Test: Skoda Fabia - Nissan Micra - Toyota Yaris

Ik wil wel eens zien hoelang dat heel blijft", hoor je vaak als de kleine driecilinder met turbo ter sprake komt. Hetzelfde vroeg men zich af toen Audi begin jaren 90 de 1.9 TDI met 90 pk presenteerde. Dat vonden we veel vermogen voor zo'n kleine diesel, maar de geschiedenis leert dat die motor heel lang meegaat. En nu moet de toekomst ons leren hoe de nieuwste generatie 1.000 cc's het gaat doen. Ford stapte vroeg in met de 1.0 Ecoboost en daarover horen we nog steeds geen horrorverhalen, terwijl er al aardig wat exemplaren met meer dan een ton op de teller rondrijden, met achter het stuur aangenaam verraste eigenaars. En kijk eens naar de torretjes in het trio Aygo/C1/107. Oké, zonder turbo, maar we komen ze zelfs tegen met dik twee ton op de klok. Belangrijke aspecten voor een lange levensduur zijn zaken als rijstijl en onderhoud.

We nemen hier een paar auto's met turbomotoren van de nieuwe generatie onder de loep. Skoda monteert sinds kort de 1.0 TSI in de Fabia, een motor die we uit andere modellen van de VW Groep kennen en die in mei 2015 zijn debuut maakte in de Golf met 115 pk. Inmiddels is deze turbodriecilinder ook leverbaar in de Up, met 90 of 115 pk. Skoda biedt hem aan in de Fabia, de Rapid, de Octavia en binnenkort in de nieuwkomer Karoq. Voor Nissan is een driecilindermotor ook niet nieuw. In de vorige Micra lag een heel interessant stukje techniek: een 1,2-litermotor met mechanische compressor. Die heeft zijn weg naar de nieuwe Micra niet gevonden, want daarin ligt een Renault-krachtbron van slechts 898 cc groot, ook te vinden in de Renault Twingo en de Smart Fortwo. Maar niet in modellen uit het C-segment, zoals dat bij Skoda wel het geval is. Misschien is de motor daar net een maatje te klein voor. Toyota maakt andere keuzes, net als de collega's van Mazda. Bij de recente facelift van de Yaris heeft het de 1,3-liter viercilinder vervangen door een 1,5-liter viercilinder, gebaseerd op de 2NR-motorfamilie uit 2010. In de Yaris snort de 2NR-FKE, die variabele kleptiming, uitlaatgashercirculatie met koeling en nog wat snufjes heeft. In bepaalde toerengebieden werkt hij volgens het Atkinson-principe, wat hem nóg zuiniger maakt. Toch vraag je je af waarom Toyota niet voor de 1,2-liter turbomotor uit de Auris heeft gekozen, met 185 Nm koppel bij 1.500 toeren.