Slechts 1 procent van het Europese wagenpark is elektrisch

12 procent van alle nieuwe auto's die in 2022 in de Europese Unie werden geregistreerd, had een volledig elektrische aandrijflijn. Dat aandeel was niet eerder zo hoog, maar dat betekent zeker niet een groot deel van het Europese wagenpark inmiddels uit EV's bestaat. Dat is natuurlijk niet zo heel gek. Het wagenpark van de Europese Unie telde in 2022 namelijk 252.237.775 personenauto's en daarvan is natuurlijk het leeuwendeel niet één of twee jaar oud. Hoe groot het aandeel elektrische auto's van het totale wagenpark in de EU in 2022 dan wel was? Vrij klein: 1,2 procent.

Met afstand het grootste deel van het wagenpark in de Europese Unie heeft een benzinemotor: 50,6 procent. Ook is het aandeel dat dieselauto's in het totaal hebben met 40,1 procent ronduit enorm. Exact één procent is een plug-in hybride en 3,1 procent heeft een hybride aandrijflijn zonder stekker. 2,6 procent van de personenauto's in de EU had in 2022 een verbrandingsmotor die lpg lust. Het aandeel auto's dat op CNG rijdt, is met 0,1 procent nog lager. Het komt er dus op neer dat net geen 99 procent van het Europese wagenpark in 2022 gewoon een verbrandingsmotor had.

In 2022 had 78,2 procent van het totale Nederlandse personenwagenpark een benzinemotor, 9,8 procent een dieselmotor en 4,9 procent een hybride aandrijflijn. 2,1 procent had een plug-in hybride aandrijflijn. Het aandeel dat EV's in het Nederlandse wagenpark hadden, lag in 2022 op 3,7 procent. Boven het Europa-brede cijfer dus. Noorwegen is logischerwijs niet in de EU-cijfers van ACEA meegenomen. Wel is inzichtelijk hoe groot het aandeel EV's in het totale wagenpark daar in 2022 was: heel groot. Maar liefst 20,8 procent van alle personenauto's in Noorwegen was in 2022 helemaal elektrisch. Van de EU-landen hoefde Nederland wat aandeel EV's betreft enkel Denemarken en Zweden voor zich te dulden (beide 4 procent).

Cijfers over hoe het EU-wagenpark er in 2023 voor stond, heeft ACEA nog niet.