Allard

Allard J2X
Ongeveer een jaar geleden reed ik op een herfstige zondagochtend door Arnhem toen er plots uit een zijstraat een auto kwam die mij aan de grond genageld deed staan. Letterlijk althans, want ik zat achter het stuur van mijn eigen bromtolletje. Het was een rode Allard: de bruut Britse vierwieler met Amerikaanse V8 die in Nederland maar weinig liefhebbers kent. Jaren eerder had ik eens een, zeg maar onbegrensd, ritje gemaakt in een Allard L1 en dat had een dusdanige indruk gemaakt dat ik vastbesloten was om meer van dit exemplaar te weten te komen. Mijn bescheiden éénlitertje vormde weliswaar een slechte tegenpartij in een achtervolging - ik waagde het er toch op. Toen er even buiten de stad een stoplicht opdoemde greep ik mijn kans. Het lukte nét aan. De eigenaar had de machtige Allard J2 nog maar net op Nederlands kenteken staan, en bleek meer dan bereid me te woord te staan.
Net als zijn auto was ook zijn verhaal bijzonder. De man bleek zelf ook Allard te heten en deinsde er niet voor terug zijn klassieke auto's en motorfietsen – hij had een waanzinnige collectie vooroorlogse Indians - tot de laatste schroef uit elkaar te halen. Motortakels, bankschroeven, draai- en freesbankjes stonden keurig opgesteld in een twee verdiepingen tellende garage. De J2 was er 1 van de 90 die tussen 1949 en 1952 werden gebouwd. Hij verkeerde in een topstaat.
In Groot-Brittannië, maar zeker ook in de Verenigde Staten is de Allard J2 - en de nog snellere J2X al helemaal - een icoon. De finefleur van de Amerikaanse autojournalistiek schreef mythische verhalen over dit model, met een legendarisch hot rod-epistel over een rode Allard J2X die luisterde naar de naam 'Grendel' als hoogtepunt. Niet zo gek daarom dat er al meerdere replica's werden gebouwd. Maar dit jaar is die scene in een ware stroomversnelling terechtgekomen. Een Amerikaan die Roger Allard heet (geen familie van Allard-oprichter Sydney Allard) levert levert ze vanaf december dit jaar vanuit Sedona, Arizona. Met aluminium carrosserie en moderne, ingespoten 6.1 liter Chrysler Hemi. Die levert een slordige 600 pk en is goed voor een sprintje van stilstand naar 100 in 4,6 seconden, zelfs met Tremec-automaat. Heiligschennis? Ben je gek. Sydney Allard – ondanks zijn Angelsaksische inborst zelf een groot voorstander van het credo There's no substitute for cubic inches - had het prachtig gevonden, daar ben ik van overtuigd.

Lezersreacties (0)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.