Belastingplicht bpm verschuift naar importeurs
Toezegging waargemaakt
Importeurs worden de belastingplichtigen voor de bpm, blijkt uit een nota van wijziging op het Belastingplan 2021. Hiermee maakt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën de eerder gedane toezegging waar dat klanten door de procedurele wijziging niet dubbel gaan worden belast.
De nota van wijziging houdt dus in dat niet de dealer, maar de importeur voortaan de belastingplicht voor de bpm draagt. Degene die het voertuig inschrijft gaat namelijk de belastingplicht dragen in plaats van de tenaamgestelde. Dit betekent ook dat dealers niet langer het bpm-risico dragen, mocht hun importeur failliet gaan. Bij de faillissementen van Rover en Kroymans betaalden dealers de bpm namelijk dubbel omdat zij het bedrag al hadden afgedragen aan de importeur, maar de Belastingdienst voor de uiteindelijke tenaamstelling alsnog verhaal kwam halen voor een afdracht. Dat risico lopen dealerbedrijven straks niet meer, zo verduidelijkt de Bovag. Voor de import van gebruikte auto's verandert de nota van wijziging niets: het is straks dus niet meer mogelijk om in de periode tussen de inschrijving en tenaamstelling bpm af te schrijven.
In september meldde de Bovag dat een procedurele wijziging in de afhandeling van de bpm-betaling mogelijk nadelig uit kon gaan pakken voor klanten van autobedrijven. In de nieuwe situatie is de bpm namelijk geen 'doorlopende post' meer voor autobedrijven, waardoor het er even op leek dat het bpm-bedrag bij de kale verkoopprijs opgeteld moest gaan worden. In dat geval zou de consument ook over het bpm-bedrag btw af moeten tikken. Onterecht, vond de Bovag, waarop de belangenorganisatie voor autobedrijven de kwestie aankaartte. Naar aanleiding daarvan stelde VVD-Kamerlid Helma Lodders Kamervragen over deze kwestie. Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën deed toen de toezegging dat de klant niet de dupe zou gaan zijn van deze maatregel. Met de nota van wijziging heeft hij zich aan zijn woord gehouden.