Subaru Forester 2.0D Lineairtronic CVT

Het is wel eens stiller qua nieuws bij zo'n klein merk als Subaru. We vlogen dit jaar al naar Japan voor de perspresentatie van de Levorg, een nieuw topmodel, de inchecklabels voor de vlucht die we maakten voor de kennismaking met de nieuwe Outback zitten ook nog om de rolkoffer. Tussendoor vonden de mannen van de ontwikkelingsafdeling een gaatje voor het brengen van de vernieuwde continu variabele transmissie in de Forester en de onderstelaanpassingen van de XV (zie kader).

Nabootsen

De Lineairtronic is een CVT van het type dat een conventionele automaat nabootst. Nissan beschikt eveneens over een dergelijk stukje techniek. Tijdens de acceleratie maakt hij stapjes, waardoor je een acceleratie-ervaring krijgt die lijkt op die van de een automaat met dubbele koppeling en het grote voordeel ten opzichte van een conventionele bak volgens dit principe is dat de motor niet gaat loeien doordat hij continu een hoog toerental draait. De bak reageert ook veel alerter, bijvoorbeeld wanneer je uitrolt naar een verkeerslicht en je gas geeft omdat het groen wordt. Er is zeker nog een nadenkmoment maar in combinatie met de boxer dieselmotor vormt de Lineairtronic een prima combinatie. Zeker omdat de bak het hoge koppel bij lage toeren goed benut. Ga je veel vermogen vragen dan wordt de diesel luidruchtig en laat hij een kernachtig geluid horen. Sowieso is de hoekige Forester qua windgeruis niet de stilste en meest verfijnde auto in deze klasse.

Als het op verfijning aankomt zou het ook goed zijn als ze bij Subaru qua interieuraankleding eens naar Mazda zouden kijken. Dat heeft met de CX-5 de benchmark in dit segment, dat blijkt wel weer uit de vergelijkende test van die auto tegen de vernieuwde Honda CR-V en de Volvo XC60. In de Forester oogt het allemaal nogal rechttoe-rechtaan en zeker het materiaalgebruik verdient een upgrade.

Dat doet niets af aan het feit dat de Forester over prima rij-eigenschappen beschikt. De besturing is direct en precies, de auto staat vrij los op zijn veren maar voelt prima handelbaar aan en daarbij verwerkt hij oneffenheden heel netjes, veel beter dan de vorige generatie Forester. De stoelen zijn riant, de zit is hoog en het overzicht prima, kortom, een echte SUV dus.

Qua motorengamma is de keuze overzichtelijk. Je hebt een 2.0 benzinemotor met of zonder turbo of een 2.0 diesel te nemen, natuurlijk zijn het beide boxers. De diesel levert met 150 pk voldoende kracht maar ook niet meer dan dat. Wat concept betreft kun je de huidige Forester meer als suv beschouwen dan de cross-over avant la lettre die de eerste generatie was. De huidige blijkt meer een goedmoedige lobbes, en er bestaat in andere landen ook een STi-versie met veel power maar bij de oer-Forester paste zo'n opgefokte versie beter, al is de 240 pk sterke XT met turboboxermotor (benzine) wel hier verkrijgbaar.

Onderhuids aangepakt

De Subaru XV is stilletjes onderhuids gewijzigd. Nieuwe vering en demping maar ook aangepaste ophangingsrubbers moeten hem een strakker rijgedrag bezorgen. En dat is gelukt. De besturing is tegelijkertijd directer gemaakt en daardoor maakt de hoogpotige XV een dynamischer indruk. Hij rijdt nu meer als een hatchback en dat is in dit cross-overtijdperk erg prettig. Mensen willen wel de hoge zit en het gebruiksgemak van een suv maar niet de rij-eigenschappen en het al te robuuste uiterlijk. We reden de Intro, een versie met de 1.6 boxer en een CVT. Dat is nog wel een conventionele continu variabele transmissie. Het is zeker niet de modernste auto in deze klasse. Qua maatvoering zit hij tussen een Nissan Juke en een Qashqai in, het was er Subaru veel aangelegen de auto voor minder dan 25 mille aan te kunnen bieden. Dat is nu gelukt met de XV in combinatie met de Intro-uitrusting maar dan heb je wel 4WD en een automaat.