Weblog Joost - Opgeblazen gevoel
Tijdens mijn rondje over het Concours d'Elegance op Paleis Soestdijk viel me op dat vele, vroeger toonaangevende, auto's zo klein zijn. Zet ze eens naast de gemiddelde auto van nu om het verschil te zien... die nieuwe auto's zien er opgeblazen uit. Auto-obesitas?
Het lijkt wel of het tegenwoordig allemaal groter moet. Zo zijn de SUV's steeds populairder en zie je ook de verschillende automodellen gewoon groeien. Het meest sprekende voorbeeld vind ik altijd de Mini, hoewel hij niet bij het Concours vertegenwoordigd was. Zet eens de verschillende generatie Mini's naast elkaar en zeker bij de recente Duits-Engelse Mini's lijkt het wel of ze de vorm (van de driedeurs hatchback dan wel) enigszins vasthouden maar steeds iets meer lucht in blazen.
De jubilerende Honda Civic stond er wél in verschillende generaties. Die eerste generatie was met 3,41 m lengte gewoon een kleine auto. Vergelijk die nu eens met de huidige Honda Civic. Dat is een compleet andere auto geworden. Bovendien is hij flink gegroeid. Hij is met zijn huidige 4,551 m zelfs groter dan de Honda Accord uit 1977, die 4,125 m lang was en in die tijd de middenklasse van Honda vormde. Je leest het goed: meer dan een meter langer.
Volkswagen Golf I vs Golf VIII
Hetzelfde kun je bij de Volkswagen Golf zien. Zet daar eens een Golf I uit de jaren 70 naast een huidige Golf VIII. Of zet die Golf eens naast de huidige Polo. Die is zelfs groter dan de eerste Golf. En met die hatchback was destijds menig vertegenwoordiger enorm blij, terwijl de Polo van tegenwoordig eerder wordt aangeduid als een compacte auto.
Dit lees je ook in verschillende autotests op deze site (en natuurlijk in het blad). Hoe komt het toch dat auto's groeien? Een van de oorzaken is te danken aan grotere veiligheid. Die vereist bijvoorbeeld dat aan de zijkanten bescherming wordt ingebouwd. Aan de voorzijde moet een ruimte tussen de motor en de motorkap zitten om een botsing met voetgangers met minder letsel te laten verlopen. Dat zorgt voor een groter volume.
Een tweede oorzaak is zeker in het elektrische tijdperk de accu van de auto's. Je wilt een grote(re) actieradius. Dat kan door de auto lichter te maken maar ook door meer accu toe te voegen. De bodem is in veel gevallen optimaal. Dus een bredere auto betekent meer accucellen. Dan komt de trend van grotere SUV's goed uit!
Iets dat wél meespeelt is dat mensen een hogere instap willen hebben. Zowel ouderen als jongeren. De laatste waarschijnlijk om de kinderen gemakkelijker in het autostoeltje te kunnen vastklikken met de gordels. Dat leidt ook tot grotere auto's. En inderdaad: ook in vroegere jaren waren de auto's vaak groot. De motor nam dan vaak dat volume in, terwijl die in moderne auto's eerder compacter wordt.
Hebben we de ruimte echt nodig? Dat lijkt wel mee te vallen. De gemiddelde bezettingsgraad in een auto is volgens het Ministerie van Infrastructuur en Millieu 1,81 personen. Die zullen best wel eens wat spullen meeslepen, maar rechtvaardigt dat de trend van de uitdijende auto's? Moeten de auto's echt zo groot zijn? Kan er niemand meer een goede of (wat we ook meer lijken te willen rijden) premium auto maken die de maat heeft van bijvoorbeeld een Alfa Romeo Giulia uit de jaren 70? En het daarbij houden? Moet het allemaal groter, pompeuzer?
De huidige voorzieningen hebben hun prijs. In dat opzicht staan de Dacia Spring en de Fiat 500e bij mij érg hoog aangeschreven. Het zijn allebei (we zeggen vaak kleine) recent ontworpen elektrische auto's die bewijzen dat een moderne auto een compacte maat kan hebben (de oplettende lezer zal opmerken dat de Fiat 500 intussen ook aardig is opgeblazen en die heeft zeker gelijk). En ze hebben een redelijke prijs. Het zijn geen SUV's. De Dacia Spring mag je wellicht een cross-over noemen. Van mij mogen er meer komen. En kom maar op met de 500e Giardiniera (stationwagon) voor de mensen die wel meer mee willen nemen. De MG 5 Electric elektrische station wagon heeft bijvoorbeeld ook redelijke proporties én een redelijke prijs.
Laten we het straatbeeld verlevendigen met leuke auto's. Die ruimte geven aan de mensen die er écht gebruik van maken en meer ruimte aan de stad of het land. Waarmee je door de kleinere maat gemakkelijk kunt parkeren, ook zonder sensoren en camera's. Die door het lagere gewicht zuiniger zijn. Waar je wel comfortabel een lange rit in kunt maken. Daarvoor heb je namelijk geen grote auto nodig. Ik denk met veel plezier terug aan mijn Fiat Panda's uit begin van de jaren 90 en Cinquecento's die de wegen in Engeland, België, Frankrijk, Duitsland en Zweden onder de wielen hebben gevoeld. De gele Toyota MR-2 cabrio die weliswaar niet in Scandinavië, maar wel in Italië en veel andere landen het nodige asfalt heeft verslonden. En collega's hebben laten zien dat je ook met een Toyota Aygo X van de laatste generatie heel goed via Parijs naar Le Mans kunt rijden (zie AutoWeek 35).

JF Boers
Columnist/schrijver
Joost Boers heeft een lange automobiele geschiedenis. Spelde al tijdens de basisschool het autonieuws. Hij startte het autobezit met een oude Volvo 66 en via de nodige Fiats kwam hij uit bij Mercedes (een A160 cdi en daarna een W203 C200 cdi die uiteindelijk 543.000 km op de teller had) en een Lexus CT200h. Volgde met een rallylicentie in de pocket in de jaren '90 de Cinquecento Trofeo van dichtbij maar rijdt net zo graag over de doorgaande wegen naar het zuiden van Frankrijk. En tegenwoordig beweegt hij zich ook elektrisch voort, met een Citroën ë-C4 op vier én op twee wielen.