Viva Italia: Fiat!

Fiat Panda
Fiat PandaFiat Dino CoupeFiat Dino SpiderFiat 131 AbarthFiat 124 SpecialFiat 500Fiat 124 SpiderFiat MultiplaFiat X1/9Fiat RitmoFiat CoupéFiat Sedici 1.6 16VFiat CromaFiat 500L Living
Deze week laten we ons bij AutoWeek inspireren door al het moois dat Italië ons op automobiel gebied heeft gebracht. AutoWeek 37 staat er vol mee en op deze plaats zetten we elke dag de 10 mooiste - maar ook de miskleunen - creaties van een Italiaans merk in het zonnetje. Vandaag: Fiat.

Gisteren konden we snuffelen aan tien bijzondere Alfa Romeo's. Vandaag laten we een reeks opvallende, fijne of vreemde Fiats vanaf de jaren zestig de revue passeren. Uiteraard volledig subjectief geselecteerd en weinig wetenschappelijk toegelicht. Wij presenteren je een lijstje waar grote baas Sergio Marchionne ongetwijfeld wat kanttekeningen bij zou plaatsen...

1. De Panda (1980) De oer-Panda is er toch wel eentje om nooit meer te vergeten. Het ultieme blokkendoosje, kariger uitgerust dan je grootmoeders fiets, is tot 2003 in productie geweest en dat heeft meer dan 4,5 miljoen nakomelingen tot gevolg gehad. Begint inmiddels een aardige klassieker te worden, vind maar eens zo'n eerste generatie (met dat asymmetrische grilletje) in originele staat. Onze eigen Nic de Boer rijdt dagelijks met een grote grijns rond in z'n Italiaanse ukkie, compleet met kruin tegen het dakje.

2. De Dino Coupé en Spider (1966). De Fiat die er mede verantwoordelijk voor was dat Ferrari z'n V6-blok gehomologeerd kreeg voor de Formule 2. Debuteerde in 1966 op de Autoshow van Turijn, en is met z'n achterwielaandrijving en bloedmooie lijnen een blijvertje. Niemand minder dan Giorgetto Giugiaro tekende het dichte exemplaar. Pininfarina nam het lijnenspel van de Spider voor z'n rekening.

3. De 131 Abarth (1976). De eerste serie van de 131 verscheen in 1974 op de markt, maar was lang niet zo spannend als de bizarre Abarth-editie die later het levenslicht zag. Wist tussen 1976 en 1981 maar liefst 18 World Rally Championship-wedstrijden te winnen. In '77, '78 en '80 wist deze razende Italiaan zelfs de totale eerste plek in te pikken.

4. De 124 (1966). Voor z'n tijd een opvallend moderne gezinsauto, met een fraaie en relatief tijdloze jas. Dé auto die de basis legde voor de welbekende Lada uit de 1200/2100-reeks (VAZ-2101). Ondergetekende werd als kleine man van hot naar her gebracht in zo'n rode Rus, en daarmee heeft ook de 124 een permanente plek in de Fiat-top-10 weten te claimen. Saillant detail: niet alleen de Russen wisten wel raad met de 124, ook in India (Premier 118NE), Spanje (Seat 124) en Turkije (Tofaş Serçe) verscheen men met eigen derivaten ten tonele.

5. De 500 (1957). Leuk natuurlijk, zo'n retro-500, maar het echte Vijfhonderdje is en blijft toch echt de allereerste. Het rugzakje is bijna vier miljoen keer van de band gerold en maakte meer mensen mobiel dan vooraf werd gedacht. Onze zuiderburen noemen dit aaibare Italiaantje overigens liefkozend bolleke.

6. De 124 Spider (1966). Een heerlijke dakloze Mediteraan die zowel met 1.4- als met geblazen 2.0-motoren op de markt verscheen. Pininfarina mogen we bedanken voor z'n tijdloze verpakking. Nadat Fiat 'm in 1982 uit productie nam, pikte Pininfarina de productie gewoon zelf weer op. Tussen 1983 en 1985 was-ie gewoon nog te koop als Pininfarina Spider Azzura.

7. De Multipla (1998). Pardon? De Multipla in deze ranglijst? Jazeker! Met z'n drieën naast elkaar heb je ongetwijfeld nog nooit zo luid lachend voor schut gereden, de cultstatus die de overigens behoorlijk praktische MPV met z'n dubieuze ribbel heeft verworven voegt tegenwoordig enige charme toe aan de Multipla. Door z'n lage zwaartepunt is het ruimtewonder nog verrassend rap de hoek om te sturen. Na z'n facelift werd-ie er beduidend minder leuk op. Dat model wordt nog altijd gemaakt door het Chinese Zotye.

8. De X1/9 (1972). Kleine achterwielaandrijver met middenmotor. Designhuis Bertone is verantwoordelijk voor z'n koets, en zij hebben daar een subtiel maar krachtig jasje van gemaakt. Kreeg door de Amerikaanse regelgeving aan de andere kant van de grote plas wel een set dikke lippen aangemeten, maar dat mocht het rijplezier niet drukken. Opvallend detail: de sportieveling verscheen in de showrooms terwijl Fiat nog altijd numerieke aanduidingen voor z'n auto's had. De X1/9 behield z'n ontwikkelingscode.

9. De Ritmo (1978). De eerste serieuze poging van Fiat om de destijds verse Volkswagen Golf van repliek te dienen. Leverbaar als driedeurs, vijfdeurs en zelfs als cabriolet. Seat heeft 'm zelfs nog even mogen verkopen onder dezelfde naam, na z'n facelift werd-ie Ronda genoemd. Bijna twee miljoen exemplaren zijn ervan geproduceerd, maar hoeveel de roestduivel er in leven heeft gelaten, is nog maar de vraag...

10. De Coupe (1993). Chris Bangle, later vooral bekend van z'n BMW-ontwerpen, tekende de buitenkant van deze gedurfde coupe. Pininfarina werd opgetrommeld om het interieur in een aansprekende vorm te gieten. Leukste versie? Natuurlijk het geblazen exemplaar met vijf cilinders en 220 pk. Met een 0-100-tijd van 6,5 seconden en een topsnelheid van 250 km/h destijds een van de snelste voorwielaandrijvers.

Ook Fiat wil de plank helaas nog weleens misslaan. Voorbeelden daarvan zijn de in samenwerking met Suzuki gemaakte Sedici (zestien in het Italiaans, want: 4x4) en de als wat eigenaardig herboren Croma. De meer recente Fiat 500L heeft veel commentaar te verduren gehad, maar zou over een jaar of tien best eens de Multipla in dit lijstje van de troon kunnen gaan stoten...

Behoefte gekregen aan nog meer moois uit Italië? Haal dan AutoWeek 37, die werkelijk uit z'n voegen barst van de Italiaanse schonen!

PRIVATE LEASE Fiat

Lezersreacties (61)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.