Audi A6 - Jaguar XF - Mercedes-Benz E-klasse - Test
Edele pakezels
Dat nieuwe Audi A6 Avant meespeelt aan de bovenkant van de markt is een feit, maar is hij ook het nieuwe ijkpunt waarop de rest zich kan gaan richten? Weet hij de Jaguar XF Sportbrake en de Mercedes-Benz E-klasse Estate te overklassen?
Eerder dit jaar presenteerde Audi de compleet nieuwe A6, met naast de sedan ook de stationwagon Avant. Die was voorheen goed voor een flinke hap van de verkopen en ga er maar gerust van uit dat de nu nog strakker gelijnde nieuwe editie wederom veel opritten moet sieren. Terecht? Om er een idee van te krijgen hoe de nieuwe A6 Avant zich verhoudt tot de gevestigde orde, zetten we hem naast de stationwagonversies van de Mercedes-Benz E-klasse en de Jaguar XF. Die zijn in dit geval net als de Audi voorzien van een 2,0-liter viercilinder turbodiesel. De Mercedes en de Jaguar staan erbij als E 220 d (194 pk) en XF 2.0D (180 pk). De Audi hebben we hier als 40 TDI. Tot voor kort zouden we zeggen de 2.0 TDI met 204 pk, maar Audi duidt zijn typen tegenwoordig aan met een getal waarmee de prestaties van de desbetreffende auto in de pikorde kunnen worden gezet ten opzichte van de andere versies. De E-tron (die als elektrische auto geen cilinderinhoud heeft) krijgt bijvoorbeeld het getal 55 mee.
LAADRUIM, LAADRUIMER, LAADRUIMST
De A6 Avant is in alle richtingen iets gegroeid en dat is een voordeel voor alle inzittenden; zowel voorin als achterin beschik je over meer dan genoeg ruimte. Ten opzichte van de sedan merk je vooral op de achterbank dat het dak hoog naar achteren blijft doorlopen, waardoor je – ook met een bovengemiddeld postuur – niet snel met je kruin langs de hemel- bekleding schuurt. Prettig. Bestuurder en bijrijder komen in de E-klasse en XF overigens ook geen ruimte tekort. Achterin zijn er wel verschillen. De Mercedes is daar iets royaler dan de Audi, terwijl de Jaguar daar juist minder royaal is (krapper is hier niet het goede woord, want krap is de XF zeker niet). Opmerkelijk genoeg is er van de toegenomen buitenmaten bij de Audi in het ‘Avant- gedeelte’ niets te merken. De bagageruimte is met 565 liter gelijk aan die van de vorige generatie. Keurig, maar niet grensverleggend en even groot als de kofferbak van de Jaguar XF Sportbrake. Een klasse apart is de kofferbak van de E Estate, die met z’n 640 liter met afstand de grootste van de drie is en dat ook met neergeklapte rugleuningen blijft. Ook de Jaguar blijkt dan nog iets ruimer dan de Audi.
Zonder uitzondering betekent instappen in deze auto’s binnenkomen in een wereld van weldaad. De fabrikanten laten geen kans onbenut om te onderstrepen dat ze auto’s bouwen die aan de bovenkant van de markt opereren. De gebruikte materialen en het afwerkingsniveau zijn in alle drie de auto’s dik in orde. De keuze zal in dit geval vooral worden bepaald door je persoonlijke smaak en ook daarin kunnen de drie fabrikanten je een heel eind tegemoetkomen met een waaier aan mogelijke materialen, stikseltjes en kleuren. Evengoed zijn er duidelijke verschillen; de merkidentiteit wordt bij alle drie streng bewaakt.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.