Ford Fiesta ST vs. Volkswagen Polo GTI - Vergelijkende Test

Dat autofabrikanten elkaar nauwlettend in de gaten houden, wordt onder meer duidelijk als je kijkt naar het aantal pk's waarover 'hot hatches' in het zogenaamde B-segment tegenwoordig beschikken. Kort na de eeuwwisseling doorbraken de C-segmenters de 200 pk-grens, nu is het de beurt aan hun compactere broers. De manier waarop dat vermogen tot stand komt, is een verschil van dag en nacht bij de Ford en Volkswagen die hier op het toneel staan. Ford verrast vriend en vijand door een driecilinder in de snelste Fiesta te monteren. Het 1,5-liter blok is even wennen in het liefhebberswereldje, maar de compleet nieuwe motor is toch echt krachtiger dan de 182 pk sterke 1.6 van z'n bejubelde voorganger. Volkswagen zoekt z'n heil in een ander uiterste. De al relatief forse 1.8 TSI van de vorige Polo GTI heeft plaatsgemaakt voor een nóg groter blok, de 2.0 die ook in de Golf GTI z'n werk doet. Daarmee lijkt het model tegen de downsizestroom in te roeien, maar bij een auto als deze gelden andere prioriteiten dan in de rest van het gamma. Hier telt het rijplezier.

Hoewel Volkswagen vaak naar voren wordt geschoven als de uitvinder van de hot hatch, zijn het Ford en Renault die in de laatste jaren vaak de grootste grijns op ons gezicht wisten te toveren. De vorige Fiesta ST was een heerlijk speels gooi-en-smijt-ding, dat onder liefhebbers nog lang gewild zal blijven. Aan de buitenkant is de nieuwe Fiesta meteen herkenbaar als Fiesta, terwijl-ie toch helemaal nieuw is. In de vorm van een opvallende grille met een rode ST-badge, een wat agressievere voor- en achterbumper en een dakspoiler heeft de snelste versie voldoende herkenningspunten, maar het verschil met een sportief aangeklede, normaal gemotoriseerde ST-Line is klein. Wie twijfelt, krijgt uitsluitsel door de wielen, die met standaard 18-inch behoorlijk aan de maat zijn en lekker opvallen door het design. De Volkswagen heeft standaard 17-inch en is rondom voor- zien van typerende GTI-kenmerken. Sinds de Golf V wordt elke GTI weer voorzien van een rode bies in de grille, kenmerkende GTI-badges, subtiel spoilerwerk en een dubbele uitlaat. Het staat de Polo uitstekend. Wel geldt ook hier dat rijders van 'mindere' versies het uiterlijk aardig kunnen nabootsen door een sportief aangeklede R-Line te bestellen.

Stappen we in de Polo GTI, dan valt meteen de geruite bekleding op, ook al zo'n historisch bepaald GTI-kenmerk. Laat het leer maar achterwege in deze auto, want deze stof staat hem uitstekend. De stoelen zelf zitten prima, maar weinig sportief, en de zitpositie is dik voor elkaar. Het dashboard is zoals in elke Polo strak afgewerkt en vormgegeven, al kun je het wat saai en klinisch vinden. De matrode baan die ongeacht de exterieurkleur standaard in de GTI wordt gemonteerd, slaagt er echter goed in om de boel wat op te vrolijken. Zo'n element ont- breekt in de Fiesta, die het met glimmende accenten in een carbonachtig motief moet doen. Omdat ook opvallend gekleurde bekleding ontbreekt, lijkt het ST-interieur op het eerste gezicht wat saai, maar dat verandert rap als je plaatsneemt in de diepe Recaro-kuipen. De stoelen omklemmen je lijf zoals schoenen dat met je voeten doen, dus wie wat omvangrijker is dan gemiddeld, komt wellicht in de problemen. Als je erin past, zit de stoel je echter als gegoten en bovendien staat hij lager dan in de Polo. Samen met het sportief gevormde stuurwiel zorgt dat meteen voor het juiste gevoel: in deze auto wil je rijden, en snel!

RAUW

Na een druk op de startknop komt de opgepepte driepitter luidruchtig tot leven. Vanaf de bestuurdersstoel klinkt de 1.5 heerlijk rauw en dreigend, maar voor omstanders is de ongebalanceerde loop, die eigen is aan een driecilinder, duidelijk hoorbaar. Dat verandert echter rap zodra we gas geven, want dan zet de Fiesta een stevige keel op. De eerste meters maken direct duidelijk wat voor vlees we in de kuip hebben, want de besturing is ook bij lage snelheden verrassend zwaar en direct. Ook opmerkelijk is de hoeveelheid informatie die het onderstel doorgeeft. Vrij vertaald: de Fiesta is plankhard. ’s Morgens je woonwijk uitrijden dient met beleid te gebeuren, want van drempels, verzakte bestrating en gaten in het asfalt is deze auto niet gediend. Dat drukt een flinke stempel op de dagelijkse bruikbaarheid, maar het geeft de ST-bestuurder ook meteen het gevoel dat het hier om een bijzondere auto gaat. Dat gevoel wordt versterkt als je de Sport-stand inschakelt. Het levert nog meer geluid op, alsmede een strakgetrokken onderstel en besturing, maar de verschillen met de normale rijmodus zijn klein.

Eenmaal op de buitenweg worden de verwachtingen die de auto wekt probleemloos ingelost. De kleinste ST is nog altijd een gooi-en-smijtauto van de bovenste plank, hij reageert speels op (te) snel genomen bochten en kan dankzij het optionele sperdifferentieel enorm hard de bocht worden uitgejaagd. Het fijne stuurwiel geeft daarbij zo nauwkeurig door wat er onder de wielen gebeurt, dat het lijkt alsof de voorwielen zonder enige vorm van overbrenging aan de stuurstang zijn gemonteerd. Dat is niet alleen maar fijn, want net als bij je skelter vroeger heeft het Fiesta-stuur soms de neiging om een eigen leven te gaan leiden. Op hogere snelheid op een niet heel perfect wegdek is het zaak om beide handen stevig aan het stuur te houden, want een forse oneffenheid kan zomaar voor een koerswijziging zorgen. Schakelen gaat in de Fiesta nog altijd met de hand. De pook is laag geplaatst, waardoor je hand er niet als vanzelf op valt, maar verder is er weinig op de bak aan te merken. Ook de korte pook laat exact weten wat de techniek doet, zodat snel schakelen een waar feestje is. Zo hoort het in een auto als deze.

MINDER INZET

In de Polo is zelf schakelen niet nodig, want tot nu toe worden GTI’s voorzien van een DSG-automaat. Een handgeschakelde zesbak komt binnenkort beschikbaar, maar voor niet al te puristisch ingestelde liefhebbers is de zestraps DSG geen straf. Dankzij schakelflippers aan het stuur is het mogelijk om zelf de regie te houden over de gekozen versnelling, terwijl in de dagelijkse file de D-stand het werk kan doen. Wel zo ontspannen en dat is tekenend voor de Polo. Ook deze auto laat bij het starten horen dat er geen alledaagse 1.0 in het vooronder ligt, maar het omdraaien van de sleutel (een startknop is optioneel) levert een minder heftig geluid op dan in de Fiesta. De donkerbruine brom van de 2,0-liter is ook in de rijmodus ‘comfort’ altijd hoorbaar, maar verder is de GTI bij normaal rijgedrag moeilijk te onderscheiden van een minder krachtig exemplaar. De besturing is licht, de bak schakelt vlot op en het onderstel is stevig, maar niet vervelend hard. Oordeel echter niet te snel, want het inschakelen van de Sport-stand heeft hier meer effect dan in de Ford. De DSG schakelt direct een verzet terug, de gasrespons wordt directer, de besturing gaat op scherp en de demping ook: de Polo is er klaar voor!

De 2.0 laat ineens meer van zich horen en daar blijft het niet bij, want het geblazen blok lijkt z’n kracht altijd voorhanden te hebben. Waar de Fiestamotor soms even op stoom moet komen, reageert de Volkswagen onder alle omstandigheden direct op het intrappen van het gaspedaal. Ook in andere opzichten vraagt de Polo minder inzet van z’n bestuurder dan de Fiesta. De besturing is minder direct, maar daardoor ook rustiger dan die van de Ford en in het grensgebied drukt de GTI op een voorspelbare manier naar de buitenkant van de bocht. Daarmee is de Polo geen saaie auto, want ook hier valt zeker genoeg lol te beleven. Terugschakelen door een snelle tik op de linkerflipper resulteert al snel in vermakelijke plofjes uit de uitlaat.

Door het voorspelbare karakter kan ook de minder ervaren bestuurder echter veilig ‘spelen’. Als dagelijks vervoermiddel overtroeft de Volkswagen de Fiesta. Niet alleen omdat gaten in de weg hier comfortabeler worden weggewerkt, maar ook omdat de Polo ruimer is en zo aanvoelt. Waar de Fiesta met z’n diepe dashboard en smalle binnenste aanvoelt als een kleine auto, komt de Polo eerder over als een compacte middenklasser. Achterin de Fiesta is voldoende ruimte voor een auto in dit segment, maar de Polo overstijgt dat niveau en behoort tot de ruimste auto’s in z’n klasse.

MUST

Dat is mooi meegenomen, maar bij hot hatches is ruimte niet de eerste prioriteit. Als het daarom te doen is, kun je maar beter met een grote boog om deze auto’s heen lopen, temeer daar de prijskaartjes stevige bedragen vermelden. Voor minder dan € 30.000 krijg je ze niet mee. En dan volgen nog de opties, want helemaal compleet zijn deze auto’s standaard niet. Dat geldt voor de Polo nog meer dan voor de Fiesta. Het uitgebreide en fijn werkende ‘Discover Media’-multimediasysteem van Volkswagen vereist bijvoorbeeld de aanschaf van het ‘Executive pakket’, een optie van € 1.218. Ook voor die leuke rode biesjes in de koplampen moet de knip open, want die zijn alleen aanwezig bij de ledkijkers van € 853. Standaard heeft een Polo GTI halogeenlampen. Tel er een digitaal instrumentarium, 18-inch wielen en wat veiligheidsvoorzieningen bij op en er staat een Polo van € 34.838. Het elektronische XDS-sperdifferentieel is standaard en de vlag gaat uit voor de kleur, want het opvallende ‘Flash Red’ vraagt zowaar geen extra investering.

De Fiesta ST zit in Nederland standaard beter in z’n spullen dan de Polo, want Ford levert de auto hier alleen in de meest luxe uitvoering ST-3 en met een vijfdeurs koetswerk. Voor net geen 32 mille biedt Ford onder meer het goedwerkende Sync 3-multimediasysteem mét heerlijk klinkende Bang & Olufsen-audio, keyless entry en –start en 18-inch lichtmetaal. Ledkoplampen zijn optioneel, net als het sperdifferentieel, dat de aanschaf van het ‘Performance Pack’ (€ 950) vereist. Dat pakket omvat ook launch control en is voor een ST eigenlijk een must. ‘Onze’ Fiesta is daarnaast voorzien van onder meer een verwarmbaar stuurwiel en een mooie blauwe kleur ter waarde van € 600 en kost daarmee € 35.070.