In het wild: Chevrolet Caprice (1994)

Wat is het? De vierde generatie Caprice, uit duizenden herkenbaar aan z'n ronde vormen die hem de bijnaam 'the bubble' bezorgden. Het was een totaal andere ontwerptaal dan bij de minstens zo iconische derde generatie, die met z'n hoekige lijnenspel een typisch kind van de (late jaren) 70 en jaren 80 was. De bubbel kwam in 1990 op de markt; een nieuwe koets op een oud onderstel. Het ontwerp bleek nogal smaakgevoelig - de half gesloten achterste wielkasten van de eerste lichting maakten ook al snel plaats voor normale exemplaren - en daarom is het model nooit zo succesvol geworden als de auto die hem voorging. De meest bijzondere Caprice is de SS, die als Impala in de markt werd gezet en was voorzien van een - enigszins teruggeschroefde - 5,7-liter LT1-V8 uit de Corvette.

Hoe bijzonder is-ie? Veel Caprices, ook die van de vorige generatie, zijn hun carrière begonnen als rouwauto, waardoor het aanbod in Nederland altijd best redelijk is geweest. Het is dan ook zeker geen rijdend museumstuk, maar dit is zo'n auto die ook zomaar ineens uitgestorven kan zijn, al dan niet door export.

Hoe staat-ie erbij? Zoals alle Caprices die uit de duurtestvloot van een uitvaartonderneming komen: smetteloos. Waarmee we overigens niet impliceren dat déze Caprice uit 1994 ook zo'n historie heeft.

Hoeveel zijn er nog? Volgens de database van VWE Trendweb rijden er nog 40 rond in Nederland.

Wat is-ie waard? Goede Caprices van deze generatie moet je tussen de 4.000 en 5.000 euro op de kop kunnen tikken.

Waardering: Een toppertje, zo op het eerste gezicht!