Hiermee onderscheidt de Honda 0 Series zich van andere EV's

Met de E en de e:Ny1 maakt Honda tot nu toe niet al te veel indruk op het EV-toneel. Dat moet veranderen met een nieuwe, puur elektrische modelreeks die Honda de 0 Series noemt. ‘0 Series’ staat kort door de bocht voor een nieuw begin. De modellen ie eronder vallen, staan op een speciaal voor EV’s ontwikkeld platform, met de voordelen die we op dat vlak al bij andere merken hebben gezien. Denk aan een grote wielbasis en korte overhangen, maar ook aan een keurig in de bodem weggewerkt accupakket. Honda hanteert ‘Thin, Light & Wise’ als speerpunten bij de ontwikkeling. Dat ‘Wise’ (wijs of ‘slim’) hebben we vaker gezien, al heeft Honda wat nieuwe AI-geintjes in gedachten. ‘Thin’ (dun) en ‘Light’ (licht)  zijn echter geen eigenschappen die we doorgaans aantreffen bij EV’s, en juist daar wil Honda zich onderscheiden.

Thin en Light

De in samenwerking met LG in de VS gebouwde accumodules zijn breder en platter dan gebruikelijk. De grote winst komt op dit vlak van de behuizing van die modules. Door gebruikmaking van slimme lastechnieken (‘Friction Stir Welding’, wrijvingsroerlassen met een snel ronddraaiende laskop) stelt Honda in de gelegenheid om dunne materialen te verbinden met dikkere, sterkere materialen. Zo maakt het op relatief eenvoudige wijze een dito accubehuizing, bestaande uit één universele helft één helft die varieert per auto- en accuformaat. De helft van de koelkanalen is al in deze behuizing gestanst, de andere helft en afdekking daarvan wordt gevormd door een dunne aluminium plaat die tegen het geheel wordt gelast.

Een aluminium 'bak' met uiterst platte kanalen voor de koelvloeistof

Het resultaat: een accubehuizing die volgens Honda zo’n 25 procent dunner is dan gebruikelijk. Dat zou neerkomen op een millimeter of 8, of 6 procent ten opzichte van ‘andere fabrikanten’, die Honda helaas niet nader specificeert. De lichte en eenvoudige manier van bouwen beperkt zich niet tot het accupakket, maar vinden we ook terug bij de rest van de auto. Dat levert volgens Honda een flinke gewichtsbesparing op, tot wel 100 kg voor een vergelijkbare EV van een ander merk.

Maximale interieurruimte

De elektromotoren zijn volgens Honda eveneens een stuk platter dan gebruikelijk. Een (opnieuw ‘ten opzichte van andere fabrikanten’) 40 procent kleinere omvormer die bovendien naast in plaats van bovenop de motor is geplaatst, levert maximale ruimte op voor andere zaken. Dat is het doel volgens de autofabrikant: meer ruimte voor mensen, minder voor techniek. Een bijkomend voordeel is dat de elektrische auto’s uit de Honda 0 series ongebruikelijk laag kunnen zijn. Honda belooft voor de Saloon een hoogte van maximaal 1,40 meter en dat is inderdaad erg laag voor een EV. Tesla’s Model 3 en Model S zijn allebei zo’n 1,43 meter hoog, een BMW i4 1,45 meter. Een Porsche Taycan is in veel gevallen wel lager, maar met 1,38 meter scheelt het niet veel.

Vier- of achterwielaandrijving

De nieuwe aandrijfunits komen er vooralsnog in 2 smaken: een ‘hoofdmotor’ met 180 kW ofwel 245 pk, en een ‘sub-motor’ die 50 kW/68 pk levert. De sterkere elektromotor zit bij de EV’s altijd op de achteras, voor de vooras kan Honda kiezen voor de zwakkere of de sterkere variant en zo verschillende vermogensversies realiseren. De 50-kW unit vindt ook zijn weg naar hybrides, waar hij juist vanaf een plekje bij de achterwielen voor ondersteuning en vierwielaandrijving mag zorgen.

Elektrische prestaties

Ook op het gebied van accudegradatie (maximaal 10 procent na 10 jaar) en energieverbruik moeten de nieuwe Honda’s kunnen meedoen met de beste auto’s in hun segment. De Japanners bijvoorbeeld 2 procent efficiëntere aandrijflijn in de middenklasse, een 13 procent efficiënter verwarmingssysteem en een met 3 procent afgenomen verbruikstoename onder winterse omstandigheden, maar dan wel allemaal in vergelijking met ‘andere fabrikanten’ en dus weinig concreet.

Over accucapaciteiten rept het merk al helemaal met geen woord, al roept het wel dat het 300 mijl rijbereik volgens de Amerikaanse EPA-methode wil realiseren voor verschillende modellen (300 mijl is dik 482 kilometer). Bekijken we auto’s met een vergelijkbare actieradius, zoals de Hyundai Ioniq 5 met het ‘oude’ accupakket van 77,4 kWh, dan zien we dat die volgens de in Europa gehanteerde WLTP-methode dik 500 kilometer laten noteren. Bovendien hebben de Honda’s voorlopig níet het 800V-boordnet dat Hyundai sinds die Ioniq 5 wel gebruikt. Dat heeft gevolgen voor de laadsnelheid, die bij Honda naar verluidt blijft steken op zo’n 150 kW. Dat is hooguit netjes, maar zeker niet grensverleggend.

Al in 2026

Het onderscheid moet volgens Honda niet zo zeer komen van die elektrische prestaties, maar van die efficiënte bouw, de uitstekende rij-eigenschappen en de bewezen Honda-kwaliteit. Of dat voldoende is, kunnen we al snel ontdekken. Volgend jaar gaan we op de CES in Las Vegas meer horen en zien van de eerste productieauto uit de reeks, terwijl Honda in 2026 de definitieve versie van dat model uit de 0 Series toont. Dat zal een hoog gepositioneerde en dus prijzige sedan-achtige zijn waarvan het uiterlijk volgens Honda ‘waar mogelijk’ op de concept-car lijkt. Dat belooft wat, want die concept-car lijkt rondom één glooiende lijn te zijn getekend en is een nogal futuristische verschijning. Dat ‘monovolume’-design levert voordelen op voor de interieurruimte, want vrijwel de gehele lengte van de auto komt ten goede aan passagiers en bagage.

Zeven modellen in 2030

De nieuwe productfamilie is al aangekondigd, rondom de onthulling van twee concept-cars op de CES in Las Vegas eerder dit jaar. De Saloon is de voorbode van een elektrische sedan-achtige, de Space Hub een ruimtelijke MPV-achtige met een nog grotere rol voor autonoom rijden. Die laatste kunnen we voorlopig vergeten, want binnen de 0 Series staan ons vooralsnog alleen SUV’s en sedans te wachten.

In 2026 krijgen we ook een middelgrote SUV voorgeschoteld en een ‘entry-level-SUV’, een kennelijk betaalbare auto die wellicht extra interessant is voor Europa. Een jaar later komt Honda vooral Amerikanen tegemoet met een SUV met 3 zitrijen, in 2028 is het tijd voor een compacte SUV (CR-V-achtig?) en 2029 brengt een kleine SUV uit de 0 Series. In 2030 sluit Honda de introductie van nieuwe elektrische modellen voorlopig af zoals het de serie begint: met een sedan. Wel gaat het in dit jaar om een compacter model, denk (onze invulling) Tesla Model 3. De marktintroductie van de modellen vindt allereerst plaats in Noord-Amerika, gevolgd door Japan en de rest van Azië. Daarna is Europa pas aan de beurt, maar Honda belooft wel degelijk dat de zeven modellen wereldwijd op de menukaart staan in 2030.

Van EV Plus tot Prologue

Honda EV Plus uit 1997

Honda heeft eerder EV’s gehad, zelfs al in 1997. Die EV Plus is echter slechts in een kleine oplage gemaakt en ook de latere elektrische Clarity (geleverd naast de waterstofversie) leverde geen groot rijbereik noch grote verkoopaantallen op. In Europa kennen we sinds 2020 de ronduit schattige Honda E, maar die maakte behalve met zijn uiterlijk en interieur weinig indruk. Een beperkte actieradius is één ding, maar een hoog energieverbruik is in zo’n kleine en ogenschijnlijk gestroomlijnde auto moeilijk te verkroppen. Sinds 2023 is er de e-Ny1. Die elektrische HR-V biedt iets betere prestaties, maar is nog altijd niet indrukwekkend. Vrij prijzig is hij wel en dat levert gecombineerd met een weinig memorabel uiterlijk opnieuw geen serieus EV-alternatief op. In de VS voert Honda nog de grotere Prologue. Die is ogenschijnlijk serieuzer, maar kwam tot stand in samenwerking met GM. In feite is het dus geen écht Honda-product, en die samenwerking met de Amerikanen is trouwens ook alweer stopgezet.