BMW 320Cd Executive (2004)

Ook een sportief merk als BMW heeft de zelfontbrander krachtig omarmd. Vorig jaar introduceerde BMW voor het eerst een dieselmotor in de 3-serie coupé, een 3,0-liter zescilinder lijnmotor. Daarna volgde de viercilinderdiesel met 2,0 liter inhoud die in de testauto zit. De coupé van BMW is 'n bekende verschijning. Het model kreeg vorig jaar een facelift en aan populariteit ontbreekt het hem niet. De coupé-variant van de 3-serie oogt eerder gespierd dan elegant.
Dat er een dieselmotor voor de aandrijving zorgt, steekt de BMW niet onder stoelen of banken. Na de start laat de diesel een zware brom horen. Vooral in koude toestand nagelt 'ie dat het een aard heeft. Eenmaal op temperatuur houdt de motor zich meer op de achtergrond. De BMW krachtbron levert 150 pk bij 4.000 toeren per minuut. De 2,0-litermotor ontwikkelt een trekkracht van maximaal 330 Nm bij 2.000 omwentelingen van de krukas. De sprint van 0 tot 100 km/h is in 9,1 seconden gepiept, slechts drietienden trager dan de fabriek opgeeft. Als je naar de andere meetgegevens kijkt, vraag je je bijna af waarom je voor de drieliterdiesel zou kiezen in deze coupé.
BMW's zesbak is wat hakerig; je moet rustig en met beleid schakelen. Bij een BMW is het in het begin altijd wennen aan de lange slag van de koppeling. Maar de enthousiaste stuurman zal zich zeker thuis voelen in de BMW. Het is een rijdersauto pur sang. Hij stuurt direct en de bekrachtiging laat voldoende gevoel in de installatie over. Bochten ronden op hoog tempo is geen probleem. De BMW kleeft aan de weg en geeft geen krimp. Pas als het waanzinnig hard gaat, probeert de achterkant de voorkant in te halen, maar dan ga je al heel erg over de schreef. Beschermengel DSC moet je dan uit de penarie halen.

Vorm voor functie
Praktisch nut is niet de belangrijkste eigenschap die je zoekt in een coupé. Die moet vooral mooi zijn. Dat functionaliteit hier de vorm volgt, merk je vooral achterin. Daar heeft het hoofd vanwege een vrij diepe achterbank nog wel bewegingsvrijheid, maar beenruimte is er voor volwassenen niet veel. En de kofferbak van de 320 lijkt op het eerste gezicht niet zo groot, maar dat is vanwege de kleine opening. Het laadruim kun je uitbreiden door de achterbankleuning (in ongelijke delen) neer te klappen.
De BMW heeft prima zittende leren zetels die voldoende zijdelingse steun verlenen. Ze zijn vrij hard, maar beslist niet oncomfortabel. De voorzijde van de zittingen is uitschuifbaar zodat iedere bestuurder een prima zitpositie kan vinden. Dat komt ook op het conto van het meervoudig instelbare stuurwiel. Ja, ergonomie is traditioneel voor elkaar in een BMW. Het dashboard is een feest van herkenning. Je kijkt in de 3-serie al decennia aan tegen 't bekende paneel met een brede, naar de bestuurder toegedraaide middenconsole aan. Alle bedieningsorganen tref je waar je ze verwacht. In dat kader vallen eigenlijk alleen de knoppen voor de elektrische raambediening uit de toon. Die zitten in de middenconsole, en wij hebben ze liever in het portier. Ook moeten we de aanmerking maken dat het dichtslaan van de portieren van de Duitser gepaard gaat met een discutabel, blikkerig geluid; dat zijn we niet gewend van de producten uit Beieren.