Toyota Yaris (2014) - Test

Als je de opgefriste Yaris van voren bekijkt, lijkt het alsof we hier te maken met een compleet nieuw model in plaats van een facelift. De anonieme neus maakte plaats eentje met stijlkenmerken van de nieuwe Aygo, waarbij er nu een soort X-vorm in de voorzijde lijkt te zitten. Voor de traditionele klantenkring van de compacte Toyota moet het even schrikken zijn, want we kunnen gerust zeggen dat de grijze muis een opvallende verschijning is geworden. Maar ja, de concurrentie in het B-segment is moordend en je moet als autofabrikant op de een of andere manier zien op te vallen. Ook de achterzijde ging op de schop met nieuwe led-achterlichten en een gewijzigde achterbumper. Het motorenaanbod bleef identiek, hoewel enkele motoren wel vernieuwd zijn. Aan de basis staat als vanouds de eenliter driecilinder die we ook in de nieuwe Aygo vinden, die dankzij onder meer een gereduceerde interne frictie en een andere compressieverhouding volgens de fabriek nog maar 4,1 liter op 100 km verbruikt in plaats van 4,8 zoals voorheen. De sterkere 1.3 benzinemotor en de 1.4 diesel – die in Nederland een marginale rol in de verkopen speelt – bleven grotendeels ongewijzigd. Als vanouds zal het leeuwendeel van de verkopen voor rekening komen van de Hybrid: de helft van de Yarissen in ons land heeft zowel een elektro- als een benzinemotor onder de motorkap liggen.

IJzersterk verkoopargument
En dat is ook niet zo vreemd, want de Yaris Hybrid is op dit moment de enige benzineauto in het B-segment die zowel in 2014 als in 2015 in aanmerking komt voor 14 procent bijtelling. Het lage verbruik is natuurlijk ook een aanschafreden voor particuliere kopers. Door het hybridesysteem verder fijn te slepen, wijzigingen uit te voeren aan de 1.5 benzinemotor en de energierecuperatie te verbeteren, daalde het verbruik volgens Toyota naar 3,3 liter op 100 km (dit was 3,5 liter). Qua design lijkt de Hybrid nu overigens veel meer op de reguliere modellen. Waar deze versie tot op heden speciale bumpers en een andere grille had, onderscheidt hij zich nu alleen nog maar door andere logo's, een grille met pianolak en andere wielen.
Bij het instappen valt op dat Toyota zich de kritiek op de wat goedkoop ogende interieurmaterialen heeft aangetrokken. Zo is het middelste gedeelte van het dashboard nu bekleed met een zacht aanvullend en fraai ogend materiaal, maar hierdoor wordt het contrast met de harde plastics die je elders aantreft feitelijk alleen maar groter. Op de afwerking valt niets af te dingen, maar de materiaalkeuze valt tegen en doordat het onderste gedeelte van de middenconsole wat kaal oogt, neigt het zelfs een beetje naar het A-segment. De Yaris slaat echter keihard terug met zijn interieurruimte. Hoewel hij met een lengte van 3,89 meter (Hybrid 3,91 meter) tot de compactere modellen in het B-segment behoort, is 'achter jezelf' zitten zelfs met een lengte van 1,93 meter probleemloos mogelijk. De hoge zitpositie voorin zal niet door iedereen als prettig worden ervaren. Het dashboard kan voortaan worden voorzien van het Toyota Touch 2-multimediasysteem, eventueel met navigatie. Dat systeem is ook geschikt voor MirrorLink, waardoor je je smartphone-apps ook in de auto kunt gebruiken.

Gericht op comfort
Hoewel het uiterlijk suggereert dat dit een dynamisch rijdende auto is, is de Yaris nog altijd hoofdzakelijk gericht op comfort. Zo is de elektrische stuurbekrachtiging verbeterd, maar veel feedback van de voorwielen krijg je niet. Wel werkt de besturing nauwkeurig. De Hybrid waarmee we de eerste meters maken is met zijn standaard automaat vooral een goedmoedige kilometervreter. Ook het onderstel werd nog onder handen genomen, met onder meer een stijvere torsiestang achter en anders afgestelde veren en dempers. Dit moet voor meer rijcomfort en tegelijkertijd een dynamischer rijgedrag zorgen. De missie is ten dele geslaagd, want het onderstel wordt bij grotere oneffenheden wat onrustig. Ook helt hij in bochten beduidend meer over dan bijvoorbeeld een Fiesta, qua dynamiek de benchmark in dit segment. De keuze voor comfort die Toyota maakte is echter te billijken, want dat staat bij veel mensen hoog op de prioriteitenlijst. Jammer dat de verbeterde geluidsisolatie niet het door de CVT opgejaagde toerental kan verhullen als je het gaspedaal wat dieper intrapt. De bijbehorende versnelling valt vervolgens wat tegen. Traag is hij niet met zijn systeemvermogen van 100 pk, maar echt enthousiast doet-ie evenmin aan. Op constante snelheid is hij daarentegen wel stil.
Als we even later overstappen in de 1.3 viercilinder, vragen we onszelf af waar de geclaimde 99 pk's zijn gebleven. Je moet echt aandringen om hem lekker te laten presteren. De prestaties zijn op zich best voor elkaar, maar echt zin lijkt deze motor er niet in te hebben. Dat geldt gek genoeg wel voor de basismotorisering, de 69 pk sterke driecilinder eenliter. Eenmaal boven de 2.500 tpm begint hij er verrassend gretig aan te sleuren, het is alleen wel jammer dat de puf er boven de 4.000 tpm alweer uit is. De powerband is dus nogal smal, maar de Yaris kan met deze motor beter uit de voeten dan de specificaties doen vermoeden. Wel ontgaat het je geen moment dat er drie cilinders hard aan het werk zijn om de boel op stoom te houden, wat raffinement betreft is dit geen topper. Al met al blijft de Yaris, ondanks zijn jeugdige uiterlijk, vooral bedoeld voor mensen die comfort, ruimte en gemak hoger op de prioriteitenlijst hebben staan dan dynamiek en prestaties. Half augustus kunnen de Toyota-dealers hem in de showroom verwelkomen.