Vergelijkende Test: Renault Clio - Skoda Fabia - Peugeot 208

Wij, Nederlanders, houden van hatchbacks. Terwijl op veel plekken in de wereld de sedan veel belangrijker is, ook in klein formaat, is bij ons de vijfde deur altijd een must have geweest. Zelfs de opkomst van SUV’s en cross-overs kan de massale afzet van compacte modellen als de Polo, Clio, Fiesta en 208 niet afremmen. Vorig jaar was de bestverkochte auto een Polo. In 2017 stond de Clio op één. Dealers van volumemerken strooien met aanbiedingen om de showroom en orderboeken gevuld te houden. Samen met de A-segmenters is het hun ruggengraat.

De Skoda Fabia is één van de modellen die al jaren gretig aftrek vindt in ons calvinistische Nederland. Het hele merk Skoda in zijn huidige vorm lijkt sowieso bedacht voor Nederlanders. Veel auto voor weinig geld, maar dan wel in de wetenschap dat er Volkswagen-techniek onder de kap ligt. “Laat maar komen”, aldus Jan Modaal. De huidige generatie kwam in 2014 en heeft het sindsdien goed gedaan. Zijn uiterlijk was net iets hipper dan de auto ervoor (wat vooral veel zegt over die voorganger) en net als elke andere Skoda bood hij meer ruimte dan gebruikelijk in zijn segment.

Als een auto zo hard loopt, hoef je niet overdreven veel ingrepen te doen als het tijd is voor een facelift. De Fabia kreeg een nieuwe neus met andere koplampen en wat andere kleine tweaks aan de buitenkant. Onderhuids zijn er vooral aanpassingen aan de elektronica gedaan. Zo is er nu een nieuw, modern multimediasysteem verkrijgbaar. Ook zijn de veiligheidsopties uitgebreid.

KAMPIOENEN

De twee concurrenten van vandaag liggen op het eerste gezicht niet voor de hand. De Renault Clio en de Peugeot 208 zijn beide vrij oud. Dit jaar zal van beide Franse modellen een gloednieuwe variant worden onthuld. Kijken we echter naar de verkooplijsten, dan zien we dat deze oudjes een behoorlijk uithoudingsvermogen hebben.

Die vermaledijde Clio was in 2017 de bestverkochte auto van Nederland en in 2018 zakte hij niet verder weg dan plek twee. Bizar voor een auto die dit jaar wordt vervangen. De Peugeot 208 kan daar net niet tegenop, maar deze Fransman heeft het sinds zijn geboorte evenwel erg goed gedaan en wist afgelopen jaar op plek 14 te eindigen. Beide merken scoren veel met goede aanbiedingen en actiemodellen. De fabrieken moeten immers blijven draaien en als klant kun je daar mooi de vruchten van plukken.

De Skoda Fabia testen we met de 1.0 TSI met 95 pk. Een mooi vermogen voor een auto als deze. Bij Renault is het vrij gemakkelijk om daar een Clio bij te vinden: de 0,9-liter TCe 90. Het is net als de TSI een driecilinder en het vermogen is met 90 pk zo goed als gelijk aan dat van de Skoda.

Bij Peugeot was het iets meer puzzelen. De 1.2-motor zonder turbo levert 85 pk. Die 10 pk verschil voelt bovendien aan als meer, omdat je het koppel van een turbo mist. Daarom vonden we het beter de 1.2 mét turbo te pakken, ook al stijgt het vermogen dan naar 110 pk. Maar we kennen het turboloze blok erg goed en zullen daar rekening mee houden.

Als we kijken naar de prijzen van de uitvoeringen, zit het allemaal dicht bij elkaar. In dit segment is € 1.000 meer of minder heel wat en dus houden de merken elkaar goed in de gaten. Onze demo’s hadden redelijk wat fijne extra opties aan boord, voornamelijk als onderdeel van gunstige pakketten. Als we kijken naar de totale uitrusting voor het geld zoals de auto’s er staan, dan biedt Skoda het meest, gevolgd door de Clio, maar dat is op papier. In de praktijk voelt de Peugeot namelijk wel luxer aan door zijn mooiere interieur. De materialen zijn mooi en de stoelkleding ziet er ook wat beter uit.

De zitpositie is altijd even zoeken door het kleine stuurtje, maar als je niet al te lang bent (een leuke eis aan Nederlandse kopers) moet het lukken om het zo te plaatsen dat je de tellers kunt zien en toch prettig zit. De klokken zijn netjes en het geheel van het dashboard laat niet zien dat dit een auto is die op het punt staat om te worden vervangen.

Hoe anders is dat in de Clio! Hier beginnen de jaren echt te tellen. De klokken voor je neus kunnen er nog wel mee door, met een mix tussen digitaal en analoog, maar de rest van de cockpit oogt goedkoop en ouderwets.

SNELLE ONTWIKKELING

Dat geldt ook voor het multimediasysteem, dat niet alleen goedkoop oogt, maar ook onprettig en langzaam in de omgang is. Nu gaan de ontwikkelingen op dit vlak razendsnel, maar ook in nieuwere modellen van Renault blijkt dit niet het sterkste punt te zijn. De zitpositie is gelukkig wel goed, wat een voorbode blijkt van andere prettige eigenschappen.

De nieuwe Skoda heeft vanbinnen ook wat kleine upgrades gehad. Het dashboard oogt hierdoor best modern, wat voor een groot deel komt door het voor dit segment ongekend mooie multimediasysteem. Het werkt snel, is overzichtelijk en ziet er prachtig uit. Het merk profiteert hierbij natuurlijk van de slagkracht van het VW-concern, dat de kosten voor dit systeem ook in (véél) andere auto’s kan terugverdienen. Kijken we verder, dan is het snel klaar met de luxe.

De deuren, de stoel(bekleding): het houdt allemaal niet over voor een auto die gloednieuw zou moeten zijn. Skoda blijft wel Skoda, dus onder de passagiersstoel vinden we een paraplu en in de klep van de brandstoftank een ijskrabber. De laatste heeft nu bovendien een profielmeter voor je banden.

Kijken we naar de aanwezige ruimte, dan pakt de Skoda nog wat extra punten. De kofferbak is merkbaar groter dan die van de rest en op de achterbank krijg je de meeste hoofden beenruimte. Dit is duidelijk een strijd die Skoda in geen enkel segment wil verliezen. Op de Citigo na zijn Skoda’s bijna altijd met afstand het ruimst. De Peugeot doet het op de achterbank niet zoveel slechter dan de Fabia, maar de kofferbak is wel met afstand de kleinste van het stel. Die van de Clio zit er mooi tussenin, maar de auto biedt de minste beenruimte. Door de vorm van de auto is de hoofdruimte gelukkig wel goed.

De motoren passen alle drie goed in het downsize-tijdperk. Ze brengen ook mooi in beeld wat de nadelen zijn. Zowel in de Clio als in de Skoda merken we namelijk dat de kleine motoren er op de autosnelweg hard aan moeten trekken. Dit heeft merkbaar gevolgen voor het verbruik. Als je de auto alleen maar in de stad gebruikt of nooit harder rijdt dan 100 km/h, valt het allemaal wel mee, maar hoe reëel is dat?

We vinden, nog los van het verbruik, de TSI-motor van Skoda stukken prettiger dan de TCe van Renault. Concurrenten doen het wat dat betreft beter. Bovendien is de versnellingsbak van de Fabia minder hakerig dan die van de Clio. De Peugeot profiteert merkbaar van zijn grotere slagvolume. De 1.2 loopt lekkerder, voelt beter aan en kan beter omgaan met winters snelwegverkeer dan de motoren van de andere twee auto’s. Nu lijkt dit wellicht een logische conclusie, want de motor heeft meer vermogen en de 208 is (mede) daardoor ook duurder. We kennen de (goedkopere) atmosferische variant van de 1.2 echter erg goed en zouden ook deze motor prefereren boven de 0.9 TCe van Renault. Ten opzichte van de 1.0 TSI van de Skoda scheelt het weinig, maar hij is zeker niet veel minder dan die turbomotor. De bak van de Peugeot is helaas weer wat vaag; de schakelacties zouden strakker kunnen.

FEEST

Gaan we rijden, dan ziet het speelveld er ineens heel anders uit. Om te beginnen bij de Clio: hier komt zijn kracht naar voren. De Renault rijdt echt zalig, met een prettig dynamische inslag, maar dit zonder dat de auto hard is of weinig comfort biedt. Integendeel! De auto houdt zich prima op lange afstand. De lichte, maar prettige besturing maakt het een feest om onderweg te zijn, of het nu lange stukken rechtuit of bochtige bosweggetjes betreft. Het onderstel houdt de koets mooi strak, wat ook een vorm van comfort is, en over drempels rijdend houd je merkbaar meer controle dan in de andere twee auto’s.

Vooral de Fabia laat het op dit vlak wat afweten. Net als de Octavia is de auto eigenlijk wat te week. De dempers laten veel toe en dat heeft effect op de rijeigenschappen. Dat is een bewuste keus, waarmee Volkswagen een verschil wil creëren tussen de vier B-segmenters van het merk. De Fabia heeft immers dezelfde technische basis als zowel de vorige Polo en Ibiza als de vorige Audi A1.

COMFORTHOEK

Om te zorgen dat ze niet al te veel op elkaar lijken, hebben ze andere rijeigenschappen gekregen. De Fabia werd extreem in de comforthoek gezet, maar het totale pakket is daar niet beter van geworden. De Polo laat zien hoe het met dezelfde basis ook anders kan. Die bevalt ons dan ook beter qua rijden. De Peugeot 208 trouwens ook, terwijl dat in de basis eveneens een vrij comfortabele auto is, maar dan eentje die niet over de weg zeilt of waarbij je te snel de controle over de koets kwijtraakt als je iets te hard over een drempel gaat omdat de demping zo soft is. We vinden het comfort in de Clio beter dan de dynamiek in de 208 en daarom scoort die eerste qua rijden iets beter. De twee Fransen hebben het rijgedeelte echter allebei goed voor elkaar.

De Fabia kan vervolgens weer scoren als we kijken naar zijn veiligheidsuitrusting. De Skoda is dankzij zijn facelift goed bij de les en biedt zaken als een noodremsysteem, actieve cruisecontrol en rear traffic alert. Vermoedelijk zullen de nieuwe generaties van de Clio en de 208 op dit vlak ook (optioneel) zaken als deze in huis hebben, maar hun leeftijd speelt hen op dit vlak duidelijk parten.

PRIORITEITEN

Onder de streep zit er merkbaar veel verschil tussen de modellen. Dit maakt het in zoverre prettig dat je zelf kunt bepalen waar je prioriteiten liggen. Wil je veel dynamiek, neem dan de Clio. Wil je vooral gebruiksgemak, neem de Skoda. De Peugeot 208 scoort het meest in het midden, maar op zijn kleine kofferbak na heeft de auto ook niets wat hem dis kwalificeert. Iets wat niet kan worden gezegd van de twee aanwezige concurrenten. Mede daardoor wint de Peugeot deze test. Het maakt ons des te benieuwder naar zijn opvolger!