Dubbeltest: De DS Nº8 daagt de Polestar 4 uit maar wint het niet op rijcomfort
Nummer 8 en nummer 4
Zeventig jaar geleden baarde Citroën opzien met de eerste DS. Zo’n 16 jaar geleden betraden de Fransen het premiumsegment met de DS3 en in 2015 weekte DS zich als merk los van Citroën. Sinds kort is het DS Automobiles en de Numero 8 is het nieuwe vlaggenschip. In deze dubbeltest mag de DS Nº8 FWD Long Range Etoile laten zien of hij opgewassen is tegen de Polestar 4 Long Range Single Motor Prime.
Eigenlijk zijn deze twee merken een soort aartsvijanden. Nou ja, daarvan was ooit sprake. We gaan terug naar 2020, toen Polestar de productie aanving van het eerste model, de 2. Tot die tijd gebruikte Volvo de naam Polestar Performance voor de snelle versies van bestaande modellen, zoals BMW dat doet met M en Mercedes-Benz met AMG. Dat label werd een merk met bijbehorend logo.
Dat viel niet zo goed in sommige burelen onder de rook van de Eiffeltoren. Het logo van Polestar lijkt wel uit de bekende ‘double chevrons’ van Citroën te bestaan. Na een avondje brainstormen met de nodige punten brie en flessen Bordeaux Supérieur besloten de Fransen naar de rechter te stappen. Want het beeldmerk van Polestar leek niet alleen op dat van hun geliefde merk, maar ook op dat van het submerk DS.
Zo kon het gebeuren dat Polestar in ieder geval voor een half jaar een verkoopstop kreeg opgelegd en moesten al die Fransen die reikhalzend uitkeken naar hun nieuwe EV extra geduld opbrengen. Dat werd zwaar op de proef gesteld; pas in 2022 ging de verkoop van start. Ondertussen probeerde DS een stuk van de premiumtaart mee te pikken. Wat in 1955 begon met de nog altijd indrukwekkende Citroën DS, mondde in 2009 uit in de Citroën DS3, als tegenhanger van de succesvolle Mini. Dankzij de 14 procent bijtelling werd dit model in 2011 en 2012 goed verkocht. In de jaren daarna volgden de DS4, DS5, DS7 (SUV) en in 2015 maakte het merk zich los van moeder Citroën en ging verder als DS. Ook hier werd een label een merk.
Met de Nº8 start een nieuw era voor het merk
Dat er meer nodig is dan een iconische typenaam om je als merk te vestigen in de automobiele eredivisie, zien we aan de verkoopcijfers van DS. Maar eveneens van bijvoorbeeld Lexus, dat ondanks de uitstekende techniek en kwaliteit geen grote aantallen wegzet in Europa. Hoe anders is dat in de VS, waar ook de luxemerken van Honda (Acura) en Nissan (Infiniti) goede zaken doen. Voor DS bleef de teller in 2024 steken op 571 exemplaren. Nog voor de komst van de Nº8, was er al de DS 9, die zelfs groter is. Dat is een plug in-hybrid en nog geen vijf jaar na de marktintroductie is de productie al gestopt. In Nederland zijn er 74 stuks van geregistreerd.
Eind 2024 achtte DS de tijd rijp voor een koerswijziging, met de DS Nº8 als eerste representant van dat nieuwe era. Ja, hij heet nu Numero Acht (Huit in het Frans) en meteen wordt de belofte ingelost om vanaf 2024 alleen nog maar elektrische aandrijflijnen te leveren. Daarmee maak je het jezelf als autofabrikant niet per definitie gemakkelijker, zo bewijst de huidige (plug-in) hybridetrend. Verder staat er in grote letters DS Automobiles op de achterklep, om het geheel meer allure te verschaffen.
DS Nº8
Polestar 4
Ook terug van weggeweest is de naam Pallas, die onder meer op de DS en CX werd gevoerd. Polestar was met de 2 net een jaartje te laat om volop te kunnen profiteren van de lage bijtelling, die de Tesla Model 3 in 2019 naar grote hoogten stuwde. Hoewel het Zweeds-Chinese merk niet meteen pretendeert premium te zijn, valt het met zijn prijsstelling zeer zeker in dat segment en kan de Polestar 4 zich prima meten met de DS Nº8 of een andere concurrent.
De DS Nº8 heeft een praktische vijfde deur
De DS Nº8 past in de lijn die ooit werd ingezet met de Citroën Traction Avant, maar misschien nog wel meer met de DS. Extreem comfortabele reislimousines, tot en met de C6 hydropneumatisch geveerd en stuk voor stuk excentriek vormgegeven. Ook nu kijken we naar een auto die allesbehalve alledaags oogt. De klassieke sedanvorm heeft Citroën nooit toegepast, maar het was alleen de XM die een echte liftback was, met een grote achterklep dus. Numero 8 is op dezelfde leest geschoeid en heeft eveneens een praktische vijfde deur. De verlichting is een kenmerkend stijlelement van het exterieur. Zowel voor als achter lopen de T-vormige lichtunits tot ver naar beneden door. De daklijn maakt vanaf de C-stijl een duik naar beneden die doet denken aan de lijnen die een oude Zagato typeren.
De virtuele grille is, samen met het logo, in het donker verlicht. Binnenin zijn alle registers opengetrokken en komt eerder de kwalificatie ‘kitsch’ dan ‘premium’ opzetten. Het oog valt als eerste op het bijzondere stuurwiel en daarna op de speakers boven in de portieren. Die blijken tevens dienst te doen als handgreep om het portier dicht te trekken, maar we moesten iedere zoekende passagier daarop wijzen. Veel pracht en praal, wat het summum van luxe moet suggereren. De basisversie heeft een netto accucapaciteit van 73,7 kWh, de Long Range die wij rijden 97,2 kWh. Die is er dan ook nog als 4WD, met 350 pk. De testauto heeft voorwielaandrijving, wat een heuse uitdaging is met het enorme koppel van een elektromotor.
In de rijmodus Sport is de DS Nº8 te hard
DS gaat vooral prat op het geweldige rijcomfort. Dat staat met hoofdletters geschreven. Er is zelfs een camera die het wegdek scant en die data gaan vervolgens naar de elektronisch geregelde schokdempers. Dat moet tot een weldadige rijervaring leiden. Je moet dan wel de rijmodus ‘comfort’ kiezen, wat in feite de standaardinstelling zou moeten zijn. Hoe dan ook, de DS rolt aanmerkelijke soepeler over slecht wegdek dan we gewend zijn. Maar ondergetekende rijdt ook veel in klassiekers, waaronder de Citroën CX en DS, de Renault 25, de Peugeot 605 of in een Mercedes-Benz uit de jaren 70. Auto’s die het meest pokdalige wegdek gladstrijken en daarbij hun inzittenden niet lastigvallen met alle inspanningen die het onderstel moet leveren. De kleine wielen met daaromheen ballonbanden doen eveneens een flinke duit in het zakje. Onze DSº8 staat op 21 inch en dat draagt niet bij aan een comfortabel weggedrag.
Het systeem doet echt zijn best en een akelig slechte klinkerweg is dan ook zeker geen geseling, maar zo goed als het ooit was wordt het nooit meer. Dat alom geprezen zweven over de weg kan in feite alleen maar met hydropneumatische vering. In de normale rijmodus voelen vering en demping onnatuurlijk aan en zelfs behoorlijk stug. Zet je hem in ‘sport’, dan is het rijgedrag zelfs irritant hard en dat past totaal niet bij deze auto. Je verwacht weldadig comfort, maar dat maakt de DS helaas niet waar. De besturing werkt licht en betrekt je niet bij het rijden, dat hadden we dan ook niet verwacht. Dat hij graag bochten neemt evenmin, de Numero 8 is meer van het comfort op de lange snelwegritten.
Polestar 4
DS Nº8
Dankzij de elektrische aandrijflijn is dit de snelste en op één na krachtigste DS ooit. We hebben het over 245 pk en 343 Nm. De voortrein weet er best raad mee. Sterke aandrijfreacties blijven uit, maar hij is wel te forceren tot een beetje wielspin in een korte bocht. Trap je vanuit stilstand het stroompedaal op de bodem, dan voel je dat hij het vermogen knijpt. Toch gaat de DS net binnen de acht tellen naar 100 km/h, slechts een tiende boven de fabrieksopgave. Met een gemiddeld verbruik van 17,5 kWh/100 km kwamen we tot een actieradius van 555 km, uitgaande van helemaal leeg rijden. Dat is bijna 200 km minder dan de beloofde 750 km, een stevig verschil. Recupereren kan met behulp van de flippers aan het stuur in drie standen en met een klein knopje op de middentunnel activeer je de one-pedal-modus.
Oase van rust in de Polestar 4
In 2024 beleefde de Polestar 4 zijn première. De typeaanduiding bij dit merk verwijst niet naar de grootte van het voertuig, maar naar de volgorde van verschijning. De grotere Polestar 3 was er iets eerder. De onlangs onthulde nummer 5 is trouwens nóg een slagje groter, dat is gewoon toeval. De Vier maakte vanaf het eerste moment de tongen los, want hij heeft geen achterruit. Met de schuin aflopende achterkant zou dat toch al niet veel meer worden dan een brievenbus, dus besloot Polestar de boel dicht te houden en een camera op het dak te plaatsen. De vormgeving is al met al wat minder expliciet, maar de Polestar ligt prettig op het netvlies. De maatvoering is in alle opzichten nagenoeg gelijk aan die van de DS, alleen de wielbasis is tien centimeter langer.
Aan de voorkant zien we een relatief bescheiden lichtshow zonder led-circus over de volle breedte, die aan de achterkant dan weer niet ontbreekt. Stap je na de DS in de Polestar, dan kom je ineens in een oase van rust. Totaal andere wereld, waar sprake is van enig minimalisme. De materialen zien er mooi en hoogwaardig uit, met centraal op het dashboard het grote scherm met infotainment van Google. De Polestar 4 is er vooralsnog alleen als Long Range met een netto accucapaciteit van een eveneens niet misselijke 94 kWh. Naast de verschillende uitrustingsniveaus kun je nog kiezen voor een versie met twee motoren en in dat geval beschik je over 544 pk.
DS Nº8
Polestar 4
De Polestar 4 biedt meer rijplezier dan de DS Nº8
De motor en daarmee ook de aandrijving zitten bij de Polestar op de achteras. Met 272 pk is hij iets krachtiger, het koppel is met 343 Nm exact gelijk. Dat er tijdens het accelereren vanuit stilstand meer grip is, zien we terug in de sprinttijd naar 100 km/h. Daar doet de Zweed slechts 6,6 tellen over. Maar dat is niet het enige waarmee hij indruk maakt. De besturing heeft lekker veel zwaarte en precisie en de afstemming van het onderstel is niet alleen fermer dan dat van de DS, maar ook evenwichtiger. Toch weten de veren en dempers op slecht wegdek best goed raad met de gaten en hobbels, al doet Nummer 8 dat beter in de comfortabele rijmodus. Echter, in het gebruik van alledag, met veel snelweg, strak asfalt, bochten en rotondes komt de ware aard van deze PlayStation 4 naar boven. De directe besturing levert, in combinatie met het sportieve onderstel, veel rijplezier op én gevoel van controle.
Daar staat een iets hoger verbruik tegenover, ook al scheelt het maar weinig. Met een gemiddelde van 17,8 kWh/100 km kun je 528 km rijden en aan de snellader presteert de Polestar beter dan zijn Franse opponent. Oh ja, de afwezigheid van een achterruit valt na een paar dagen niet meer op, hoewel het voor brildragers lastig is om scherp te stellen op de digitale binnenspiegel.
Om een compleet beeld te krijgen met alle cijfers, alle testmetingen en om alle details te bekijken moet je de PDF uit het magazine downloaden. Daarin is vooral de ingevulde scorekaart belangrijk die een idee geeft hoe het eindoordeel tot standkomt. Het downloaden kan gratis indien je een ingelogde gebruiker bent.
Ben je een DS Numero 8- of Polestar 4-rijder? Deel dan je bevindingen met ons door een review te schrijven over je auto. Deze Polestar 4-rijders schreven al een review. Daarmee help je iedereen verder mee, ons als redactie maar zeker ook anderen die dezelfde auto rijden of er een overwegen.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
1 Polestar 434 punten2 DS Nº829 punten De DS moet het vooral hebben van zijn opvallende uiterlijk, excentrieke interieur en de rijke historie van de legendarische Citroën DS. Hij zou ongekend comfortabel moeten rijden, maar dat maakt hij slechts ten dele waar. Zijn infotainmentsysteem is verre van futuristisch en biedt vrijwel geen informatie over alles wat zich rond het thema EV en opladen afspeelt. De Polstar 4 die we rijden is goedkoper in aanschaf (oké, minder duur) en blijft zelfs met alle prettige opties die de testauto heeft onder de prijs van de hier getoonde DS Nº8. De fijne rijeigenschappen, goede zitpositie en gemakkelijk te bedienen infotainment doen de rest.
PRIVATE LEASE DS N°8
Ontdek deze occasions: had je ze al gezien?
Lees ook

Test: DS N°8 – Elektrische Grand Routière

Dubbeltest: Audi Q6 e-tron vs Polestar 4 – Fossielerfgoed of een schone lei?

Hoe irritant ADAS-rijhulpen soms ook mogen zijn, ze werken wel en zijn er al langer dan je denkt

Praktijkervaring Opel Astra: wordt de traditionele middenklasser door eigenaren gekoesterd?





