Hyundai Atos Multi 1.0i GLS (1999)

Of het ons nu wordt aangepraat, of dat er echt een sluimerende behoefte was: blijkbaar hebben we ruimtewagens nodig. Het assortiment groeit maar door, ook dit jaar weer met enkele nieuwe aanbiedingen. In elke prijs- en grootteklasse kun je terecht voor iets ruimte-achtigs. Een van die kleine garde is de Hyundai Atos. Ten opzichte van de al bestaande Japanse concurrenten (Daihatsu Move, Suzuki Wagon R+) lijkt de Koreaan flink in het voordeel. Allereerst met de prijs: hij is zo'n 1500 gulden goedkoper dan een Move.
Daarnaast heeft een Atos forse afmetingen. Hij is liefst tien centimeter breder en bijna twintig langer dan een (oude Move). En ook de wielbasis is 8 centimeter langer, waarmee hij in lengte en wielbasis zelfs de Suzuki Wagon R+ overtreft.

Hoge lichten
Het is natuurlijk ook een kwestie van smaak, maar met zijn verbaasde gezichtje - door die ovale grille en koplampen - heeft de Atos iets sympathieks. Hooggeplaatste achterlichten mogen lang geen originele vondst heten, het staat aardig en past goed in de algehele vorm van deze mini-reus.
De viercilinder 12-kleppen motor van 999 cc is goed voor 55 pk. Daarmee haalt hij voor een 'mini-mover' goede prestaties. Bovendien blijkt hij lekker zuinig te zijn: wij kwamen op 1:14,8, maar 1:16 moet er in kunnen zitten. Bij gelijkmatig tempo is de Atos geen onverdraaglijke herrieschopper. Hij scoort bij 100/120 km/h 70 om 72,5 dB. Ons ruimte-reusje stuurt indirect, maar daardoor niet zwaar. Hij heeft behoorlijk last van onderstuur bij een agressieve benadering van bochten; de Atos glijdt dan enthousiast over de voorwieltjes weg.

Vage besturing
Rond de rechtuitstand werkt de besturing behoorlijk vaag. De Hyundai Atos helt niet overdreven over, waardoor een relatief hoge bochtsnelheid mogelijk is voordat het onderstuur ernstig wordt. Daarentegen reageert hij wel duidelijk op gas loslaten (met ineens dieper de bocht induiken, dus). De 'zachte' wielophanging helpt hem aan een alleszins redelijk veercomfort.
Van binnen zien we een leuke vormgeving, met aparte bollingen op het dashboard. Achter de achterklep wordt de bagage aan het oog onttrokken door een afdekscherm. Hoewel de bagageruimte op papier relatief groot is, konden we die ruimte met onze kofferset niet optimaal benutten. Wie meer plek voor spullen wenst, kan de bank voorover wegvouwen om een netjes vlakke laadvloer vrij te maken. Helaas is de achterbank niet deelbaar.
In de lekker brede Atos vinden we goed geprofileerde en grote stoelen. Vooral door de grote breedte, biedt de Hyundai veel ruimte. Achterin valt goed te zitten, maar da's alles. Juist in een 'special' als een ruimtewagen(tje) verwacht je meer variatiemogelijkheid - op z'n minst een gedeelde achterbank.

Opberglade
Een echt dashboardkastje zit er in deze prijsklasse niet in. Het blijft bij een open bergvak, aangevuld met een bakje aan het linker portier. Het dashboardvak is een groot, maar glad vak zonder opstaande rand, waardoor spullen er gemakkelijk uitvallen. Des te waardevoller is dus de berglade onder de rechter voorstoel, behorend bij de GLS-opsmuk.
Als 'verwennerij' heeft elke Atos bekerhouders, twee voor en één achter. Plus netten op de stoelleuningen voor het leesvoer van achterpassagiers. Je kunt niet zeggen dat de Atos geen wensen openlaat qua bergruimte.
De Atos GLS heeft een leuk uitrustingsniveau: centrale vergrendeling, een wisser achterop, hoofdsteunen achter, in hoogte verstelbare gordels v--r en van binnenuit verstelbare spiegels zijn verdraaid handig. Daarnaast zijn ABS, stuurbekrachtiging, airco, automaat en meer nuttigs als optie paraat. Overigens kosten gordelspanners zo'n f 200 extra.
Kun je als gezin uit de weg met deze mini of moet je het in een zwaardere klasse zoeken? Tsja, een auto voor lange reizen is het test-gigantje niet, noch iets voor een bovengemiddeld gezin (met meer dan 2,1 kinderen). Hij is wel praktischer dan de, laten we zeggen 'traditionele', stadsmini en weinig duurder. Handige tweede auto, als je je dat kunt veroorloven.