Test: Subaru Forester 2.0i e-Boxer

De Subaru Forester is van voor tot achter nieuw en is in alle opzichten een stuk volwassener geworden. Opmerkelijk is dat de dieselmotor niet meer van de partij is bij deze als caravantrekker zo geliefde SUV. Die techniek is – zijn gunstige CO2-uitstoot ten spijt – bij het grote publiek (en dat is bij Subaru voor 90 procent de particuliere markt) uit de gratie en daarmee voor de Forester van de menukaart verdwenen. Om de CO2-uitstoot terug te dringen, presenteert Subaru zijn nieuwe SUV nu met een mild-hybrid-aandrijflijn. Opvallend, want het merk met de zes sterren had nog niet eerder een elektromotor in de aandrijflijn. Zodoende luistert het model nu voluit naar de naam Forester 2.0i e-Boxer, waarbij dat 2.0i erop duidt dat de boxermotor een cilinderinhoud heeft van 2,0 liter; van downsizing is nog geen sprake.

Functie boven vorm

De Forester acteert aan de bovenkant van het midi-SUV-segment. Hij is net wat groter dan bijvoorbeeld de Nissan Qashqai. De vijfde generatie van de Forester is in alle opzichten gegroeid en dat levert extra interieurruimte op. Voorin was er al weinig reden tot klagen, want de drie centimeter grotere afstand tussen voor- en achteras komt grotendeels ten goede aan de beenruimte van de achterpassagiers. Onder de vloer van de 505 liter metende Subaru-kofferbak vinden we, behoudens een vakje voor de afneembare trekhaak en een bandenplakset, geen extra bergplaats. Dat komt doordat de accu van het hybride systeem een plekje recht boven de aangedreven achteras heeft gekregen. Voor wie méér wil meenemen dan wat er in de kofferbak past, is het goed te weten dat de Subaru een aanhanger mag trekken van 1.870 kg. De accu zit de montage van een trekhaak dus duidelijk niet in de weg.

Met keurig bruin leer en nette stikseltjes probeert Subaru om het interieur van de auto enig cachet te geven. Het kan echter niet maskeren dat de ontwerpers bij Subaru functie boven vorm laten prevaleren. Het dashboard in de Forester heeft weliswaar geen premium uitstraling, maar het ziet eruit alsof het doelbewust is ontworpen om heel lang mee te gaan. Alles wat we aanraken of beetpakken, voelt degelijk en solide aan. De cockpit bestaat uit een lekker overzichtelijk instrumentarium, waarin een groot digitaal display ontbreekt. Hier ‘gewoon’ een helder afleesbare snelheidsmeter, geflankeerd door een grote toerenteller, al vragen we ons af wat het nut van dat laatste instrument is, omdat er immers niet zelf hoeft te worden geschakeld. Subaru zag er duidelijk een uitdaging in om zo veel mogelijk knopjes op het stuur kwijt te raken. Prima, ze zitten in elk geval goed in het zicht. Pluspunt van de conservatieve dashboardindeling is dat de bediening van de airco niet is weggestopt in het multimediasysteem, maar gewoon werkt met fysieke knoppen, net als de volumeregeling van het audiosysteem. De bediening gaat in de Forester vlot en logisch en ook worden Apple CarPlay en Android Auto ondersteund.

Een beetje lobbig

Subaru biedt in de Forester slechts één aandrijflijn, dus keuze is er niet. We hebben het dan over een 150 pk boxermotor en een 16,7 pk elektromotor, die via een cvt alle vier de wielen aandrijven. De elektromotor is oorspronkelijk bedacht om de verbrandingsmotor te assisteren in de aanloop naar het maximum koppel c.q. maximum vermogen. De pieken worden er niet hoger van, maar het gaat vooral om het verbeteren van de reactie op het gaspedaal. Of andersom: dezelfde prestaties trachten te bereiken met minder benzine. Het resultaat is een aandrijflijn die een beetje lobbig reageert; het sprankelt niet echt. Een voordeel van de elektro-ondersteuning is wel dat de cvt de boxermotor niet direct in de toeren hoeft te jagen wanneer je wat meer gas geeft, al vraagt rijden met zo'n transmissie nog altijd om enige behoedzaamheid. In het middengebied draagt de toevoeging van de elektromotor direct bij aan het comfort. Met zijn 150 pk is de zware Forester bepaald geen sportwagen. Zijn vierwielaandrijving komt op het Nederlandse wegennet hooguit tot zijn recht onder winterse omstandigheden. Daarentegen blijkt het 4WD-systeem naast de gebaande paden zijn nut direct te bewijzen. Mede dankzij de elektronica komt de Forester offroad verder dan verwacht.

De veren en dempers onder de Subaru kunnen prima overweg met korte hobbels, wat ook op slechtere bestrating een comfortabeler geheel oplevert. Hoewel de boxermotor vóór de vooras is gehuisvest, gaat de Forester toch vrij neutraal en koersvast de hoek om. Vierwielaandrijving of niet, in geval van nood heeft de Subaru een relatief lange remweg nodig. Bij de meting voor de noodstop van 100 km/h tot nul staat de Forester pas na 39,9 meter stil. Aan de andere kant: voorkomen is beter dan genezen. Subaru bedeelt de Forester (afhankelijk van de uitvoering) rijkelijk met veiligheids- en assistentiesystemen. Vanaf het tweede van de vier uitrustingsniveaus krijgt hij standaard veiligheidsvoorzieningen mee als vermoeidheidsdetectie, achteruitrijbewaking (die zelfstandig een remingreep kan uitvoeren) en een grootlichtassistent. En voor de caravantrekkers: een aanhangerstabiliteitssysteem is standaard op alle uitvoeringsvarianten.