Subaru Forester 2.0 Diesel

Een klein automerk als Subaru moet zich onderscheiden van de massa. Mede daarom houdt het Japanse merk zo krampachtig vast aan bepaalde merkwaarden. Neem het fulltime AWD-systeem waar alle modellen – op de kleine Justy na – standaard mee zijn uitgerust, en ook de boxermotor is onlosmakelijk met Subaru verbonden. Leuk, maar als je in Europa een beetje wilt scoren, heb je een dieselmotor nodig. Tot voor kort kon Subaru die niet bieden, tot begin dit jaar, toen de Japanners een compleet eigen boxerdiesel presenteerden.

In de Legacy en Outback maakte die krachtbron een prima indruk. Al merkten we toen al dat de motor op bepaalde momenten wat extra kracht kon gebruiken. Wat betekent dat voor de gemiddeld 65 kilo zwaardere Forester? Nou, ook in de SUV presteert het blok goed, maar toch we stuiten op een aantal minpuntjes. Subaru pocht met een 'superieure motorrespons', maar om die te ervaren moet je wél in de juiste versnelling zitten. Heb je de gewoonte om snel op te schakelen, zal de Forester je 'verrassen' door in de volgende versnelling niet meteen in actie te komen. Onder de 1.500 toeren laat de Boxer namelijk slechts enkele van z'n tanden zien.

Nieuwe zesbak

Dat tamme karakter valt deels te wijten aan de transmissie. In tegenstelling tot de Legacy en Outback, heeft de Forester een compleet nieuw ontwikkelde zesversnellingsbak. De bakverhoudingen zijn zo gekozen dat de motor bij normaal gebruik niet overdreven veel toeren maakt. Bij 120 km/h draait-ie 'n rustige 2.200 toeren in 'zes'. Dat komt het brandstofverbruik (6,3 liter per 100 kilometer) en de rust aan boord ten goede, maar je moet het gaspedaal echt vloeren om het onderste uit de kan te halen.

De boxerdiesel levert z'n maximumkoppel van 350 Nm volgens de fabriek al bij 1.800 toeren, maar trek bij 50 km/h in de derde versnelling op en een krachtige sprong voorwaarts blijft uit. Dat valt toch wat tegen voor zo'n dikke diesel. Echter, zodra de toerenteller de 2.000 is gepasseerd, lijkt de krachtbron wakker te schrikken en barst de kracht los. Trek door tot 3.500 en er klinkt een fijne turbofluit, terwijl de auto mooi gelijkmatig blijft versnellen. Volgens de fabriek sprint 'n Forester diesel in 10,4 seconden naar 100 km/h, dus hij is heus tot aansprekende prestaties te verleiden. Zolang je 'm maar op 'volle toeren' houdt…

Duidelijk een SUV

De Forester is opvallend comfortabel onderweg. Zelfs bij erg hoge snelheden toont de auto zich 'n rustige reisgenoot, waarbij alleen de enorme spiegels voor geluid zorgen. Ook op slechte wegen voelt de auto solide, waarbij het comfortabele onderstel klappen en hobbels prima verwerkt. De vering en demping zijn vrij slap, waardoor de Forester zich ten opzichte van 'n Outback meer gedraagt als een SUV. Hij helt meer en gaat minder strak de bocht om; de neus zoekt al vrij snel de buitenkant van 'n bocht op. Dit geeft aan dat de Forester minder enthousiast bereden dient te worden.

Geen probleem, want dat rijgedrag past – net als de motor – goed bij de auto. De focus ligt duidelijk op een comfortabele rijervaring en minder op fel accelereren, waarbij het vergevingsgezinde onderstel en het wat afstandelijke stuurgedrag goed in het plaatje passen. Wie meer scherpte wil, kan beter een Legacy kiezen. De Forester is geen sportief scheurijzer, maar 'n compleet pakket waarmee het gewoon fijn toeren is en je ook uitstekend een smerige modderhelling kunt bedwingen.

De Subaru Forester Boxer Diesel beleeft zijn debuut op de Parijse autoshow begin oktober, en een paar weken later staat de auto al in de Nederlandse showrooms. Subaru hangt een concurrerend prijskaartje aan de nieuweling, want met € 35.995 is hij goedkoper dan auto's als de Mitsubishi Outlander 2.0 DI-D en de Volkswagen Tiguan 2.0 TDI. Exacte uitrustingsspecificaties en meer prijzen worden bekend bij de Nederlandse introductie.