BMW M550i xDrive

Sneller dan de M5, laat die woorden even goed op je inwerken bij de aanblik van de M550i xDrive. Daar staat een vrij ingetogen sedan, zeker zo in het donkerblauw. Geen wilde spoilers of uitgeklopte wielkasten. Maar laat je niet foppen: dit is momenteel de snelste sprinter uit het BMW-assortiment. Sneller dan een M5, maar ook dan een M3, M4, M6 of i8. Nul tot honderd in vier-komma-nul seconden. Daar sta je dan met je M5, die toch echt 0,4 seconde langer nodig heeft voor de standaardsprint. Ook een M4 bijt in het stof, al geeft die slechts 0,1 seconde toe. We willen maar zeggen: de M550i xDrive is snel. Héél snel. Dat was de vorige ook, maar die had nog geen M in zijn typenaam staan. Het betekent dat deze BMW onderdeel is van de M Performance-familie, modellen die aanzienlijk meer bieden dan de 'gewone' versies, maar geen officiële M-producten zijn. Ze zitten tussen de modellen met M Sport Package (wél de looks, niet de prestaties) en de echte M's (looks én prestaties) in. Deze 'gatenvullers' zijn bedoeld voor mensen die geen behoefte hebben aan het uitbundige karakter van een pure M, maar wél prijs stellen op bovengemiddeld serieuze prestaties tijdens dagelijkse ritten. Iets soortgelijks deed BMW al met de M140i, M240i, X4 M40i, X5 M50d, X6 M50d en M760Li. Op papier maakt de M550i xDrive veel indruk, maar hoe rijdt dat nu in de praktijk?

Altijd xDrive
De 550i van de vorige 5-serie (ook wel bekend als de E60, de huidige heet F10) was er met achterwielaandrijving en xDrive, BMW's benaming voor vierwielaandrijving. De nieuwe heeft die xDrive altijd. Dat garandeert optimale tractie, niet alleen om vanuit stilstand naar de 100 te snellen, maar ook bij het uitkomen van een bocht. BMW legt de nadruk op de achterwielen, waardoor de auto het kenmerkende overstuurde karakter behoudt. Je hoeft echter niet bang te zijn dat je bij het uitkomen van een bocht in de rondte gaat wanneer je enthousiast op je gas gaat en niet adequaat genoeg tegenstuurt. De voorwielen trekken de auto weer in het juiste spoor. In de tussentijd bromt, gromt of brult voorin de V8, afhankelijk van de hoeveelheid toeren die hij maakt. In de Sport-stand komt er een brok 'sound engineering' om de hoek kijken en wordt het geluid van de achtcilinder kunstmatig versterkt door de speakers. Het komt gelukkig niet al te gekunsteld over.

De V8 is de bekende 4,4-liter TwinPower Turbo, in zijn meest recente gedaante goed voor 462 pk (de vorige 550i had er 450) en 650 Nm. Daarmee is het koppel gelijk aan dat van zijn voorganger, en die grote troef kun je het best inzetten tussen de 1.800 en 4.750 tpm. Oftewel: het maximumkoppel is beschikbaar over het meest gangbare toerengebied. Daarmee wordt elke inhaalactie of tussensprint bijna lachwekkend snel afgeraffeld. Vergeet namelijk niet dat je 'gewoon' in een luxe, relatief onopvallende sedan zit. Wie doet je wat? De besturing, aangepast aan het karakter van de M550i, is niet superdirect, maar wel mooi precies. En dat is wat je wilt in een auto waarin je dagelijks rijdt.

Nieuw pakket
Het grote verschil met zijn voorganger is de afstemming van het onderstel. Waar de 550i kort door de bocht gezegd een 'gewone' 5-serie met standaard onderstel en een dikke motor was, heeft de nieuwe M550i een compleet nieuw pakket aan onderdelen die voor een aanzienlijk sportiever weggedrag zorgen. Denk hierbij aan modelspecifieke veren, dempers, stabilisatoren en 'bump stops', rubbers die te diep inveren tegengaan. Ook de wielvlucht, de verticale stand van de voorwielen ten opzichte van het asfalt, werd aangepast. De verantwoordelijke hiervoor is de Nederlander Jos van As. Wat voor ons gevoel een nuance in rijgedrag is, is voor hem een wereld van verschil. Volgens hem is de stap van de M550i naar de nieuwe M5, die voor het eerst in zijn bestaan vierwielaandrijving zal krijgen, dan ook erg groot. Tot die tijd is de M550i een meer dan adequaat alternatief. En anders kun je terecht bij de M550d xDrive, de powerdiesel die net is onthuld. Voor de nieuwe M5 is er sowieso werk aan de winkel, want die is nu aan zijn stand verplicht om de 0-100-sprint in minder dan vier tellen te doen.