klanten begonnen te klagen en daarom sluit Mini met de tweede generatie Clubman-nieuwe-stijl een compromis: de typische barn doors achterin zijn gebleven, maar voortaan zitten er in de Mini stationwagon vier volwaardige portieren. Minder excentriek, minder uniek, maar wel beter inzetbaar voor mensen die níét in een folder leven …
Geen acrobatiek
Ten opzichte van z'n voorganger werd de nieuwe Clubman 27 centimeter langer, waardoor dit voorlopig de langste Mini ooit is. Dat biedt een aantal voordelen voor de achterpassagiers. Ten eerste zijn de achterportieren lang genoeg voor een fatsoenlijke instap (in tegenstelling tot de acrobatiek die de Mini hatchback vergt), ten tweede krijg je er achterin een redelijke hoeveelheid beenruimte voor terug. Daar voel en zie je de met tien centimeter toegenomen wielbasis duidelijk, want vier volwassenen zitten niet verkeerd in de Clubman. Wat dat betreft is deze Mini volwassener dan ooit, en dat is mooi meegenomen. Maar als je op zoek bent naar een volwaardige vijfzitter, dan kun je deze auto in de showroom laten staan. De breedte op schouderhoogte laat namelijk nogal te wensen over. Ook op het gebied van bagageruimte heeft de Clubman stappen gezet; met een inhoud van minimaal 360 liter kun je maar liefst 100 melkpakken meer meenemen dan in het uitgaande model. Daarmee komt-ie in de buurt van auto's als de Audi A3 Sportback. Mini claimt daardoor meteen dat het een 'volwaardige' C-segmenter heeft gebouwd, maar die borstklopperij gaat niet op. Ter vergelijking: een Renault Clio Estate (B-segment) biedt minimaal 443 liter, een Mercedes CLA Shooting Brake (C-segment) slikt bijna 500 liter. Een echte verhuiswagen is de Clubman dus nog altijd niet, al kun je de capaciteit tot een nette 1.250 liter vergroten als je de achterbankleuning platlegt.
Geen Audi
Praktisch of niet, een Mini mag geen Audi A3 Sportback zijn. De meerwaarde van een Clubman zit hem, naast z'n uiterlijke gekkigheid, immers ook in zijn bovengemiddeld strakke karakter en dynamische rijgedrag. In hoeverre heeft Mini ook op dit vlak compromissen gesloten? Dat valt reuze mee; ga achter het stuur zitten en je merkt meteen dat de auto echt bedoeld is voor fans van autorijden. Je zit mooi laag, met een goed verstelbaar stuurwiel voor je neus en een prettig cockpitgevoel. Ook het veergedrag is aan de straffe kant, al heeft Mini de afstemming – omdat de kopers daar naar verluidt om vroegen – minder hard gemaakt dan voorheen. Tijdens de introductie hebben wij alleen kunnen rijden met een Clubman Cooper S met elektronisch geregelde dempers. Die voorkomen dat de auto irritant stuiterig wordt. Zeker in standje Sport (die je naast Standaard en Eco kunt selecteren) kun je nog de typische Mini-wendbaarheid oproepen, waarbij de carrosserie zichzelf snel 'zet'. Alleen luistert de Clubman niet heel nauwkeurig naar je commando's. Hij reageert weliswaar snel en alert, maar de vraag is waarop. Het 'probleem' zit 'm in de elektronische stuurbekrachtiging. Die is wel mooi direct en maakt de auto lekker wendbaar, maar biedt weinig feedback. Je stuurt en de auto reageert snel, maar de druk die je in het stuurwiel voelt, neemt nauwelijks toe of af met het draaien van de wielen. Daardoor biedt de Clubman een digitalere rijbeleving dan je hoopt, en dat staat het ouderwetse stoeien met de auto wat in de weg. Het is toch opmerkelijk dat zelfs Mini de afstemming van de elektrische stuurbekrachtiging nog niet zo goed heeft uitgedokterd als bij de hydraulische systemen. Hoewel er voldoende Mini-DNA in het rijgedrag overblijft, stuurde de vorige Clubman nauwkeuriger. Het zal de passagiers op de achterbank worst wezen, maar hoewel de langste Mini aller tijden breder inzetbaar is dan ooit, is hij niet op álle vlakken beter geworden.
Lezersreacties (37) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.