De Defender 110 is aanzienlijk goedkoper dan vijf jaar geleden – Back to Basics

Maar voor wit 'staal' betaal je extra

Land Rover Defender Back to Basics
Land Rover Defender Back to BasicsLand Rover Defender Back to BasicsLand Rover Defender Back to BasicsLand Rover Defender Back to BasicsLand Rover Defender Back to BasicsLand Rover Defender Back to Basics

Als we in deze rubriek een model voor de tweede keer behandelen, dan blijkt de auto in kwestie bijna altijd duurder dan eerst. Bij de Defender 110 is dat niet het geval, maar blijft er voor dat flink verlaagde bedrag wel voldoende auto over?

(Land Rover) Defender 110 S P300e Electric Hybrid Benzine

Om een Defender goedkoper te noemen dan ooit, moet je wel bereid zijn een klein beetje vals te spelen. Bij de introductie was de in Nederland erg aantrekkelijke plug-in hybride nog niet leverbaar, dus hesen we destijds de dieselversie op het podium. Nu is er weer plug-in-nieuws, want JLR komt met een P300e. Die is 100 pk minder krachtig dan de ‘oude’ P400e en daarmee zakt de vanafprijs van de 110 weer onder de €90.000. Met zo’n P300e kun je ongeveer 50 kilometer elektrisch rijden, goed nieuws voor het bpm-bedrag voor zolang dat nog duurt.

De middellange 110 is overigens ook de enige Defender-versie die je als plug-in kunt krijgen. Niet alleen de extra lange 130 is daardoor duurder dan de 110 in Nederland, maar ook de korte 90 kost flink meer (vanaf €129.647). Wie enigszins verantwoord in een Defender wil rijden, komt dus niet alleen om zijn praktische, maar niet al te grote koets bij de 110 uit.

Het eerste wat opvalt bij het vergelijken van de foto’s van nu en die van toen, is dat de witte stalen wielen hebben plaatsgemaakt voor ‘saai’ zilverkleurig lichtmetaal. Stiekem zijn die markante witte wielen al eerder geschrapt, maar het blijft jammer. Door het lichtmetaal oogt de Defender op één of andere manier niet minder, maar juist sterker als een typische basisversie. Het staal kun je immers nog als een bewuste keuze verkopen, een manier om hem stoerder te doen lijken, terwijl de huidige 19-inch wielen typisch iets zijn voor een simpele uitvoering in dit segment.

€6.699 voor dé wielen

Dat denken ze bij Defender - dat is nu een merknaam - zelf blijkbaar ook, want de uitstraling van de ‘oude’ basiswielen wordt nu geïmiteerd door 20-inch Style 9013-wielen. Samen met een dito reservewiel is dat een optie van bijna €3.000, die je bovendien verplicht om over te stappen op een retro-kleurstelling in blauw met een wit dak. Totale kosten: €6.699, waarna er een Defender staat die je op geen enkele manier meer een basisversie kunt noemen.

Wie de optionele Style 9013-wielen bestelt, krijgt meteen een totaal andere auto

Behalve wielen kun je trouwens ook kiezen voor speciale banden. Standaard monteert Land Rover brave allseasons, maar tegen meerprijs van slechts €311 zitten er ruige offroad-banden om je basiswielen. Ook om het exemplaar op de achterklep, uiteraard. Dat wiel is standaard niet afgedekt, maar dat staat wat ons betreft prima. Privacy glass is standaard, dus zwarte ruiten horen er altijd bij.

De instapversie van de Defender, ‘S’ genaamd, is er behalve als plug-in ook als 200- en 250 pk sterke diesel, waarbij met name de 200-pk-variant bepaald niet snel is. Voor zes- en achtcilinders moet je naar hogere ‘trim levels’ overstappen: alle hier aanwezige motoren zijn viercilinders. Vierwielaandrijving is uiteraard wel standaard, net als hoge en lage gearing en zelfs luchtvering en een Terrain Response-systeem.

Zes stoelen

De carrosserie is zonder bijbetaling gespoten in ‘Fuji White’, alle andere kleuren brengen een meerprijs met zich mee. In het interieur wacht op kleurgebied alsnog een verrassing: kunstleer ‘resist’ is zonder meerprijs ook in Khaki-groen of wit-achtig ‘Light Cloud’ uit te voeren. Een derde zitrij behoort in de plug-inhybride 110 niet tot de mogelijkheden, maar toch kun je tegen bijbetaling van €908 met zes man op pad. Hoe dat zit? Waarschijnlijk beroerd, want de zesde stoel is een opklapbaar ding tussen de voorstoelen die de aldaar geplaatste armsteun vervangt. Toch geinig!

Deze lichte interieurkleur kan gratis worden geselecteerd.

Geen stoelverwarming

Kijken we om ons heen in het basis-interieur, dan leidt dat niet tot grote teleurstellingen. Automatische climatecontrol met twee zones, een Pivi Pro-infotainmentsysteem met 3D surround-camera, adaptieve cruisecontrol, deels elektrisch verstelbare stoelen, keyless entry en -start en zelfs een draadloze telefoonlader en interieurvoorverwarming zijn standaard. Stoelverwarming is de enige serieuze ‘misser’ die we kunnen bedenken, en kost €427 extra. Het is een beetje het standaard riedeltje in het premiumsegment anno nu: de basisversie is prima, maar voor echte lekkernijen trek je alsnog flink de knip. Denk daarbij aan uiterlijkheden, maar ook aan extra geavanceerde ledverlichting, panoramadaken, fijnere stoelen en een uitgebreider audiosysteem. Op de optielijst vinden we eveneens minder voor de hand liggende zaken, zoals ‘soft close’ voor de achterdeur (met band) van €256, en zichtbare sleepogen in de achterbumper voor €389. En wat te denken van een trekhaak? Dit voor Defender-kopers o zo belangrijke onderdeel zit in een Tow Pack, dat voor €2.659 de nodige elektronische ondersteuning brengt.

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (39)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.