Hyundai i20 - Seat Ibiza - Vergelijkende Test

Afgemeten antwoorden of vlotte babbels?

AutoWeek 14 2019
AutoWeek 14 2019
AutoWeek 14 2019

Je leest het in AutoWeek 14 2019

Hyundai heeft de i20 een opfrisbeurt gegeven. Is hij daarmee bijdetijds genoeg om potten te kunnen breken in het razend populaire B-segment? Dat mag de bescheiden Koreaan proberen te bewijzen aan de zijde van de vlot gebekte Seat Ibiza.

Hoewel strak en bijdetijds gelijnd, zijn de Seat Ibiza en Hyundai i20 geen hardlopers in de compacte klasse, oftewel het B-segment. Vorig jaar vonden we ze terug op respectievelijk plaats 53 en 71 in de nationale verkooplijsten. Opvallend laag als je bedenkt dat soortgenoten als de Volkswagen Polo, Renault Clio en Ford Fiesta op respectievelijk de eerste, tweede en vierde plaats eindigden. Goed, die modellen zijn betrekkelijk nieuw, maar dat geldt ook voor de Ibiza. Sterker: die kwam láter op de markt dan de Clio, die in zijn huidige vorm sinds 2016 meedraait. Des te opvallender is de lage notering van de Ibiza wanneer je weet dat hij onderhuids nagenoeg identiek is aan de Polo, vorig jaar met afstand de populairste auto van Nederland. Een rationele verklaring is daarvoor niet te geven, het zal veel te maken hebben met het logo op neus en kont; een Seat kan nog zoveel Volkswagen zijn, het ís géén Volkswagen. Puur een imagoding.

Voor de Hyundai i20 gelden verzachtende omstandigheden als we diens lage positie moeten verklaren. Het model stamt alweer uit 2014, dus het nieuwtje is er af. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat hij in zijn eerste volledige verkoopjaar (2015) niet verder kwam dan 2.715 verkochte exemplaren, goed voor een magere plaats 48 in de eindstand van dat jaar. Hetzelfde geldt trouwens voor de Ibiza, die bleef steken op 2.806 stuks (plaats 46) in 2017, het eerste volledige verkoopjaar van het huidige model. Kortom: het zijn modellen die niet bovenaan ieders wensenlijstje staan zodra er wordt gewinkeld in het segment der compacte hatchbacks. Terecht? Dat gaan we uitzoeken met de gefacelifte i20 in Comfort-uitvoering en de Seat Ibiza in sportieve FR-uitmonstering.

UITERLIJK VERTOON

Om de i20 klaar te stomen voor de tweede helft van zijn carrière werd het front in lijn gebracht met de rest van het Hyundaigamma. Het meest opvallende element is de zeshoekige grille, waarvan de zijkanten een beetje ‘naar binnen worden gedrukt’. Hierdoor ontstaat de zogenaamde Cascadegrille. Aan de achterzijde zien we een zwart inzetstuk in de bumper en iets anders gevormde achterlichtunits. Binnenin weinig nieuws onder de zon, op één ding na: de i20 is nu leverbaar met een 7-inch kleurenscherm. Het is standaard vanaf uitrustingsniveau Comfort, op de i-Motion kost het € 595 als onderdeel van het Technologypakket. Navigatie vergt op ‘onze’ Comfort een extra investering van € 595 (Navigation Pack), het eveneens aanwezige Styling Pack (€ 795) omvat lichtmetalen 15-inchwielen, getint glas achter en bochtverlichting. Het multimediasysteem werkt vlot en de bediening is logisch. Met zijn 7 inch (17,8 cm) diameter is het scherm wat aan de kleine kant vergeleken met het 8-inch (20,3 cm) exemplaar van de Ibiza in FR Business Intense-trim. Die is daarmee net wat bruikbaarder, ook omdat het samenwerkt met MirrorLink, naast (het op de i20 ook aanwezige) Android Auto en Apple CarPlay. Ook herbergt het Seat-systeem meer functies en zijn de graphics mooier.

Het interieur van de Ibiza ziet er sowieso wat strakker uit dan dat van de i20. Sportiever ook, mede dankzij de het digitale instrumentarium (de Virtual Cockpit, een optie van € 360), het afgeplatte stuurtje, de rode stiksels en de sportstoelen. Die laatste zijn onderdeel van het FR-uitrustings niveau. Dat is voor de rest vooral uiterlijk vertoon in de vorm van bijvoorbeeld donkere achterruiten, een diffuser en hoogglanszwarte spiegelkappen. Het sportieve plaatje wordt gecompleteerd door de rode metallic lak, het 15 mm verlaagde sportonderstel en de optionele 18-inchwielen (€ 400) en full-ledkoplampen (€ 585).

Al met al krijgen we zo een wat vertekend plaatje van de Ibiza ten opzichte van de i20, die er in zijn Comfort-jas een beetje gewoontjes bij afsteekt. Diens dashboard is misschien weinig spectaculair, maar het blinkt juist uit in overzichtelijkheid en bedieningsgemak. De kunststoffen zijn wat grover dan bij de Seat. Wie een sportieve – of sportief ogende – i20 wil, zal moeten wachten op een rappe N-versie van dit model. Een wat minder opzichtige en prijzige Ibiza staat gewoon in de prijslijsten. Neem dan bijvoorbeeld de Style met dezelfde motor.

VROLIJK KNORREN

Voor in ons duo liggen driecilindertjes. Het blok van de i20 knort er vrolijk op los, bij de Ibiza is die typische driepitsbeleving wat meer gedempt. Voor beide motoren geldt dat ze op constant tempo mooi stil zijn. Qua vermogen en koppel ontlopen beide éénliters elkaar nauwelijks: 95 pk en 175 Nm voor de Ibiza en 100 pk en 172 Nm voor de i20. Het wagengewicht is op 10 kg na hetzelfde. Levert dat dan dezelfde prestaties op? Nee, in de praktijk komen er serieuze verschillen aan het licht, vooral bij de tussensprints. De meetapparatuur bevestigt ons gevoel dat de Koreaan de kwiekere van de twee is: zowel op de 50-80als de 80-120-meting is de i20 de Ibiza in alle versnellingen te snel af, ondanks het kleine turbogat, iets waar de Ibiza amper last van heeft. Een duidelijke verklaring voor het verschil in (tussen) sprintcapaciteiten hebben we niet. Andere bakverhoudingen kunnen een rol spelen, maar dat alleen kan het niet zijn. Achteraf gezien had een bezoekje aan de rollenbank wellicht wat meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Hoe dan ook: de prestaties zijn voldoende, maar ook niet meer dan dat. Je mist vaak net dat beetje extra trekkracht om een inhaalactie soepel af te ronden zonder te hoeven terugschakelen. Wie meer pit wil in zijn Ibiza, verwijzen we door naar de 115 pk/200 Nm-versie van hetzelfde 1.0 TSI-blok. Dat is op benzinegebied ook meteen de ‘topmotor’, want de 1.5 TSI van 150 pk heeft het veld geruimd.

Bij Hyundai is het helemaal overzichtelijk: het is de 100 pk T-GDI of niets, ook geen diesel. Het is bij de i20 dus alleen nog de vraag hoe je hem aankleedt. De Ibiza mag dan wat achterblijven op de sprint, zodra er bochten opdoemen, ben je blij dat je in de Spaanse hatchback zit. Althans: wanneer je een sportief ingestelde bestuurder bent. De besturing is directer dan die van de i20 en dankzij het FR-pakket ligt de koets dichter bij het asfalt. Met zijn grote 18-inchwielen met 215-breed ContiSportContact-rubber heeft hij beduidend meer grip dan de i20 met zijn bescheiden 185 mm brede Pirelli Cinturato-15-inchbanden. Leuk en aardig, ook voor het netvlies, maar die sportiviteit heeft een keerzijde: het onderstel is behoorlijk stug en die brede banden zorgen voor meer rumoer. Geef je meer om comfort dan om sportiviteit, laat dat FR-pakket dan lekker achterwege. Of kies voor de i20, die van huis uit al stukken braver is afgestemd. Minder spannend, maar wel aanzienlijk relaxter, al is het i20-onderstel juist wat gehorig op klinkerweggetjes. De vijfbakken van beide auto’s schakelen prima, met een vergelijkbaar klik-klakgevoel.

Tot slot nog een kijkje achter de B-stijlen. De instap achterin is bij beide auto’s goed, er is genoeg hoofdruimte en met mijn lengte van 1,87 m raak ik met mijn knieën nét de achterkant van de stoel wanneer ik ‘achter mezelf’ zit. Het verschil zit hem in de hoogte van de achterbank. Die van de Ibiza staat net iets lager dan bij de i20, waardoor je on der benen meer in een knik zitten. Daardoor zit je achter in de Hyundai prettiger. Seat slaat terug met een grotere bagageruimte (355 liter tegenover 326 van de Hyundai) en een grotere maximale laadruim te met de achterbank neergeklapt: 1.165 om 1.042 liter. In het voordeel van de i20 spreekt weer dat de toegang tot de bagageruimte breder is, omdat bij de Seat de achterlichtunits centimeters opslokken.

DICHTER BIJ ELKAAR

Wat kost één en ander nu? Kijk je naar de instapversies, dan betaal je € 19.450 voor de Seat Ibiza 1.0 TSI Style met 95 pk en € 16.995 voor de 100 pk sterke Hyundai i20 1.0 T-GDI in i-Drive-uitmonstering. Daarmee is de i20, wanneer je puur naar de auto en motorisering kijkt, bijna € 2.500 voordeliger. Prijstechnisch kun je de Ibiza Style vergelijken met de Comfortuit voering van de i20 (onze testauto), en dan ontlopen ze elkaar weinig wat betreft aankleding. Onze test-Ibiza is een FR van € 21.150 die voor € 200 extra een FR Business Intense wordt. Dan zit alles erop en eraan, al kun je altijd nog de optielijst afstruinen voor zaken als ledkoplampen, Beats-audio, een Virtual Cockpit en (nog) grotere wielen. Daardoor loopt het prijskaartje in dit geval op tot € 24.820. De i20 Comfort kost inclusief Navigation en Styling Pack € 21.085. Dat is dus nagenoeg dezelfde prijs als de nog completere Ibiza FR Business Intense. De instapprijs van de i20 mag dan wel aanzienlijk lager liggen, zodra je hem qua aankleding op hetzelfde niveau als een Ibiza wilt hebben, liggen de prijskaartjes veel dichter bij elkaar.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

De opgefriste Hyundai i20 scoort op alle vlakken een voldoende, maar steekt nergens boven het maaiveld uit. De instapprijs is gunstig. Trek je de uitrustingsniveaus gelijk, dan blijken de prijsverschillen met de Seat Ibiza klein. Laatstgenoemde is als FR Business Intense een scherpe aanbieding. De motor is bij beide auto’s niet het sterkste punt. De Ibiza is onder de streep rijker uitgerust, heeft meer veiligheidsopties en een grotere bagageruimte. Mede daardoor pakt hij op alle onderdelen meer punten dan de i20.

Praat verder op het forum