Dit zijn de nieuwe youngtimers van 2021: coupé/cabrio
Fiscaal aantrekkelijk genieten
De youngtimerregeling is geliefd onder zakelijke rijders in Nederland. Wanneer auto's 15 jaar oud zijn, komen ze voor het gunstige bijtellingstarief in aanmerking. Ieder jaar komen er dus weer 'nieuwe' modellen bij die zakelijk voordelig gereden kunnen worden. We zetten een stel 'interessante debutanten' op een rijtje die zowel in coupé- als cabrioletvorm - of een combinatie hiervan - verkrijgbaar waren in 2006.
Eerst even een korte opfrisser over de youngtimerregeling voor wie minder thuis is in bijtellingsland. Wanneer je meer dan 500 privékilometers rijdt met je zakelijke auto, tel je jaarlijks 35 procent van de dagwaarde waarde van de auto op bij je belastbaar inkomen. Dit bijtellingspercentage gaat alleen op als je auto de youngtimerstatus heeft, oftewel wanneer het voertuig minimaal 15 jaar oud is. De dagwaarde is in de meeste gevallen behoorlijk gunstig, waardoor je relatief weinig bijtelling betaalt en tegelijkertijd alle autokosten van de bedrijfswinst af kunt trekken. Het gunstige bijtellingstarief gaat in vanaf de dag dat de auto 15 jaar wordt, gemeten vanaf de eerste internationale toelating. Dat moet je dus goed in de gaten houden. Je kunt niet de auto eerder al kopen en dan pas besluiten om bij te gaan tellen. Terwijl je zakelijk rijdt, kun je kiezen tussen wel of niet bijtellen, maar dat betekent dat je niet privé met de auto mag rijden tot 1 januari 2022, mocht je in eerste instantie besluiten om niet bij te tellen.
Op jacht naar een coupé of een cabrio van 15 jaar of ouder die vanaf volgend jaar fiscaal aantrekkelijk te rijden is? Let dan goed op, we zetten er een stel op een rij:
1. Alfa Romeo Brera/Spider
Op zoek naar een Italiaanse schone als youngtimer? Dan is de Alfa Romeo Brera wellicht een leuke optie. Of, als je graag open rijdt, de Spider. In het najaar van 2005 startte Alfa Romeo al met de productie van de Brera, dus helemaal nieuw is hij volgend jaar niet als youngtimer. Wel wordt het aanbod een stuk ruimer, want in 2006 zijn er 8.248 Brera's geproduceerd, tegenover 1.630 stuks in 2005. De Spider is wel in 2006 voor het eerst gebouwd. In eerste instantie was de Brera leverbaar met drie motoren: een 2.2 JTS viercilinder met 185 pk, een 3,2-liter V6 met 260 pk en een 2,4-liter JTD-turbodiesel met 200 pk. De Spider beschikte bij zijn introductie alleen over de eerste twee krachtbronnen. Beide Alfa's zijn goed opgedroogd en unieke verschijningen in het straatbeeld. De betrouwbaarheid is en blijft echter een Italiaans kwaaltje, dus let er goed op of het onderhoud netjes is uitgevoerd.
2. Jaguar XK
Laat het maar aan de Britten over om stijlvolle coupés te bouwen. In 2006 introduceerde Jaguar de tweede generatie van de XK, een coupé die bij zijn introductie alom geprezen werd om zijn vloeiende lijnen en gebalanceerde proporties. Het ontwerp komt uit de koker van Ian Callum, de designer die onder meer verantwoordelijk is geweest voor de Aston Martin DB7 en Vanquish. De X150, zoals de codenaam van de tweede generatie XK luidt, was als coupé en als cabriolet leverbaar. Hij kwam in eerste instantie alleen op de markt met een atmosferische 4.2 V8. Dit blok laat 300 pk los op de achterwielen en stuwt de XK in 6,2 seconden naar de 100 km/h. De topsnelheid is begrensd op 250 km/h. Vandaag de dag zijn dit geen uitzonderlijk spectaculaire waarden meer, maar de XK is nog immer vlot zat. Voor wie dat niet genoeg is, is er de XKR, die in september 2006 zijn intrede op de markt deed. De V8 kreeg een supercharger en stampt er 420 pk uit, waardoor de acceleratie naar de 100 km/h al in 5,2 seconden gedaan is. De XKR is onder meer te herkennen aan extra koelsleuven in de motorkap en vier uitlaatpijpen. Deze generatie Jaguars staat als relatief betrouwbaar te boek. Dat neemt echter niet weg dat de XK destijds een dure auto was, met bijbehorende onderdelenprijzen. Iets om rekening mee te houden.
3. Volkswagen Eos
De Volkswagen Eos kan gezien worden als spiritueel opvolger van de Golf Cabriolet. Bij de Golf V kreeg-ie zijn eigen naam en een wat meer eigenzinnig ontwerp. De naam Eos verwijst naar de Griekse godin van de zonsopkomst. Qua uiterlijk heeft de Eos eigenlijk maar weinig meer gemeen met de Golf. De onderliggende techniek is hetzelfde, maar de Eos is een vierzitter met een stalen klapdak, waardoor hij in dichte vorm door kan gaan voor een coupé. In dat klapdak zat bovendien nog weer een glazen schuifdak. Klinkt wellicht overbodig, maar de Eos was hierdoor wel een behoorlijk veelzijdige cabriolet. Het mechanisme is echter behoorlijk complex en zeker in de vroege versies niet vrij van lekkages. Let dus goed op als je volgend jaar een fiscaal aantrekkelijke Eos wilt rijden. De coupé-cabriolet kwam met een hele waaier aan motoren, dus voor ieder is er wel wat wils.
4. Volvo C70
Nóg een vierzits cabriolet met een stalen klapdak, maar dan uit Zweden. De tweede generatie van de Volvo C70 kwam in 2006 op de markt en bood in feite twee auto's voor de prijs van één. De eerste generatie van de C70 kon je namelijk alleen óf als coupé, óf als cabriolet krijgen. Vanaf de generatie uit 2006 deelde de C70 zijn platform met de S40. Het motorenaanbod bestond in 2006 alleen maar uit vijfcilinders: de 140 pk sterke 2.4, de 2.4i met 170 pk en de T5 als topper met 220 pk. Dieselen kon in eerste instantie alleen met de 180 pk sterke D5. Als sportiviteit je ding is, moet je met een grote boog om de C70 heen lopen. Het chassis is ten opzichte van de S40 wel iets verlaagd, maar bovenal gericht op comfort. Met de typische vijfcilinder-roffel op de achtergrond moet het echter goed toeven zijn!