Praktijkervaring Audi 80 B4 (1991-1995): Roest geen probleem
'Qua rijden is het een fijne ‘doorsnee’ auto
- Elco van der Meer
- Praktijkervaring
De vierde generatie Audi 80 is er eentje van het oude stempel. Ingetogen en technisch vooruitstrevend, vooral vanwege zijn verzinkte carrosserie. Een behandeling die het roestspook voorgoed zou moeten uitbannen, wat in de praktijk aardig gelukt lijkt. Was het ook verder een fijne metgezel? Eigenaren van toen en nu delen hun ervaringen.
De Audi 80 was het laatste ‘grote’ getal voordat Audi overstapte op de A-aanduidingen die we nog altijd kennen. Voor de 80-generatie gebruikten de Duitsers een bekende techniek: evolutie in plaats van revolutie. Hoewel de Audi 80 B4 een facelift van de vorige generatie lijkt is er meer aan de hand. Hij werd bijna 9 centimeter langer, de wielbasis groeide met 66 millimeter en door een andere plaatsing van de brandstoftank werd de kofferbak veel bruikbaarder. Nog een belangrijk verschil: de B4 was er voor het eerst als Avant stationwagon, terwijl vorige generaties Audi 80 deze moesten ontberen. Redenen genoeg om in dit artikel alleen de B4 aan te halen.
Praktische youngtimer?
Of die aanpassingen hun vruchten hebben afgeworpen? Volgens deze rijder alvast wel. Over zijn Audi 80 2.0 uit 1993: “Ruimte genoeg voor vier personen, en zelfs met mijn 1,93 meter staat de stoel niet op de achterste stand! Verder is, in tegenstelling tot mijn vorige 80, de achterbank nu wel omklapbaar, wat meer ruimte geeft. De kofferbak is sowieso al een stuk groter als in het oude model.” De eigenaar van een Audi 80 uit 1992 laat eveneens weten tevreden te zijn met de zit achter het stuur. “Ook achterin hoor ik nooit over plaatsgebrek. Laat staan de kofferbak, die is gewoon gigantisch. Je kunt zelfs de achterbank in twee delen omklappen, wat bij de Audi B3 niet kan.” Een derde eigenaar reageert in dezelfde trant. “Gigantische kofferbak en neerklapbare achterbank.”
Eigenaren van een Audi 80 Avant zijn kritischer. “De ruimte dan, voorin helemaal goed achter niet, er is erg weinig beenruimte maar de hoofdruimte is wel in orde”, aldus de eigenaar van een Audi 80 Avant 2.6 E uit 1993. “Maar een een jaar oude baby zit wel met zijn voeten tegen de voorstoel als zijn stoeltje in de slaapstand staat, en ik ben slechts 1.72 lang!” Gelukkig kan de kinderwagen wel ruim mee. “De kofferbak is zeker voor een ’lifestyle-station’ lekker ruim, ook de achterbank is in elke vorm naar behoefte neer te klappen.” Een rijder die eerder geen lifestyle-model had is minder blij. “Ruimte achterbank: verwend met de zee aan ruimte achter in de Passat Variant is het wel een stap terug, eventjes vier volwassen op de achterbank kan echt niet.” Maar goed, dat mág dan ook niet.
We sluiten dit onderwerp af met een combinatie tussen plezier en praktisch gemak. De eigenaar van een bloedsnelle Audi RS2 Avant schrijft: “De beenruimte is voortreffelijk, zowel voorin als achterin. Hoofdruimte idem, zelfs voor mensen van 2 meter plus. Het schuif/kanteldak vormt hier geen beperking. De bagageruimte van de station is een uitkomst, maar is ondermaats vergeleken met stations van nu. 370 liter is voor de verwende medemens behelpen, maar ik kom met een gezin prima uit de voeten.”
Rijden met de Audi 80 B4
Voor het onderwerp ‘rijden’ blijven we even bij de RS2-eigenaar. “Eenmaal achter het stuur, vergeet je dat je in een station zit”, schrijft hij. “Het voelt meteen als een sportauto. De Recaro sportstoel, die als een harnas om je heen gevouwen zit. De mechanische handbak, die klinkt alsof je een geweer uit de tweede wereldoorlog doorlaadt. De dumpvalve die onheilspellend afblaast bij het overschakelen.” Klinkt rudimentair, rijdt het dan ook zo? “Ondanks de sportiviteit is de auto verrassend comfortabel. Het quattro-systeem geeft veel controle en comfort in winterse of natte omstandigheden.”
Nu we het absolute topmodel gehad hebben valt de rest van de ervaringen tegen, toch? Dat ligt gelukkig genuanceerder. “Uiteraard is het wennen”, schrijft de eigenaar van een Audi 80 Avant 2.0 e uit 1995. “Deze auto is basic dus het veercomfort is totaal anders dan de Citroën of mijn Mercedes W123. Het weggedrag is echter prima en het is ook stil in de auto.” Dat laatste wordt benadrukt door de eigenaar van eveneens uit 1995 stammende sedan. “Waarvan ik erg kan genieten is het weinige windgeruis tijdens het rijden. Dat maakt een reis erg comfortabel en geeft je totaal niet het gevoel dat je je op een snelweg bevindt.” Over de rijeigenschappen: “Wat betreft het rijden is dit een fijne ‘doorsnee’ auto. Je zit niet in een auto met een sportieve wegligging zoals de BMW, maar het is zeker geen gevoelloze auto. ”
Ook een 80 Avant TDI-rijder is tevreden met deze eigenschappen van zijn Audi. “Wegligging: koersvast, niet te week afgeveerd, ook niet supersportief. Prima ook met caravan, door korte overhang nauwelijks doorzakken boven de achterwielen.” Over de 90 paarden van zijn diesel is hij tevreden. “Hoewel een standaard 90 pk TDI komt hij prima mee, al gaat het wat langzamer dan een VR6, maar sprintjes trekken heb je na tien jaar wel een keer gezien.” Voor de 2.0 benzinemotor met 90 pk geldt dat minder. “Het is een lekkere cruiser. Maar de souplesse kan beter, want 90 pk is een beetje weinig voor zo’n Audi met een gewicht van 1.160 kg”, vindt de eigenaar van zo’n exemplaar. “Maar als je eenmaal op snelheid bent blijft ie gaan. Bij een snelheid van 120 km/u op de snelweg rijd je behoorlijk comfortabel en daar is zo´n auto ook voor gebouwd.” Een andere rijder kan er kort over zijn: “Te weinig vermogen 2.0 E-motor (90pk)”, schrijft die.
Opvallende onderhoudszaken
Het blijft niet bij een opmerking over het vermogen: ook op een ander punt stelt de tweeliter teleur. “Olieverbruik 1L per 2.000 km”, is het tweede punt van commentaar. Het weerhoudt deze rijder er niet van om kilometers te maken. De auto bleef ruim 60.000 kilometer, waarin een lijstje met onderhoudszaken is aangepakt. “Dit lijkt zeer veel, maar er zijn niet veel motoren die na 260.000 nog zo perfect klinken. Reparatiekosten zijn in totaal maar €700 geweest.” Het is niet de enige 2-liter die bovengemiddeld dorstig is. “Ja, hij gebruikt wel wat olie (een liter op ongeveer 2.000 km), maar verder is het onderhoud nihil geweest”, aldus de eigenaar van een Audi 80 2.0 E uit 1993. “Zonder dat de auto daardoor aan kwaliteit heeft hoeven inboeten.”
Wel aan kwaliteit inboeten deed de eigenaar van een vergelijkbaar gemotoriseerde auto uit 1994. Na 243.500 kilometer gaf zijn motor op. “Defect lager in de motor vermoedelijk. Op dit moment twijfel ik nog: een oud autootje kopen en hopen dat ik een of twee jaar kan rijden, of een ruilmotor.” Hij wijt het aan gebruik van te sterk reinigende moderne motorolie en laat de motor wisselen, waarna hij zonder veel problemen tot 317.000 kom doorrijden. Daarna werd de auto verkocht aan een kennis, waarschijnlijk het bewijs dat er nog steeds genoeg vertrouwen in de Audi was.
Naast deze excessen stipt deze eigenaar een vaker voorkomend probleem aan. “Vaak is de kilometerteller kapot, of kapot geweest, zodat je zonder goede historie het raden zult hebben naar de werkelijke km-stand. Een NAP lijkt me wel raadzaam.” Dat wordt bevestigd door onder meer deze eigenaar: “De dag- en kilometerteller tellen niet meer op. Een probleem dat vaker voor komt bij dit type. Binnenkort wordt de teller voor reparatie opgestuurd.” Tot slot de roestgevoeligheid van deze generatie Audi, dat blijkt daadwerkelijk tot een minimum beperkt. Alleen de rijder die een ruilmotor moest laten plaatsen meldt lichte roest aan de voorschermen. Daarmee is deze eigenaar helaas de uitzondering die de regel bevestigt: de meeste Audi 80 B4’s waren erg goed, zonder uitgesproken te zijn. Met uitzondering van die wilde RS2 natuurlijk.
We waarderen het als je wilt bijdragen door het bijhouden van de AutoWeek Verbruiksmonitor of door een gebruikersreview te schrijven waarin je jouw ervaringen met de auto deelt. Daarmee help je potentiële kopers echt vooruit!
Lees ook
Praktijkervaring Mercedes-Benz 190: de authentieke baby-Benz
Praktijkervaring Mercedes-Benz W124: de originele youngtimer
Praktijkervaring Volvo 240: eigenaren over hun iconische baksteen
Praktijkervaring Volkswagen Golf II: taaie rakker
Waarom de Audi RS2 meer Porsche is dan de Mercedes 500E: Porsche-ingenieurs leggen uit
Lezersreacties (30) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.