Test: Nissan Navara 2.5 dCi (2005)

Rustig ploegt de Nissan Navara door het terrein. Hij heeft geen moeite met steile klimmen waarbij je door de voorruit alleen de lucht kunt zien en schrikt ook niet terug voor modderige bospaden, waar het water soms in de diepe sporen staat. Logisch eigenlijk, want de Navara heeft de techniek in huis die daarvoor nodig is; inschakelbare vierwielaandrijving met hoge en lage gearing die nog aangevuld kan worden met een sperdifferentieel op de achteras, én een krachtige dieselmotor met een koppel van 403 newtonmeter. Alleen de draaicirkel van een kleine 14 meter zorgt voor wat problemen op het off-road parcours waarop we terreincapaciteiten van Nissans nieuwe pick-up uit mogen proberen. Krappe bochten kunnen pas na een paar keer steken gerond worden. Op de weg laat de Navara 2.5 dCi zich van z'n andere kant zien. Hij pakt makkelijk op vanuit lagere toerentallen en als je even flink gas geeft wil hij ook best vlot vooruit. Dat klopt ook wel met de acceleratietijden die de fabriek opgeeft. In zo'n elf seconden kan de wagen, die rond de twee ton weegt, vanuit stilstand naar honderd kilometer per uur optrekken. Met het comfort aan boord is het over het algemeen wel in orde, maar de starre achteras, opgehangen met bladveren, geeft oneffenheden als bijvoorbeeld richels of korte verkeersdrempels zonder meer duidelijk door. En die oneffenheden kunnen er ook voor zorgen dat het achtereind van de Navara een stapje opzij doet. Een starre achteras met bladveren is typisch iets voor een pick-up die een flinke lading moet kunnen vervoeren. Dat kan de Navara, want al naar gelang de uitvoering heeft hij een nuttig laadvermogen van 781 tot 978 kg. De uit de oertijd van de automobiel stammende achterwielophanging mag dan als voordeel hebben dat een zware lading niet veel effect heeft op de wegligging en het comfort, maar zonder – zware – lading maakt hij een auto springerig. Een dat is niet wat je verwacht van een wagen die – als we Nissan moeten geloven – op weg is naar de P.C Hooft straat, om daar z'n plaats op te eisen tussen de SUV's. Nissan heeft zelfs al een naam bedacht voor dit type voertuig dat de eigenschappen van een Sports Utility Vehicle combineert met die van een pick-up; Sports Utility Truck. Het Japanse merk – dat de Navara overigens bouwt in Spanje – stelt dat de pick-up niet langer – alleen maar – een werkpaard is voor agrariërs, aannemers en bosbeheerders, maar steeds vaker een rol speelt bij de vrijetijdsbesteding. De Navara is natuurlijk een prima auto om bijvoorbeeld een trailer met daarop een boot te trekken; hij kan een geremde aanhanger met een gewicht van drie ton aan. Maar z'n laadbak maakt hem ook geschikt voor het meenemen van mountainbikes, off-road motorfietsen en zelfs een quad.

'Halve' deuren

Je zou kunnen zeggen dat de Nissan Navara het van het begin af aan in zich heeft gehad om boven het niveau van de oude vertrouwde pick-up uit te stijgen en aansluiting te vinden bij het SUV-segment. De Navara werd namelijk tegelijk ontwikkeld met een echte SUV; de Pathfinder. Net als die van de Pathfinder is de carrosserie van de Navara bevestigd op een ladderchassis en de twee wagens hebben dezelfde onafhankelijke voorwielophanging met dubbele triangels en schroefveren. Maar de Navara heeft dus z'n eigen – op zware lading – toegesneden achterwielophanging. Als je de Pathfinder en de Navara naast elkaar ziet, wordt meteen duidelijk dat hun koetswerken variaties zijn op hetzelfde basisontwerp en de wagens hebben hetzelfde gezicht.
Achter het stuur van de Navara heb je bepaald niet het gevoel in een soort van bedrijfswagen te zitten. Er is geen sprake van zakelijke soberheid en in het interieur zijn materialen gebruikt die zacht aanvoelen. Net zoals je dat bij SUV's ziet, is er veel werk gemaakt van opbergruimten. Je hebt twee dashboardkastjes; je vindt een vak in de tunnelconsole en een kleiner vak op het dashboard. Bekerhouders, houders voor muntjes en voor een creditcard ontbreken niet en in de dakconsole is ruimte voor een zonnebrilhouder gevonden. Verder zijn de portieren voorzien van grote vakken en kunnen er ook nog spullen worden opgeborgen in uitneembare boxen achterin. De Navara wordt geleverd in twee carrosserievarianten. Om te beginnen de King Cab. De King Cab is in principe een tweepersoons wagen, maar kan worden geleverd met twee kleine stoeltjes met opklapbare zittingen achterin. Dankzij twee 'halve' deuren die naar achteren open gaan is het achterste gedeelte van de passagierscabine prima te bereiken. Niet alleen makkelijk voor mensen die in- of uit moeten stappen, maar ook handig als de ruimte achter de voorstoelen wordt gebruikt voor bagage. De 'halve' achterdeuren zijn wel smal, maar ze worden gebruikt in combinatie met de voordeuren en de King Cab heeft geen middelste deurstijlen. Daardoor krijg je een heel ruime toegang tot het interieur. Als extra handigheidje kan de rugleuning van de passagiersstoel voorover geklapt worden, waardoor er in de cabine ruimte ontstaat voor langere voorwerpen. De tweede carrosserievariant is de Double Cab. Als Double Cab is de Navara een vijfpersoons wagen met een driezits bank achterin. Twee achterste zijportieren zorgen ervoor dat de bank goed bereikbaar is en de mensen achterin hebben genoeg been- en hoofdruimte. De achterbank die voorzien is van twee hoofdsteunen, een neerklapbare midden armsteun en drie driepunts rolgordels, laat zich in ongelijke delen voorover klappen. En dat is niet alles, want de zitting is – ook in ongelijke delen – omhoog te klappen. Op die manier kan er meer ruimte voor bagage worden geschapen. Ook in de Double Cab heeft de passagiersstoel en rugleuning die je voorover kunt klappen. Zoals altijd moet het uit de lengte of de breedte komen met als logisch gevolg dat de laadbak van de Double Cab korter is dan die van de King Cab.

Luxe paard

In de Navara vinden we hetzelfde instrumentarium als in de Pathfinder en de middenconsole heeft dezelfde zilvereffect afwerking. Alleen het 'instapmodel' – de King Cab 2WD XE - krijgt geen radio/CD speler, airconditioning en centrale portiervergrendeling met afstandsbediening mee. Deze uitvoering met alleen aandrijving op de achterwielen en een wat minder krachtige motor staat in de prijslijst voor 31.495 euro. Alle andere versies hebben inschakelbare vierwielaandrijving. Op de SE zijn zaken als lichtmetalen velgen; lederen bekleding op stuurwiel en pookknop en een automatische airco met twee zones bij de prijs inbegrepen. De LE is onder andere voorzien van een boordcomputer; privacy glas in de achterste zijruiten; zijairbags; hoofdairbags; cruise control en een regensensor. Met pakketten kan de uitrusting nog worden uitgebreid met onder meer: een navigatiesysteem met kleurenmonitor; handsfree bellen via Bluetooth; lederen bekleding; elektrisch verstelbare en verwarmde voorstoelen en een elektrisch bedienbaar schuif-/kanteldak. Automatische transmissie behoort ook nog eens tot de opties. Een Navara met zoveel extra's aan boord is natuurlijk geen werkpaard meer, maar een luxe paard. Ook al blijft het een beetje springerig.