Interview: Stefano Domenicali, CEO van Lamborghini
'Het imago van Lamborghini was wellicht te extreem'
Stefano Domenicali was teambaas bij het Formule 1-team van Ferrari, maar nu is hij de hoogste baas bij Lamborghini. Daar heeft hij gelijk maar even de verkoopaantallen verdubbeld.
Sinds 2016 is Stefano Domenicali (53) CEO bij VW-dochter Lamborghini. Het merk heeft net de snelste SUV ter wereld, de extreem gelijnde Urus. De ‘terreinauto’ met een top van 305 km/h wordt inmiddels op laag tempo gebouwd in Noord-Italië. Ook privé houdt Domenicali ervan om het wat rustiger aan te doen.
Wat is uw favoriete Lamborghini?
“Ik vind de Huracán Spyder geweldig. Qua rijgedrag en het geluid is hij simpelweg uniek. En dan is er natuurlijk nog onze nieuwe super-SUV, de Urus. Het is een Lamborghini voor dagelijks gebruik, waarin ik ook privé rijd. Een sportwagen in de vorm van een SUV.”
U was vroeger teambaas bij het Formule 1-team van Ferrari. Indertijd zei u dat u nog nooit in een Ferrari had gereden.
“Dat klopt. Maar tegenwoordig heb ik een andere rol. Ik moet de auto’s nu testen, om mijn input te kunnen geven en met de ingenieurs te discussiëren. (Lachend) Dat was in de Formule 1 niet echt mogelijk.”
U overlegt bijvoorbeeld met uw ingenieurs over het feit dat u de knoppen van de raambediening niet op een goede plek vindt zitten?
“Bijvoorbeeld! Als je te technisch wordt, vergeet je soms dat klanten geen ingenieurs zijn. Als ik dus met een Lamborghini rijd, kruip ik in de huid van onze klanten. Zoiets kan het verschil maken. Er zijn zo veel mensen in ons merk geïnteresseerd: mannen, vrouwen, oud, jong, mensen die zich erg in de techniek verdiepen en mensen die dat niet zo interessant vinden.”
Hoe rijdt een Lamborghini-directeur met een auto?
“Om eerlijk te zijn: ik ben een rustige rijder. Ik heb niet dezelfde taak als een testrijder. Ik wil en moet genieten van het rijden met een Lamborghini. Ik rijd dan ook een stuk rustiger dan onze testrijders.”
Hoe heeft de Urus Lamborghini veranderd?
“De Urus heeft absoluut ons imago verbreed en verdiept. Allereerst met betrekking tot onze groei. We hebben de fabriek twee keer zo groot gemaakt en de verkoopaantallen verdubbeld, terwijl de Urus pas halverwege het jaar op de markt kwam. In het eerste volledige productiejaar bouwen we in totaal ongeveer 8.000 Lamborghini’s, de helft daarvan is een Urus. Daarbij mogen we niet vergeten dat ook de Huracán en de Aventador extreem goed verkopen. Zonder de Urus hebben we in de eerste helft van 2018 al een omzetstijging van elf procent gerealiseerd. De Urus helpt ons bij het aanspreken van nieuwe doelgroepen. Het is ongelooflijk, maar waar: voor 70 procent van de kopers is de Urus de eerste Lamborghini die ze kopen. Inderdaad, een SUV, maar hij heeft ook 650 pk en veel andere sportwagen-kenmerken. Zodoende verandert hij ook het imago van Lamborghini.”
En wat heeft u daaraan bijgedragen?
“Ik had het gevoel dat het potentieel van het merk moest worden doorontwikkeld. Tot nu toe waren mensen dol op Lamborghini, of ze verafschuwden het merk. Het imago was wellicht een beetje te extreem. Daarin willen we veranderingen gaan brengen. En we willen ook een jongere doelgroep gaan aanspreken. Jonge mensen zijn dol op Lamborghini. Daarom houden we ons meer bezig met sociale media. We hebben nu alleen al op Instagram meer dan 14 miljoen fans (Ferrari heeft er circa 9 miljoen – red.). Een jaar geleden was dat nog 2,6 miljoen. Jonge mensen vinden Lamborghini een cool merk. Agressief, absoluut, maar in de positieve zin van het woord. Dat gaat uiteraard hand in hand met de kwaliteit van onze auto’s, die dankzij de banden met Audi erg hoog is.”
Wat zijn de belangrijkste markten voor Lamborghini?
“Amerika is onze grootste markt, gevolgd door Japan en Duitsland. En met de Urus is Duitsland samen met de VS de snelst groeiende markt.”
U hebt naam gemaakt op de F1-afdeling van Ferrari. In welk opzicht verschilt uw huidige functie van die baan?
“Snelheid is nu net zo belangrijk voor Lamborghini als dat dit vroeger voor Ferrari was. Daarom proberen we nauw contact te houden met onze dealers. De markt in Florida ontwikkelt zich namelijk anders dan die in Japan. We hebben een zeer jong team: onze medewerkers zijn gemiddeld 38 jaar oud. (Lachend) Ik ben zelf een van de oudste personeelsleden.”
Hoe vindt u het om uw oude werkgever Ferrari aan te vallen met zulke getallen?
“Ik heb 23 jaar lang bij Ferrari gewerkt. Ferrari blijft een deel van mijn leven. Ik ben van mening dat Ferrari en Lamborghini elkaar ook goed aanvullen. De klanten van Lamborghini zijn jonger en anders. Ze zoeken naar informele luxe. Terwijl Ferrari-klanten uit een segment komen waarin luxe op een conventionele manier vorm krijgt. Ze zijn ouder en hechten meer waarde aan de historie van een merk. Desondanks ben ik er natuurlijk trots op dat ze bij Ferrari goed in de gaten houden wat wij aan het doen zijn.”
Iedereen heeft het over hybride en elektromobiliteit. Hoe past Lamborghini in dat verhaal?
“Ook onze toekomst is hybride. Als je in de toekomst in de stad wilt rijden, is een dergelijke aandrijflijn noodzakelijk. Desondanks blijft de atmosferische V12-motor het centrale bestanddeel van onze aandrijflijnen. De opvolger van de Aventador wordt dus een V12 hybride. We werken aan een dergelijk project, maar we moeten ervoor zorgen dat het geluid ook goed is.”
En wat vindt u in het algemeen van elektromobiliteit?
“Er staat voor mij een groot vraagteken achter. Waar komt de energie vandaan? Hoe milieuvriendelijk is de accu? Waar komt het geld voor de laadinfrastructuur vandaan? Een elektroauto in stadsverkeer is fantastisch als de infrastructuur op orde is. Maar in andere opzichten is er nog veel werk te verrichten. En ik ben er van overtuigd dat de laatste auto’s met verbrandingsmotor straks van merken als Lamborghini afkomstig zijn. Dat wil niet zeggen dat we deze ontwikkelingen negeren, maar het is zaak om er op het juiste moment in mee te gaan. Het zou een vergissing zijn om dat te snel te doen.”
U komt uit de wereld van de Formule 1. Lijkt het u wat om met Lamborghini een comeback te maken?
“Natuurlijk, ik ben een autosportman in hart en nieren. En de Formule 1 is het beste platform in de autosport. Maar we hebben bij Lamborghini andere prioriteiten. Het merk Ferrari is ontstaan in de autosport. Lamborghini niet. En de investering die nodig is om aan de Formule 1 te kunnen deelnemen, en al helemaal om te winnen, is te hoog. Zolang er een twee-klassenmaatschappij is in de Formule 1, is dat geen optie voor ons. Als we besluiten om ergens aan deel te nemen, willen we ook goed beslagen ten ijs komen en willen we ook kunnen winnen.”
Daar wil de Formule 1-organisatie echter verandering in gaan brengen: met behulp van een budgetgrens moeten ook de minder rijke teams kans gaan maken om te winnen.
“Je moet nooit ‘nooit’ zeggen in het leven. Op dit moment zie ik echter niet hoe je de investering die nodig is om in de Formule 1 aan de start te kunnen verschijnen, significant kan worden verlaagd. Dan moeten de teams die op dit moment winnen, flink worden ingekrompen.”
Desondanks zegt Formule 1-sportbaas Ross Brawn dat hij Lamborghini er graag bij zou hebben in de koningsklasse.
“Natuurlijk, dat vind ik een hele eer. We praten er vaak over dat dit beslist interessant zou zijn, maar ik zou er op dit moment geen groen licht voor krijgen van mijn aandeelhouders. Als ik het voor het zeggen zou hebben, zouden we morgen aan de start verschijnen in de Formule 1. Maar zo werkt dat niet. Ik heb immers ook verantwoordelijkheid ten opzichte van mijn mensen.”
Zou u uw VW-collega’s van Porsche adviseren om deel te gaan nemen aan de Formule 1?
“Natuurlijk zou de Formule 1 een fantastisch platform zijn voor het Volkswagen-concern. En ook de Formule 1 zou hierdoor aan aanzien winnen. Maar het hangt af van het juiste moment en de juiste technische en financiële situatie.”
Welke plannen heeft u verder met betrekking tot de autosport? U heeft een GT3model en de Lamborghini Super Trofeo. Hoe zit het met Le Mans?
“Met het GT3-model zijn we op dit moment erg succesvol. En de Super Trofeo is qua aantallen de meest succesvolle merkencup die er is. Dat willen we stabiliseren. Investeringen in andere series hebben op dit moment geen prioriteit voor ons. Waarbij ik echter wel nadenk over een autosportplatform voor de Urus. Daar discussiëren we intern al over.”
U had als Ferrari-teambaas veel interesse in Sebastian Vettel. Nu rijdt zijn broer Fabian in de Super Trofeo.
“(Lachend) Zo loopt het soms in het leven.”
Maar serieus, u heeft reeds contact met Vettel gezocht, lang voordat de huidige Ferrari-bazen dat deden. Vermoedde u al dat hij met Ferrari een gooi kon doen naar de kampioenschapstitel?
“Ik ben nog altijd een Ferrari Formule 1-fan. Seb is een fantastische coureur, die voor de titel vecht alsof zijn leven ervan afhangt. Als Ferrari-coureur moet je over de agressiviteit beschikken die hij heeft. Ik hield hem al in de gaten toen hij nog bij Toro Rosso reed. Toen kon je al zien dat hij een grote ging worden.”
Hoe speciaal is het om met Ferrari wereldkampioen te worden? U heeft dat met Michael Schumacher en Kimi Räikkönen ook al meegemaakt.
“Het is heel bijzonder, echt uniek. En het is ook verschrikkelijk om met Ferrari net naast de titel te grijpen, wat me met Fernando Alonso twee keer is gebeurd. Sebastian werd beide keren kampioen. Michael was simpelweg de beste. Een ongelooflijke coureur en een heel bijzonder mens. Wat we samen hebben bereikt, zal eeuwig bijzonder blijven.”
Wat heeft u geleerd van Schumacher en de toenmalige teambaas Jean Todt?
“Toewijding, waarde hechten aan details. En alert zijn, nooit opgeven. Ik ben er altijd nog trots op dat ik deel mocht uitmaken van dit succesvolle team.”
STEFANO DOMENICALI
Domenicali is in 1965 geboren in het Italiaanse Imola. Na een studie bedrijfseconomie ging hij in 1991 aan de slag bij Ferrari. Van 2008 tot b2014 was hij de baas van het Formule 1-team. Vanaf november 2014 werkt hij bij Audi, sinds maart 2016 heeft hij het voor het zeggen bij Lamborghini.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.