Jan (88) rijdt al 54 jaar in zijn ‘Neue Klasse’ BMW 1800: ‘Ik doe hem nooit weg’

In 1969 gekocht

BMW 1800

Na drie niet al te gelukkige huwelijken met Fiats kreeg Jan van Leusen in 1969 een tip over een BMW 1800. Hij moest er wel snel bij zijn, want er waren kapers op de kust én er zat een prijsverhoging aan te komen. Jan hapte toe, om al vrij vlot te concluderen dat hij iets bijzonders had aangeschaft. Bijzonder genoeg om de Beier nooit meer weg te doen

Hij mag dan 88 jaar zijn, als het om automobilisme gaat, is Jan van Leusen nog immer erg actief. Zijn Arnhemse woning bevat een schat aan autodocumentatie, meest buitenlandse tijdschriften. Een aantal abonnementen heeft hij echter zojuist opgezegd. Reden: de opkomst van de elektrische auto. Over verbrandingsmotoren hoef je hem niets uit te leggen, maar rijden op elektrokracht, daar heeft hij het niet zo op. Nu we het toch over autodocumentatie hebben: Jan heeft ook gewerkt voor het NCAD (Nederlands Centrum voor Autohistorische Documentatie) in Helmond en is daar nog steeds lid van. Ook is hij lid van de PAC (Pionier Automobielen Club), HAV (Historische Automobiel Vereniging) en BMW Klassiek. Daarnaast zit onze gastheer in de jury van de Nationale Oldtimerdag in Lelystad.

Begonnen met Fiat 1500

Kortom, hij is een automan in hart en nieren, zijn hele leven al. “Niet ver van mijn ouderlijk huis in Deventer was garage Hemelrijk gevestigd. Als 11-jarige jongen liep ik daar al kleppen te slijpen. Ook kocht ik van jongs af aan autotijdschriften.” Toch koos hij niet voor een baan in de automobielsector en evenmin ging hij in de zaak van zijn vader werken. “Nee, ik studeerde in Utrecht tandheelkunde. Na mijn afstuderen vestigde ik me in Arnhem, maar draaide regelmatig diensten in Deventer. Omdat mijn vader connecties met Fiat had, begon ik met een 1500. Daarmee reed ik zo’n beetje elke dag op en neer, maar dat was geen onverdeeld genoegen: de 1500 had aan de voorzijde schijfremmen die de onhebbelijkheid hadden om af en toe uit zichzelf te remmen.”

Getipt over deze BMW 1800

Jan streek over zijn hart en gaf het Italiaanse merk een tweede kans. “Wederom een 1500. Deze had echter te kampen met ernstige roestaanvallen.” Exit 1500 nummer twee, een 125 moest het tij voor Fiat keren. Driemaal is scheepsrecht, toch? “Nee, ook niet. Al na anderhalf jaar trad een probleem aan de cilinderkop op. Toen de dealer ook nog een veel te laag bod deed teneinde zijn vierde Fiat te kunnen slijten, kreeg ik van een vriend van mij een tip over een BMW 1800. Die stond in de showroom van de Arnhemse BMW-dealer. Ik moest er wel snel bij zijn, want chemieconcern Akzo had er ook een oogje op. Bovendien zou hij een week erna duizend gulden duurder worden. Ik naar Hoving, zag de Atlantik Blau gespoten sedan en ik kocht hem meteen.”

De stap van een Fiat 125 naar een – in die tijd – duizenden guldens duurdere BMW 1800 is best fors. Toch kan Jan zich zijn eerste rit met de BMW niet meer herinneren. Fiats hadden immers ook een goede wegligging, legt hij uit.              

Neue Klasse

Dankzij zijn al vergaarde autokennis wist Jan dat hij met de 1800 iets bijzonders in huis had gehaald. “Het kwaliteitsmerk Borgward was in de jaren 60 failliet gegaan. BMW, dat tot dan toe enkel de piepkleine Isetta en de grote 501/502 – bijgenaamd Barockengel en feitelijk de stamvader van de huidige 7-serie – voerde, vulde met de Neue Klasse die leemte op.”

Dat klopt: de zogeheten Neue Klasse verscheen op de IAA in 1961 als 1500 en kreeg allengs uitbreiding. Pas in 1972 loste de eerste 5-serie hem af. Met recht een belangwekkend model, ook omdat de Hofmeister-knik die in de kostbare 3200 CS zijn opwachting had gemaakt in de Neue Klasse opnieuw, en nu in veel grotere aantallen, werd toegepast. Bovendien was de kleinere 02-serie – voorloper van de huidige 3-serie – afgeleid van de Neue Klasse. Voor Jan reden om de auto nooit meer weg te doen. In plaats daarvan kocht hij er een BMW bij, wederom een zeldzaam model. Een nieuwe Neue Klasse dient zich aan bij BMW, waarvan deze studie de meest recente voorbode is

De in lengterichting geplaatste viercilinder van 1.766 cc levert 90 pk en 143 Nm aan de achterwielen af.

Jan heeft ook een BMW 320 (E21) 

Jan: “Ik moest in militaire dienst. Daar heb ik later op meerdere vlakken profijt van getrokken. Zo ben ik als officier-tandarts werkzaam geweest op vliegbasis Deelen: bij dienstplichtigen lekkende Ziekenfonds-vullinkjes repareren. Nog altijd ben ik lid van de Vereniging van Luchtvaart­-geneeskunde. Mijn militaire-dienstperiode bracht ik door bij het 306 Squadron ‘Thunderflash’. Bij de luchtmacht kwam ik in contact met het fenomeen driepuntsgordel. Daarom bestelde ik in 1976 in Duitsland een viercilinder-BMW 320. De Duitse modellen hadden standaard driepuntsgordels, de Nederlandse nog niet, vandaar. De uitklapraampjes achter waren daarbij een bonus. Ook die auto heb ik nog steeds.”

323i als dagelijks vervoer

Als dagelijks vervoer heeft Jan een zescilinder 323i, waarmee hij regelmatig naar Zwitserland is gereden. Allemaal BMW’s. “Het zijn hoogst aan­gename auto’s om mee te rijden. Praktisch en met goed zicht rondom. Ik ben altijd erg tevreden over de 1800 geweest, nog steeds. Hij kent maar één zwakke plek: de ‘knipperlichtkastjes’ zijn erg gevoelig voor roest. Op mijn exemplaar zijn daardoor beide voorschermen al eens vernieuwd. Voor het overige is hij nog helemaal origineel.”

Het onderhoud werd van Arnhem naar Nijmegen verplaatst. “Ik ben docent tandheelkunde aan het Radboud in Nijmegen geweest. De Nijmeegse BMW-dealer was er niet ver vandaan. Als ik dan naar mijn werk ging, liet ik de auto daar achter voor onderhoud of reparatie. Na mijn werk haalde ik hem weer op, handig. Met een van mijn Nijmeegse collega’s, een hoogleraar, ben ik trouwens nog met de 1800 naar het Britse Sussex gereden om een tandheelkundig congres te bezoeken. Ook heb ik eens met de 1800 Zuid-Spanje bezocht om daar verschillende historische steden te fotograferen.”

1800 stond ook op InterClassics Maastricht

Na deze reizen en het woon-werkverkeer kreeg de 1800 het rustiger. Bovendien wordt er sinds corona nog minder mee gereden. De kilometerteller wijst daardoor een alleszins bescheiden twee ton aan. Dat, de originele staat en de importantie van het model maakten dat de Beier al enkele malen in de spotlights werd gezet. “Bij de introductie van een nieuwe BMW heeft zowel de 1800 als de 320 bij de Nijmeegse dealer gestaan en ook stond de 1800 een paar jaar geleden op de stand van BMW Klassiek tijdens InterClassics in Maastricht.”        

De BMW 1800 kent volgens Jan maar één zwakke plek: de ‘knipperlichtkastjes’ zijn erg gevoelig voor roest.

Met zijn BMW’s – en ook zijn Chrysler uit 1927 – is Jan een echte klassieker- en oldtimerliefhebber. Dat heeft hij overgedragen op zijn familie. “Mijn dochter Karin rijdt een Morris 8 uit 1935, terwijl we ook de Fiats 500 en 126 in de familie hebben. Karin kan goed met de 1800 overweg. Toen mijn echtgenote nog leefde, hebben we eens meegedaan aan een toertocht van de PAC. Ik reed de Chrysler, maar omdat het rijden daarin haar te veel pijn zou doen – ze leed aan reuma – reed onze dochter Karin met haar in de 1800 achter mij aan. Nu had de 1800 die dag de ‘hik’, maar al hortend en stotend stuurde ze hem probleemloos van Utrecht naar Arnhem. Hier aangekomen bleken er minuscule korreltjes op de bodem van de vlotterkamer te liggen. Blijkbaar was een rubber slangetje poreus geworden en in het brandstofsysteem terechtgekomen, met het onregelmatige draaien van de motor tot gevolg. Maar zoals gezegd: Karin heeft hem netjes thuisgebracht. Ze heeft er feeling voor. Je begrijpt dat de 1800 altijd in onze familie zal blijven. Hij is het behouden waard.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 9 2023

PRIVATE LEASE BMW

Lezersreacties (73)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.