Deze verschillende modellen zijn stiekem hetzelfde
Lekker delen
- Elco van der Meer
- Achtergrond
Het fenomeen platformdelen is in de autowereld gemeengoed. De Volkswagen Group heeft het tot kunst verheven en ook Stellantis krijgt het steeds beter in de vingers. Maar een modern autoplatform is behoorlijk flexibel: het zegt weinig over het onderstel en nog minder over het koetswerk. Zo’n gedeelde architectuur maakt de ontwikkeling van nieuwe modellen vooral veel voordeliger. Maar soms is dat niet genoeg …
En wat doe je dan? Juist, dan pak je gewoon de koets van een ander en plak je jouw eigen badge erop. Een praktijk die spottend ‘badge engineering’ wordt genoemd. Een springlevende praktijk ook, want zelfs recent zagen we er duidelijke voorbeelden van. Welke modellen pikken een graantje mee?
Volkswagen Passat en Skoda Superb
Laten we beginnen met het bekendste moderne voorbeeld: de nieuwe Volkswagen Passat en Skoda Superb. Bij de presentatie van Skoda’s grootste viel ons een ding in het speciaal op: die auto zagen we eerder. Dat was geen optisch bedrog, hij lijkt wel heel erg op de net iets eerder getoonde Volkswagen Passat. De voor- en achterzijde verschillen, maar alles daartussen is krek eender.
Bij de Seat Tarraco flikte de Volkswagen Group ongeveer hetzelfde kunstje, en het moet gezegd: daar komen ze best goed mee weg. Ze deden dan ook net iets meer moeite dan bij de Superb en Passat, want bij de Tarraco is het derde zijruitje iets anders van vorm. De deuren zouden we zó durven uitwisselen. De vraag is of het echt erg is: de voor- en achterkant van de Seat zijn zodanig eigen dat het niet opvalt dat het middenstuk gewoon van Volkswagen komt.
Ook in het verleden was het Volkswagen-concern dergelijke streken niet vreemd. Je moet immers een knap kind zijn om de Audi 50 en toenmalige Volkswagen Polo van elkaar te onderscheiden.
Ook Japan kan er wat van
Je zou nu bijna denken dat vooral Volkswagenmerken dit kunstje beheersen, maar ook Japanners zijn er niet vies van. Kijk bijvoorbeeld eens naar de Mazda 2 Hybrid, die in het geheel niet lijkt op de reguliere Mazda 2. Nee, je hoeft je oogharen niet eens te gebruiken om te zien dat het hier om een Toyota Yaris gaat. Een facelift maakt de Mazda weliswaar iets meer eigen, het is nog lang niet genoeg om zijn herkomst te verbloemen.
De interesse in Toyota’s compacte model stopt daarbij niet, ook eerder al werd de Yaris het slachtoffer van badge engineering. In de laatste jaren dat het merk Daihatsu in Europa actief was leverde het een kundig vermomde Yaris onder de naam Charade. Meer dan een paar aangepaste logo’s en wieldoppen monteren behelsde het proces niet: zelfs op kenteken was dit gewoon een Toyota. Een duidelijke laatste stuiptrekking van het inmiddels uit Europa verdwenen Daihatsu. Een ding scheelt: bij deze auto hoefden ze niet te liegen over botsproefresultaten.
Suyota
Het beperkt zich niet tot de Yarade, er zijn meer recente voorbeelden van gereba … eh, Japanse auto’s met een inclusieve ontstaansgeschiedenis. Neem de Suzuki Swace en Across, die je wel heel moeilijk kunt onderscheiden van de Toyota Corolla Touring Sports en RAV4 Plug-in Hybrid. Dat laatste is wel belangrijk: waar de Toyota RAV4 er ook als ‘full hybrid’ is heeft de Across altijd een stekker. Een ander belangrijk verschil is dat je bij de Suzuki-varianten geen ingebouwde navigatie kunt krijgen, tenminste tot de laatste facelift van de Swace. In veruit de meeste Suyota’s ben je dus aangewezen op Android Auto of Apple CarPlay.
Suzuki Swace.
Suzuki Across.
De vrijage tussen Suzuki en Toyota is er een, er bestaat nog een Tobaru-constructie. Daaruit komen de Toyota GT86 en Subaru BRZ voort. Die twee zijn tenminste gezamenlijk ontwikkeld, waardoor we geneigd zijn het ze iets minder kwalijk te nemen.
Frans-Japanse sjans
Dat Japanners niet vies zijn van speciaal knuffelen buiten de deur is nu wel duidelijk – en ze zijn ook nog eens niet verschillig. Zo gaat de huidige Renault Captur ook doodleuk door het leven als Mitsubishi ASX. Om de genen van alliantiepartner Renault te verbloemen kreeg de Fransoos de stoere, Japanse ‘dynamic shield’ aangemeten, terwijl de achterzijde trots en wijd uitgeschreven ‘Mitsubishi’ toont. Dat daarboven een kunststof ‘neus’ zit met een achteruitrijcamera, die normaal gesproken keurig in het Renault-logo is verwerkt? Daarvoor haalt de koper waarschijnlijk zijn reukorgaan op. Hetzelfde recept geldt trouwens voor de Cli … Co … ach, laat ook maar.
Mitsubishi ASX.
Bedrijfswagenlijn is swingersfestijn
In bedrijfswagenland zijn onderlinge vrijages een stuk minder opzienbarend. Uit het verleden kennen we al de Volkswagen LT en Mercedes-Benz Sprinter, die afgezien van grille en koplampen gewoon hetzelfde zijn. Maar ook recent nog: Ford en Volkswagen ontwikkelden samen de nieuwe Transit Connect en Caddy, en zelfs de laatste iteratie van de iconische Volkswagen Transporter is eigenlijk een Ford Transit Custom. Je zou bijna denken dat het bij VW niet helemaal lekker gaat.
Ford Transit Custom
Volkswagen Transporter.
En dan heb je nog de bedrijfswagenlijn van Stellantis: een swingersfestijn waarbij koetsen en logo’s het vrijelijk met elkaar doen. Toyota kijkt niet slechts likkebaardend toe, het doet vrolijk mee. In ieders verdediging: bij bedrijfswagens is het imago minder relevant. Het gaat erom dat je jouw klant in elk segment kunt bedienen met zowel een auto als passende ondersteuning. Fair enough. Maar bij de gekloonde personenauto’s past vooral een diepe zucht.
We hebben een aardige selectie moderne modellen voor je op een rijtje gezet, maar zo’n overzicht is vrijwel nooit compleet. Wat vind jij de meest opvallende kopie?