Dit autootje heeft de kleinste viercilinder ooit

Mazda Carol 360

Mazda Carol 360

Blij met je Mazda 6, CX-3 of CX-5? Bedenk dan dat die mede mogelijk werd gemaakt door een piepklein autootje, met het kleinste viercilindertje dat ooit in een personenwagen werd geleverd: de Mazda Carol 360. Die mag je niet over het hoofd zien, hoe simpel dat ook is met zo’n ukkie. Hij maakte Mazda groot, ook al lijkt hij wel getekend in schaal 1:18.

Bijzondere Mazda’s verzamelen, dat kun je wel aan de Zeeuw Kees Hoebeke overlaten. Alle rare, bijzondere en mooie auto’s die ooit in Hiroshima van de band rolden, heeft hij, en als hij ze niet heeft, heeft hij ze ooit gehad of gaat hij ze nog vinden. Zelfs voor Hoebeke is de Mazda 360 Carol uit 1962 echter bijzonder. Als hij ernaast staat, lijkt hij wel een jochie van twaalf dat zijn speelgoedauto toont. Niet alleen door de twinkeling in zijn ogen, maar ook door het feit dat de Carol naast Kees – die toch niet bijzonder groot van stuk is – wel een speelgoedauto lijkt. “Ja,” zegt hij met gevoel voor understatement, “dit is niet de grootste auto die Mazda ooit heeft gemaakt.”

Mazda

Kleinste viercilinder ooit

Het kost even moeite om achter het stuur te komen, maar een rondje rijden in een Mazda 360 Carol loont heus de moeite. Ondanks zijn leeftijd, die het middelbare ver voorbij is, voelt de kleine Mazda helemaal niet zo oud aan. De onafhankelijke ophanging zet hem trefzeker op zijn wieltjes, het stuurgevoel is lekker direct, de vierbak schakelt zonder aarzelen en de koppeling heeft er zin in. Dat geldt ook voor de achterin geplaatste vier­cilinder; die klinkt niet minder volwassen dan het motorblok in – pak hem beet – een 626 van de laatste generatie. Het meest bijzondere is dat de motor die dat volwassen geluid voortbrengt de kleinste viercilinder is die ooit in een personen­wagen werd geleverd.

Mazda Carol 360

Toch bevindt er zich, om maar eens een mooi gezegde te gebruiken, een joekel van een olifant in de kamer. Die olifant ben je zelf en die kamer is veel te klein. Het stuurwiel van de Carol is niet overdreven groot, maar beslaat ongeveer de helft van het interieur. De rechterhelft natuurlijk, want zoals alle auto’s in Japan is ook de Carol rechts­gestuurd. Dat detail vestigt de aandacht op het onvermijdelijke gegeven dat deze auto echt heel erg klein is. Ben je langer dan 1,70 meter, dan zit je wijdbeens met het stuur in je schoot, met je linkerbeen over de versnellingspook gekruld en met je kruin schurend tegen het dak. Schakelen wordt zo een onderneming die al je creativiteit eist, en terwijl je ermee bezig bent, zie je dat de fietser die je passeert ineens enorm lijkt. Parkeer de Carol tussen een roedeltje willekeurige Golfjes, Picanto’s en Arona’s en het lijkt wel alsof Mazda’s ontwerper in de veronderstelling leefde dat hij een modelauto in de schaal 1:18 moest ontwerpen. Zo piepklein is de Carol.

Mazda Carol 360

Maar de Carol is ook groot. Een gigant, zou je kunnen zeggen. Je kunt je vergapen aan en laatdunkend grinniken om dat piepkleine koetsje, maar dan doe je de Carol en jezelf te kort. Het formaat moet je plaatsen in de context van het Japan van de jaren 60, dat nog lang niet hersteld was van de Tweede Wereldoorlog en waar veel mensen geen geld hadden om een auto te kopen. Om de groei van de nationale auto-industrie een handje te helpen, kwam de Japanse overheid in 1949 met nieuwe regelgeving, die voorzag in belastingvoordelen voor de kopers van kleine auto’s, en zo de ontwikkeling en productie daarvan stimuleerde. Slimme jongens, die Japanners, want zonder het te weten legden ze daarmee de basis voor een toonaangevende auto­-industrie én een heuse cult, die van de kei-cars.

Mazda Carol 360

Die mini-autootjes, of ‘keijidosha’, waren van meet af aan razend populair in de drukke Japanse stadscentra, waarvoor ze bijna op maat gemaakt leken. Over maat gesproken: de kei-cars waren onderworpen aan allerlei strenge restricties. Ze mochten aanvankelijk niet langer zijn dan 2,80 meter en niet breder dan een meter, maar vanaf 1950 kregen de fabrikanten – of de inzittenden, zo je wilt – iets meer ademruimte. De maximale lengte werd opgerekt naar 3 meter en de breedte naar 1,30 meter. Motoren mochten in het begin niet groter zijn dan 150 cc, maar de techneuten kregen in 1955 ook wat meer lucht, toen de limiet werd vastgesteld op 360 cc. Mazda zag toen een kans en beet zich erin vast.

Mazda Carol 360

Carol niet aan te slepen in jaren zestig 

Het resultaat? Een piepkleine sedan, die plaats biedt aan vier personen en wordt aangedreven door een soepele viercilinder. Een dijk van een gezinsauto dus, die alles heeft wat je wenst en die in het Japan van de jaren 60 niet aan te slepen was. Naar verluidt had Mazda met de Carol op zeker moment bijna driekwart van de volledige kei-markt in handen. Met zijn aluminium motorblok en onafhankelijke wielophanging was de ontwikkeling van de Carol een prijzig feestje, maar dat geld verdiende Mazda in rap tempo terug. De Carol legde eigenhandig de basis voor de Mazda’s die erna kwamen, en dat zijn niet de minste.

Mazda Carol 360

De vraag is alleen: welke eigenschap definieert de Carol? Zijn grootsheid of het feit dat hij zo klein is? In de context van nu is zijn gebrek aan formaat op alle fronten nadelig. De Japanners van de jaren 60, die niet bekend stonden om hun lange lijven, waren al niet te spreken over het gebrek aan ruimte, maar vier lange Hollanders anno 2023 in een Carol? Dat is helemaal een kansloze missie. Zelfs al ben je de enige aan boord, dan nog is het domweg onverantwoord om er buiten de bebouwde kom in te rijden. Het achterin geplaatste motorblokje produceert slechts 18 pk en vindt 40 kilometer per uur al heel hard. In 1962 zou het nog een paar jaar duren voor het kei-cars werd toegestaan die 40 kilometer per uur te overschrijden, maar de tijden zijn veranderd. Dat kun je de Carol echter niet aanrekenen, vindt Kees Hoebeke.

Mazda Carol 360

Carol 360 is een ‘echte auto’

Hoebeke steekt zijn bewondering voor de kleine Mazda niet onder stoelen of banken. Hij wijst op de rechtopstaande achterruit – met een vleugje Ford Anglia – die laat zien dat Mazda echt heeft geprobeerd de binnenruimte zo groot mogelijk te maken, en op de krukas met vijf lagers, die laat zien dat Mazda de minuscule techniek ook bijzonder serieus nam.

“Bijna niemand kent de Carol, dat is toch zonde?”, zegt Hoebeke. “Je kunt best zeggen dat hij in veel opzichten te klein is, maar de manier waarop de techniek is gemaakt en in zo’n compacte jas is verpakt, getuigt van een vakmanschap dat je niet in veel andere auto’s ziet. Dit is een echte auto.”

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 8 2023

PRIVATE LEASE Mazda

Lezersreacties (48) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.