Supershowroom: Suzuki Celerio

Alto 1 (1979)

De eerste Alto was een echte Japanse kei-car, die in nagenoeg ongewijzigde vorm in Europa op de markt verscheen. Als driedeurs kreeg het hatchbackje een reguliere achterklep mee, bij de veel zeldzamere vierdeursvariant opende alleen de achterruit. Eveneens opmerkelijk was de manier waarop Suzuki de achtersteven klaarmaakte voor grote Europese kentekenplaten: er werd eenvoudig een stuk plaatstaal over het oorspronkelijke vierkante 'vak' gelast. Waar de regelgeving voor kei-cars in Japan een motor van maximaal 550 cc voorschreef, kreeg Suzuki's dappere kleintje in ons land een driecilindertje met een cilinderinhoud van 796 cc. Dat hielp de auto aan 40 pk, wat prima is als je bedenkt dat een vroege Alto slechts 616 kg op de weegschaal tovert.

Alto II (1985)

De tweede generatie kreeg een hogere koets en een schuiner aflopende motorkap dan het oermodel. Dit hielp hem aan de typische Alto-vorm die ook de volgende twee generaties zou kenmerken. Zeg 'Alto' tegen een willekeurig persoon en de kans is groot dat diegene aan dit model denkt. Het gewicht nam iets toe, maar de Alto bleef een auto die vooral indruk maakte met zijn bescheidenheid. Een vijfdeursvariant was opnieuw van de partij, de optionele automaat maakte hem voor een grotere doelgroep interessant.

Alto III (1996)

De derde Alto die wij Europeanen kregen voorgeschoteld, brak voor het eerst op rigoreuze wijze met de Japanse variant. In plaats van een Alto ging het namelijk feitelijk om een 'Cervo Mode', een kei-car die in Japan naast talloze andere 'kleintjes' in de showroom verscheen. Nederlandse Alto-kopers trokken zich daar echter niets van aan, want aan de kernwaarden van het model veranderde nagenoeg niets. Wel kreeg het nog immer kleine en vederlichte autootje voor het eerst een viercilinder met een hele liter cilinderinhoud onder de kap. Het blokje leverde 54 pk en reduceerde de 0-100-tijd van 21 naar 15,5 seconden.

Alto IV (2002)

De vierde Alto was weer iets ronder dan zijn voorganger. Zijn donkere koplampjes wisten in 2002 nog de nodige Nederlanders te verleiden, getuige het marktaandeel dat ten opzichte van 2001 een enorme sprong nam en op 1,9 procent eindigde. Als vanouds speelde zijn lage prijs daarin een belangrijke rol. De Suzuki Alto was ook in deze jaren de goedkoopste auto van Nederland en was al voor € 7.999 de jouwe. Voor praktisch gebruiksgemak hoefde de knip bovendien niet verder te worden opengetrokken, want de driedeurscarrosserie bestond vanaf 2002 niet meer.

Alto V (2009)

Tussen 2009 en 2015 stond de Alto er niet alleen voor, maar verkeerde hij in het gezelschap van de nagenoeg identieke Nissan Pixo. De Alto behield zijn gunstige prijskaartje en zijn achterdeuren, maar kreeg een wat bredere, lagere koets, die meer in lijn was met de rest van het toenmalige A-segment. Deze Alto liep in India van de band en was dus feitelijk een 'Maruti Suzuki'. Het eenlitertje was inmiddels goed voor 68 pk. Ook deze Alto wist de verkoopcijfers van Suzuki's kleinste model een flinke, zij het tijdelijke boost te geven.

Celerio (2015)

Met de Celerio stapte Suzuki na ruim drieënhalf decennium af van de naam 'Alto'. In schril contrast daarmee staat zijn uiterlijk, dat dankzij de hoge en smalle koets teruggrijpt op Alto's van vóór 2009. Hoewel de Celerio nog steeds opzien baart door als enige auto onder de magische 10.000-euro-grens te blijven, weet hij dat niet met zijn verkoopcijfers te doen. Nu steeds meer fabrikanten uit Duitsland en vooral Korea voor vrijwel hetzelfde geld een heel volwassen auto bieden, heeft de eenvoudige Suzuki het toch wat zwaar in dit deel van de wereld.