Toyota Yaris 1.5 Hybrid (2018) - Test

Stel dat je cv-ketel vandaag stuk zou gaan en reparatie economisch niet meer rendabel is. Dan kun je een nieuwe gasgestookte cv-ketel laten plaatsen, investeren in een warmtepompinstallatie of voor een tussenweg gaan in de vorm van een hybride warmtepomp. Waar de eerste volledig op fossiele brandstof werkt en de tweede volledig elektrisch functioneert, biedt de laatste een combinatie van beide en zit met z’n prijs ook ongeveer tussen de twee alternatieven in. Bovendien valt die makkelijker in te passen in een reeds bestaand huis dan een warmtepompinstallatie.

De analogie kun je bijna naadloos doortrekken naar auto’s. In principe is het mogelijk om nu over te schakelen op volledig elektrisch vervoer. Maar dan moet je én geld kunnen investeren, én de elektrische auto moet aansluiten bij je mobiliteitsbehoefte. Een traditionele auto met verbrandingsmotor is goedkoper en flexibeler, maar minder gericht op de toekomst. Of je gaat voor een hybride, zoals de Toyota Yaris Hybrid. Die kost weliswaar meer dan een conventionele auto, maar je draagt wel bij aan een lagere uitstoot van onder meer CO2 en de investering komt op termijn naar je toe.

BESPARINGEN OP TERMIJN

De tijden waarin (plug-in) hybriden met allerlei subsidies werden gestimuleerd, liggen namelijk achter ons, maar de hybridemodellen van Toyota hebben bewezen dat ze in de praktijk daadwerkelijk bizar zuinig kunnen zijn. De kosten gaan echter voor de baten uit: de hybride Yaris kost je minimaal € 20.995 en de Bi-Tone Plus op deze pagina’s verlaat de showroom niet voor minder dan € 25.645. Voor dit segment een behoorlijk forse prijs, waarmee de auto niet direct een geschikte keuze is om een paar jaar mee te rijden en weer door te gaan naar iets nieuws. Met een testverbruik van 1 op 19,2 komen de besparingen namelijk pas op termijn. Maar ze komen zeker, vooral in de stad en op N-wegen presteert de Yaris op dit onderdeel extreem goed. Vijf kilometer verder per liter dan een vergelijkbaar presterende auto zonder hybride aandrijflijn is het minste dat je kunt verwachten.

De enige maar luidt: als je om prestaties vraagt, dan levert de Yaris die niet zonder morren. Of eigenlijk brullen, want terwijl rust bij een bedeesde rijstijl overheerst, zet de motor onder vollast een behoorlijke keel op. De afgelopen jaren zien we bij Toyota-hybriden dat de elektromotor een steeds groter deel van het werk kan doen, maar in het geval van de Yaris moet de 1,5-liter viercilinder benzinemotor helaas soms nog (te) stevig bijspringen, bijvoorbeeld bij het invoegen op de snelweg. Rijd je daar veel, dan wordt het verbruik ook minder gunstig. Onzuinig wordt de hybride Yaris nooit, maar de soms ongeloofwaardige cijfers die op de boordcomputer verschijnen in de stad en op N-wegen, verdwijnen op de snelweg.

Wat altijd blijft, is naadloze versnelling en dat komt het comfort natuurlijk ten goede, evenals de rust die bij kruissnelheid gelukkig snel terugkeert in het interieur. Onder dat soort omstandigheden kan de motor dankzij de cvt immers op lage toeren blijven. Net als de krachtbron werkt het onderstel het beste wanneer er rustig mee wordt omgesprongen.

Vering en demping zijn soepel afgesteld om obstakels probleemloos te kunnen verwerken zonder de inzittenden daarmee lastig te vallen. Slecht wegdek wordt eveneens goed opgevangen en hoewel de hoeveelheid grip niet op het niveau van bijvoorbeeld een Seat Ibiza of Ford Fiesta ligt, is er voldoende marge. Voor echt stuurplezier ben je bij de Yaris aan het verkeerd adres; daarvoor werkt de besturing te licht en gevoelloos en ook de hoeveelheid rol in de koets weerhoudt je ervan om eens lekker te gaan stoeien. Bovendien vergt het remmen enige gewenning. In de eerste aanslag gebeurt er niet veel. Dan remt de Toyota vooral op de elektromotor om zo energie terug te winnen, maar trap iets harder door en de remmen bijten ineens erg enthousiast. Als geheel rijdt de Yaris echter keurig voor de normen van dit segment, zeker als je bedenkt dat de basis van het model zo’n zeven jaar geleden werd gelegd. Een behoorlijke prestatie.

STANDAARD VEILIGHEIDSSYSTEMEN

Nu is er de afgelopen jaren wel het één en ander op technologisch vlak gebeurd, maar ook dat heeft Toyota netjes bijgehouden. Elke Yaris wordt standaard geleverd met Safety Sense, een pakket aan actieve veiligheidsassistenten. Vanaf de basis zit automatisch grootlicht en rijstrookwaarschuwing standaard op de Yaris. Naarmate de uitvoeringen duurder worden, kan dat worden aangevuld met verkeersbordherkenning. Het nieuwste van het nieuwste, zoals adaptieve cruisecontrol of zelfsturende rijbaanassistentie, ontbreekt, maar als geheel valt de Yaris op dit onderdeel niet door de mand.

Het interieur zelf is kwalitatief boven elke twijfel verheven, maar de vormgeving en het materiaalgebruik staan in vergelijking met de concurrentie niet aan de top, en ook de relatief beperkte lengteverstelling van het stuur kan beter. De ruimte voor de achterste passagiers en de bagageruimte zijn heel redelijk, al staat de Yaris ook in dat opzicht niet aan de top. Wel mooi: alle componenten van het hybridepakket zijn netjes weggewerkt, zodat je eigenlijk niets inlevert ten opzichte van normale Yarissen. Echte concessies hoef je dus niet te doen voor de hybride. En het werkt: je hebt niet de nog altijd vrij hoge kosten van een volledig elektrische auto, maar je investeert al wel een beetje in de toekomst. Het is alleen misschien niet de spannendste aanschaf die je ooit zult doen. Maar dat is een nieuwe cv-ketel ook niet.