Hoe de letter e de auto-industrie al decennia lang bezighoudt
Met de e van emissie
Wie de letter e in de modelnaam van een auto ziet staan trekt al snel de conclusie dat het gaat om een auto met een elektrische of hybride aandrijflijn. Toch zijn er ook auto’s die louter op fossiele brandstof rijden en de letter e dragen. AutoWeek werpt een blik op de ontwikkelingen van de e in de modelnamen van auto’s.
Jaguar
We beginnen bij Jaguar en de illustere E-type. De auto werd in 1961 onthuld op de autosalon in Genève. De sportieve Brit maakte indruk met zijn fraaie lijnenspel en indrukwekkende prestaties. Het gerucht gaat dat Enzo Ferrari de E-type 'de mooiste auto ooit gebouwd' noemde. De Jaguar was er als coupé en er was een open variant. De eerste motor was een van de XK afkomstige 3,8-liter zescilinder-in-lijn, die groeide in 1964 naar 4,2 liter en in de jaren 70 kwam de E-type met een 5,3-liter V12 met 268 pk onder de motorkap. Daar is weinig elektrisch aan. De naamgeving van deze Jaguar is minder spannend. De E-type is qua uiterlijk gebaseerd op de D-type. Bij Jaguar hebben ze gewoon een alfabetische volgorde aangehouden.
Jaguar heeft naast de E-type, een stuk recenter de E-Pace op de markt gebracht. De E-Pace heeft helemaal niets met de E-type te maken. De E-Pace is een compacte SUV die in 2017 op de markt kwam. De E-Pace is het kleine broertje van de F-Pace. Bij de lancering was deze Jag alleen met diesel- en benzinemotoren verkrijgbaar. Toen het model in 2021 gefacelift werd, kwamen er ook plug-in en mild-hybride opties. Maar helemaal elektrisch is de aandrijflijn van de E-Pace niet. Er is wel een volledig elektrische Jaguar op de markt. Deze hebben de Britten I-Pace genoemd. Verwarrend nietwaar?
Mercedes-Benz
In Duitsland weten ze ook wel raad met de letter e. Bij Mercedes zijn ze er 'Meister' in. Veel Mercedessen uit de jaren 80 en begin jaren 90 droegen een E (hoofdletter) op de achterkant. Dat zit zo: de E komt van het Duitse woord ‘einspritzung’, wat injectie betekent.
De E geeft aan dat deze Benzen lopen op direct in de verbrandingskamer gespoten brandstof. Geen E op de achterkant betekent dat de Mercedessen het moesten stellen met een carburateur. Een D op de achterkant betekende dat de Mercedes op diesel reed.
Deze aanduiding is veelvuldig gebruikt door Mercedes. De E was onder andere te vinden op de 190-serie (W201). Toen de kleinste sedan in het gamma van Mercedes, waardoor deze al snel de bijnaam Baby Benz kreeg. Ook de Mercedes 200-serie heeft, als het een Benz met injectiemotor betreft, een E op de achterkant. Zo is er een 200 E, 220 E, 230 E, 260 E en de 280 E. De coupé varianten heetten C(E). De stationwagons kregen de toevoeging T(E). Maar, er is nog meer. Zo bouwde Mercedes ook de 300 E, 320 E en de door een V8 aangedreven 400 E en 500 E.
In 1993 werd de W124 (interne naam van Mercedes 200- en 300-serie) gefacelift en ook de naamgeving ging op de schop. De 200 E heet vanaf dat moment bijvoorbeeld de E200, de 200 D heet vanaf dat moment E200 diesel. Zo is de nog altijd bestaande E-klasse geboren. Zie je een Mercedes E-klasse rijden met na de cijfers nog een e-aanduiding (kleine letter), zoals de Mercedes E300e, dan heb je te maken met een hybride E-klasse. De EQ-auto’s van Mercedes zijn volledig elektrisch.
BMW
We blijven nog even bij onze Oosterburen. BMW heeft aan het eind van de eighties ook niet-elektrische auto’s met een e op de achterkant geleverd. De BMW 525e en de BMW 325e. De kleine e stond bij deze modellen voor eta, vernoemd naar de zevende letter uit het Griekse alfabet. De Beierse fabrikant merkte dat er in de jaren 80 vraag was naar zuinigere motoren. Daarom bouwde BMW naast reguliere diesel- en benzinemotoren ook de zogeheten eta-motoren. Deze zes-in-lijn-benzinemotoren zijn zuiniger afgesteld. De boring werd korter, de slag langer en de krukas werd aangepast; de inhoud groeide van 2,5 liter naar 2,7 liter. Hierdoor hoefde je de auto minder op toeren te houden en kon je volgens de fabriek een gemiddeld verbruik van 1 op 12,3 halen.
Zie je op de weg een BMW met een e na de cijferreeks en is het niet een van de hierboven genoemde modellen, bijvoorbeeld een 320e, dan betreft het een plugin-hybride. Voor de volledig elektrische modellen gebruiken ze in München de kleine i, bijvoorbeeld bij de BMW i4.
Opel
In 1970 kwam de Opel Commodore GS/E op de markt. De Opel Commodore was een dikkere versie van de Rekord, de Commodore was standaard uitgerust met een zescilinder. De GS/E had in tegenstelling tot de dubbele carburateur van de gewone GS een brandstofinjectiesysteem. GS/E staat voor Grand Sport Einspritzung. Verder bouwde Opel een sportieve versie van de Kadett en van de Manta, beide kregen de toevoeging GT/E. Later raakte de Kadett zijn schuine streep kwijt en ging-ie door het leven als GTE. Na de D-Kadett werd de GTE aanduiding vervangen door het label GSI.
In de jaren 80 kwam de toevoeging GSE terug (ditmaal zonder schuine streep) en wel op de Opel Monza. De Coupé krijgt als GSE een drie liter zes-in-lijn motor, die goed is voor 180 pk. Ook krijg je een sportief sausje in de vorm van veel zwarte accenten en een achterspoiler.
In 2022 blies Opel de lettercombinatie nieuw leven in. Opels die het label GSe (kleine e), dragen, zijn sportieve hybride versies maar er komt nu ook een geheel elektrische GSe, de Mokka GSe. GSe staat voor Grand Sport Electric.
Volvo
In 2013 kwam Volvo met een nieuwe reeks dieselmotoren, de Zweden gaven ze de bescheiden zelfontbranders de naam Drive-E. Deze motoren zijn zuiniger en stoten minder CO2 uit dan hun voorgangers. De Drive-E motoren waren zo ontworpen dat ze ook in combinatie met een elektromotor gebruikt konden worden, maar de eerste Drive-E motoren waren er alleen als diesel zonder enige vorm van elektrificatie.
Toyota
Ook Toyota heeft zich een keer gewaagd aan de vijfde letter van het alfabet. De Japanners brachten in de jaren 90 de Carina E op de markt. De Carina E was er in verschillende vormen en maten, hij kwam op de markt als hatchback, sedan en als stationwagon. De E staat voor Europa, want de Carina E was de eerste Toyota die specifiek voor de Europese markt werd gebouwd. De Carina E is volgens de catalogus: 'speciaal voor de veeleisende Europese automobilist gebouwd'.
Subaru
Er is ook nog ruimte voor een MPV in deze lijst. Subaru bouwde in de jaren 90 de frappant ogende E-wagon. De Subaru ziet er zo bijzonder uit doordat hij overgekomen is uit Japan, waar de Kei-regels gelden. Deze regels beperken het formaat van auto’s en hun motoren behoorlijk, wat soms tot auto’s met bijzondere proporties leidt. De E-wagon voldoet echter niet aan de Kei-regels, omdat de bumpers iets meer uitsteken dan bij zijn Japanse equivalent. De E-wagon heeft vierwielaandrijving en is uitgerust met een panoramadak. In het buitenland heeft deze zeszitter steeds een andere naam. In Duitsland heet-ie Libero, in België Combi, in Noorwegen Columbuss, in Engeland Sumo en in zijn thuisland heet de E-Wagon Domingo.
Buick
Het Amerikaanse Buick heeft ooit de Electra gebouwd. Is deze auto dan wél elektrisch? Nee, zeker niet. De Amerikaan is uitgerust met een diesel of benzine slurpende V6 of V8. Buicks slagschip, dat verkocht werd tussen 1959 en 1990, was er als coupé, sedan, convertible en als stationwagon. De Electra is niet officieel in Nederland te koop geweest, maar er zijn er wel de nodige exemplaren 'grijs' geïmporteerd. De Electra heeft is vernoemd naar Electra Waggoner Biggs, de schoonzus van Harlow Curtice, de toenmalige president van General Motors.
Maar ook de Electra is nu elektrisch. In China verkoopt Buick de elektrische Electra E4 en de Electra E5.