Test: Porsche 911 Carrera 4 Cabriolet (1996)

Bijna veertien jaar geleden trad Porsche op de IAA in Frankfurt voor het voetlicht met een prototype van een vierwielaangedreven 911. Drie jaar later resulteerde dat in de 959, een High-Tech visitekaartje van de ontwikkelingsafdeling in Weissach. Pas in 1988 ging een normale 911 zijn vermogen via vier wielen op de weg brengen. De Carrera 4 maakte zijn debuut in een modern kostuum, dat pas later door de normale Carrera gedragen mocht worden. Nu is er dan een nieuwe versie, in technisch opzicht een meesterwerk.
Op de persintroductie scheen het zonnetje lekker en Porsche overhandigde ons voor de testrit een vuurrode Carrera 4. Over het uiterlijk van een 911 hoeven we niet veel meer te vertellen. Het is dé Porsche met een onmiskenbare uitstraling. De Duitsers doen dan ook hun uiterste best om het opwindende en toch simpele lijnenspel zo goed mogelijk te conserveren. In al die jaren hebben we geregeld moeten wennen aan een modernere outfit, maar het charisma van de 911 heeft er niets onder geleden. Voor velen is de 911 - in zowel coup‚- als cabrio-uitvoering - nog steeds een droom op wielen.
Het karakterbepalende bestanddeel van een 911 is de helemaal in zijn staart geplaatste zescilinder boxer. Inmiddels heeft-ie een inhoud van maar liefst 3,6 liter en is hij goed voor 272 pk. Zijn geluid is nog steeds onmiskenbaar, zij het wat gedempter dan vroeger toen de metalige huil haast door merg en been ging. Als je goed naar de motor luistert, hoor je dat hij zich bij lage toeren minder happy voelt. Een beetje meer gas dus maar en een diepbruine sound brengt je trommelvliezen goed in beweging. De trekkracht begint te komen en de zespitter maakt zijn verlangen naar meer kenbaar. Als de toerentellernaald langs de 4500 zwiept, schreeuwt hij het uit van plezier. Nu is hij op zijn sterkst en tot 6500 toeren trakteert hij je op een machtige acceleratie onder begeleiding van de zo karakteristieke huil. We vragen ons af wanneer Porsche nu eens een CD uitbrengt met dat geluid. Kun je in je luie stoel net zolang genieten als je maar wilt.
Als je alle oerkrachten uit de boxermotor mobiliseert, knalt de Carrera 4 in slechts 5,5 seconden door de 100 km/h-barriŠre. Op de Autobahn kregen we vrij gemakkelijk 270 km/h op de snelheidsmeter; meer liet het verkeer niet toe, maar was nog wel mogelijk. Superprestaties dus.

Enorme kleefkracht

Veel imponerender is de manier waarop de Carrera 4 onder zeer gevarieerde omstandigheden zijn enorme trekkracht naar het wegdek dirigeert. Als de achterwielaangedreven 911 zijn achterkant naar buiten laat waaieren, zetten de achterwielen van de Carrera 4 zich nog eens extra schrap. Dat kunnen ze omdat dan de geavanceerde vierwielaandrijving een deel van het vermogen naar de voorwielen stuurt. Die werken net zo veel mee als nodig is om een perfecte balans te houden. Je kunt met de Carrera 4 dan ook best remmen in een bocht; de forse overstuurreactie blijft achterwege. Om de mogelijkheden van het systeem onder extreme omstandigheden te laten zien, reed Porsche fabriekstestrijder Walter R'hrl met zo'n 911 over een uitermate beroerd parcours met zand, grint en water op de weg. Natuurlijk stapten we even bij Walter in om aan den lijve te ondervinden hoe hard en vooral gemakkelijk het allemaal kan gaan. Zelfs bij flink gassen uit een bocht met los grind blijft de Carrera 4 heel beheersbaar in het spoor. Daarmee heeft zijn bestuurder een duidelijke voorsprong op de berijder van de normale Carrera; die moet onder deze omstandigheden alle zeilen bijzetten om in een veel lager tempo met een ongeschonden auto zijn einddoel te bereiken.
Verstandelijk gezien zou je dus altijd voor de Carrera 4 moeten kiezen. Door zijn brok intelligente techniek brengt hij je veiliger en sneller van A naar B. Toch zal er altijd een grote groep liefhebbers blijven die wil stoeien met zijn 911. Porsche verwacht dan ook dat 70% van de kopers zal kiezen voor de tweewielaangedreven Carrera. Rest nog één dilemma: wordt het een Coupé, een Targa of een Cabriolet. Je zal er maar mee zitten...