Toyota Yaris - Oud en Nieuw

Schone traditie

AutoWeek 53 2020 - Toyota Yaris
AutoWeek 53 2020
AutoWeek 53 2020

Je leest het in AutoWeek 53 2020

Het lijkt wel alsof de Toyota Yaris pas gisteren zijn première beleefde. Toch is het alweer 21 jaar geleden dat hij op de markt verscheen, twee jaar na zijn debuut in Frankfurt als concept-car. Met de editie 2020 vaart Toyota een nieuwe koers. Van aaibaar, lief en vrolijk naar serieus en agressief.

De nieuwe Yaris, die sinds oktober deel uitmaakt van de AutoWeek-duurtestvloot, maakt korte metten met het brave, ietwat oubollige verleden van het model. Ontworpen volgens Toyota’s zogeheten New Global Architecture (NGA) oogt hij in tegenstelling tot zijn drie voorgangers agressief, iets wat vooral wordt uitgedragen door zijn ‘chagrijnige’ front, dat op zijn beurt geheel in de pas loopt met het design van veel hedendaagse auto’s. Daar moet de doelgroep toch even aan wennen.

Hoe anders is de situatie 21 jaar geleden, als de eerste Yaris zijn opwachting maakt. Die wint met zijn verfrissende design, functionaliteit en up-to-date techniek de Auto van het Jaar-verkiezing. Maar eerlijk gezegd zou de opvolger van zowel Starlet als Tercel het zonder die titel ook best hebben gered. De Yaris – intern XP10 – is de eerste Toyota ontworpen met de Europese markt in gedachten. De ontwerpers kregen van CEO Toyoda de opdracht om de New Basic Car (NBC) een menselijk (oftewel vriendelijk) gezicht mee te geven, iets wat wordt onderstreept door de keuze voor zoete tinten als Yellow Mica, de kleur van de auto op deze pagina’s. De Yaris moet zieltjes en hartjes winnen, zo luidt het devies. Toyota moet ook wel, want de compacte garde uit het B-segment heeft met de Opel Corsa en Nissan Micra laten zien dat speelse ontwerpen de norm zijn geworden. De Yaris markeert een frisse start en doet zijn voorgangers snel vergeten.

Aan het ontwerp is goed te zien dat de rekenkracht van cad/cam-computers volop is ingezet; er is echt geen rechte lijn aan te ontdekken. Geheel in de stijl van die tijd heeft de Yaris een scherpe, oplopende taillelijn, in combinatie met een duidelijke wigvorm, bolle, afgeronde koplampen en achterlichten en een gebogen glasshouse. Het ontwerp houdt lang stand en blijft zeven jaar in productie. Met de nieuwste Yaris gooit Toyota het wederom over een andere boeg: weg met het ingedutte design van de opvolgers van de eerste Yaris. Kort, hoog en zuiver functioneel zijn ingeruild voor een behoorlijk agressieve look, onderstreept met een kleinere bodemvrijheid, een horizontale, gerekte en brede footprint en goed gevulde wielkasten. Wie de auto’s bij elkaar zet, vermoedt een veel hogere Yaris van de eerste generatie, maar dat is gezichtsbedrog. De nieuwe spruit is even hoog, maar heeft een fors grotere (spoor) breedte en hij meet niet te vergeten maar liefst 18 centimeter meer tussen de wielen.

De motorkap is langer en de A-stijl is verder naar achteren geplaatst. Verder staan de achterwielen op de uiterste hoeken. Bijna vanzelfsprekend wordt hij niet meer aangeboden als driedeurs: die configuratie is passé. Dat is in de dagelijkse praktijk ook wel beter: het portier van de oude driedeurs Yaris is zo breed, dat inen uitstappen op krappe parkeerterreinen een crime is voor de doelgroep. Wel spijtig dat zo’n karakteristieke B-stijl sneuvelt. Daarvoor in de plaats komen vier portieren en werkelijk prachtig gestileerde achterlichten. Hij moet een jongere doelgroep aanspreken en dat lukt deze Launch Edition uitstekend. Het modieus zwarte dak hoort daar natuurlijk bij, evenals zwarte 17-inch wielen. Zet dat eens af tegen de iele, slechts 14 inch metende wieltjes van de eerste Yaris. En dan die fletse kunststof wieldoppen...

WERKPLEK

Het is eind jaren 90 gebruikelijk dat een model niet meer als basis, GL en GLS wordt aangeboden, maar als ‘Line’. In het geval van de Yaris XP10 wordt dat ‘Linea’, met de fantasierijke toevoegingen ‘Terra’, ‘Sol’ en ‘Luna’. De Terra op deze pagina’s is de tegenpool van de nieuwe Yaris Launch Edition. Basic is het kernwoord, versterkt door de talloze tinten grijs – tot het stuur aan toe. Zijruiten die manueel zakken en omhoog gaan en weinig aaibare, maar brandvertragende bekleding met een modieus jaren-90-dessin horen daarbij. De Luna heeft onder meer veloursachtige stoffering, die je ook in het netvlies-tergende, typisch jaren-90-turquoise kunt krijgen. Elektrisch bedienbare zijruiten zijn present, net als airco. Instappen door het enorme portier gaat eenvoudig zolang je de ruimte hebt. In krappe parkeerhavens is het wurmen.

De zit is onverwacht hoog. Je zit op de bok, maar geniet daardoor van het beste zicht rondom. De ergonomie is voorbeeldig. De lelijke pook met die Komo-vuilniszak tussen de staaf en de middenconsole direct onder handbereik, het stuur perfect gepositioneerd. Het origineel gestileerde, semisymmetrische interieurdesign is eind jaren 90 een regelrechte doorbraak in Toyotaland. Er is geen rechte lijn te bekennen, alles is even organisch rond of ovaal. Je hebt geen tellers voor je neus, want de volledig digitale instrumenten zitten diep in een ovale ‘emmer’ centraal op het dashboard, waarvoor je iets naar rechts moet turen.

Voor de bijrijder is er een ‘split level’ handschoenenkast met dubbele klep. En als zij of hij daaraan niet genoeg heeft, zijn er nog uitschuifbare vakken onder de voorstoelen. Verder zijn alle functies in één oogopslag te bedienen. Driedeurs wil ook zeggen: stoelleuning naar voren om achterin te geraken. Daar zit geen mechanisch memory-systeem op en de zitting rijdt ook niet naar voren en achteren. Hoezo basic? De Yaris Launch Edition van 2020 is een ander verhaal; niet alleen in ontwerp, vooral in functionaliteit en ergonomie. Euro NCAP en Brussel hebben hun plasje over de nieuwe Toyota gedaan: hij staat bol van de piepjes, waarschuwinkjes en andere betuttelende, zogeheten veiligheidsverhogende functies.

De nieuwste Yaris volgt het ‘less is more’-principe. Minder knopjes, meer ‘touch’, inclusief een head-up display. De stoelen staan lager dankzij de 40 mm lagere bodemgroep. Het interieur is prachtig; sportiviteit wordt er met koeienletters geschreven. Rode piping op de stoelen met het wiebertjesdessin dat kennelijk elke fabrikant ineens heeft ontdekt, een groot centraal display, twee instrumentkelken voor de neus en een druk stuurwiel met zijn vele, voor 40-plussers nauwelijks leesbare symbolen. Als slagroom op de cake heeft deze ‘Edition’ een zwarte hemel. Ziet de oude Yaris er nineties-funky uit, de nieuwste generatie doet het dunnetjes over, maar dan met alle assistentiesystemen en gadgets voor de verwende automobilist.

ONDERWEG

Hoewel de Yarissen van de eerste generatie vanuit Japan naar Europa worden verscheept, beschikt de autogigant sinds 2001 over een fabriek in het Franse Valenciennes. Daar rollen er elk jaar zo’n 200.000 de autotransporters op. Dus als je je afvraagt waarom je daar zo vaak in de file staat ... Denk nu niet dat de kwaliteit van die Franse Yarissen ook maar iets afwijkt van de Japanse: de kwaliteitscontrole is streng. Uiteraard voelt de oer-Yaris op deze pagina’s niet meer zo fris als toen hij 19 jaar geleden de reis naar Nederland maakte: er staat ruim 160.000 km op de teller. Toch loopt de 1.0 VVT-i als de spreekwoordelijke naaimachine. De vijfbak heeft een korte eindoverbrenging, waardoor de 68 pk sterke vierpitter best toeren maakt; 3.000 toeren bij 100 km/h is in 2001 echter normaal. Het valt mee dat hij binnen 14 seconden op de 100 zit. Ook onderin komt de Yaris vlot uit de startblokken, wat te danken is aan de slimme, variabele kleptiming: hightech voor zo’n bescheiden auto. Het drukt tevens de brandstofconsumptie, want eigenaresse Linda meldt een vrolijke 1 op 20 (als ze haar best doet). De Yaris is zacht geveerd en gedempt. Wel lijken de schokdempers aan het eind van hun latijn te zijn. Overhellen hoort erbij, maar dat mag de pret niet drukken. Het doet je beseffen dat je een bocht met minder snelheid neemt dan met de nieuwe Yaris, die een heel stuk strakker is afgesteld. In de stad, met zijn vele klinkers en drempels, blijkt de nieuweling heel wat minder mild voor zijn inzittenden te zijn. Het onderstel moet het hebben van de binnenwegen en de snelwegen. Daar komt de koets tot rust en verwent hij zijn bestuurder met een hedendaagse stabiliteit en stuurgedrag.

De nieuwe 1.5-driecilinder met Atkinsoncycle en daaraan vast een elektrische hulpmotor is van de vierde generatie en, hoewel deze tandem beproefd is, geheel nieuw van constructie. Een kleine kanttekening over het meedoen van de elektromotor: je voelt duidelijk dat hij inen uitschakelt. Dat zou wel wat soepeler kunnen. In Europese steden rijdt de Yaris Hybrid volgens Toyota 80 procent in de elektrische modus. Weegt de oude Yaris 845 kg, deze verre nazaat doet de wijzer naar 1.060 kg uitslaan. Dat valt alleszins mee gezien de uitgebreidere techniek onder de motorkap, zoals het 27 procent lichtere accupakket ten opzichte van de vorige Yaris Hybrid en de betere geluidsisolatie. Ondanks het toegenomen gewicht, maar dankzij 80 procent meer vermogen snelt de duurtester in een luttele tien tellen van 0 naar 100 km/h. De Yaris van de eerste generatie is rond de eeuwwisseling de beste in zijn soort, 20 jaar later heeft generatie vier de schone taak die traditie voort te zetten.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

PRIVATE LEASE Toyota Yaris

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum