Nieuwe Opel diesels
Opel doet meer met diesel
Daar is een goede aanleiding voor, want Opel komt met een nieuwe 2,2-liter direct ingespoten turbodiesel. Nou ja, niet helemáál nieuw: het is een verbeterde versie van een diesel die eerder in de Frontera terreinwagen en de al lang niet meer leverbare Sintra ruimtewagen verscheen.
Bij het Duitse merk weten ze heel goed waardoor de dieselmotor aan populariteit heeft gewonnen: doordat hij heeft weten af te rekenen met de slechte eigenschappen die hij vroeger had. Diesels zijn immers niet meer lawaaiig, vuil en sloom. De technisch onderlegde heren van Opel kunnen ook uitleggen hoe hun collega's dat voor elkaar hebben gekregen. Dieselmotoren worden goed ingekapseld voor een betere geluidsisolatie. En doordat de brandstof op een uitgekiende manier wordt ingespoten - elektronisch gestuurd natuurlijk - nagelt een moderne diesel toch al minder. Schoner werden de vroeger walmende zelfontbranders onder meer door ze ruimer te laten ademen; de Opel-diesels hebben - net als hun moderne soortgenoten - vier kleppen per cilinder.
Snelle turbo
Als een diesel meer lucht - en dan met name meer zuurstof - krijgt wordt hij ook krachtiger. Een tussenkoeler zorgt voor een hogere luchtdichtheid en een turbocompressor pompt extra lucht naar de cilinders. Alleen moet hij eerst even op gang komen. De kunst is daarom, een turbo snel te laten reageren. Dan helpen verstelbare schoepen, die zorgen dat de turbo al in beweging komt als de motor nog maar weinig uitlaatgassen produceert. Opels nieuwe 2.2 DTi krijgt al die hulpmiddelen mee: vier kleppen per cilinder, een tussenkoeler, en een turbo met verstelbare schoepen.
Opel heeft ook nog wat extra's gedaan om de diesel goede manieren bij te brengen; de 2.2-liter is voorzien van twee balansassen die trillingen compenseren. De nadelen die een diesel had zijn dus wel verdwenen. De voordelen van dit motortype zijn gebleven; een zelfontbrander springt zuinig met brandstof om en hij ontwikkelt een veel hoger koppel dan een benzinemotor.
Chiptunen
Opels nieuwe 2.2 DTi-16V komt niet in de Zafira, maar dat model krijgt wel de vernieuwde 2.0 DTi-16V die beduidend meer koppel heeft dan de oude. En dat bevalt prima. De populaire MPV komt er soepel en vlot mee vooruit, zonder dat je als bestuurder vaak naar de pook hoeft te grijpen. Dat je in een diesel rijdt, merk je eigenlijk alleen aan de voordelen van die krachtbron.
Hetzelfde gaat op voor de Vectra en de Omega met de volledig nieuwe 2.2 DTi-16V. Uiteraard zijn er wel verschillen: de 2.2- litermotor is niet alleen sterker, hij heeft ook een iets ander karakter dan de 2.0. Als je het gas stevig intrapt, komt er een stuk meer leven in de brouwerij. Voor de Omega is de 2.2-krachtbron 'gechiptuned', zodat hij een wat hoger koppel en een wat lager vermogen heeft dan in de Vectra. Dat past, zegt Opel, beter bij de aandrijflijn van de achterwielaangedreven grote middenklasser. Maar ook al kun je dan een koppel van 280 newtonmeter aanspreken; je voelt dat zo'n Omega met een gewicht van circa 1700 kilo toch wat looiig is.
Bij het goede dieselnieuws van Opel blijft de vraag waarom de nieuwe of vernieuwde motoren niet zijn voorzien van common rail-inspuiting, maar het nog moeten doen met de 'oude' rotatiepomp. Opel geeft daarvoor twee redenen. Om te beginnen vertrouwt het merk liever op gerijpte techniek. En - misschien nog wel belangrijker - de rotatiepomp is goedkoper. Dus ook in 2001 blijft Opel op de kleintjes letten.
Mist u in dit verhaal Opels grootste verkoopsucces Astra? Ook die deelt mee in de uitgebreide motorische vernieuwingen. Maar Opel had ze niet meegebracht voor de presentatie van de 2001-modellen, omdat er dan te veel auto's zouden klaarstaan voor een rij-impressie.
