Test: Skoda Superb iV

De plug-in hybride is momenteel met een enorme opmars bezig. Dat het ene na het andere merk met een stekkerhybride komt, is voor een groot deel te danken aan de Europese eisen op het gebied van de CO2-uitstoot. Ook Skoda grijpt enthousiast naar dit middel. De Superb iV deelt zijn techniek uiteraard met de laatste editie van de Volkswagen Passat GTE. Een 1.4 TSI-benzinemotor dient hier nog altijd als basis en zorgt samen met de elektrokracht voor een totaalvermogen van 217 pk, terwijl het koppel 400 Nm bedraagt. De auto heeft een accupakket van 13 kWh, dat bij helder, zonnig weer en met 100 km/h op de snelweg goed is voor een elektrisch bereik van 40 km. Volledig opladen neemt met de Skoda zo’n drieënhalf uur in beslag. Wel is het jammer dat de laadpoort zich in de grille bevindt. Het ‘luik’ is daardoor nagenoeg onzichtbaar, maar deze positie dwingt de Superb-rijder wel om vooruit in te parkeren.

Goedmoedige lobbes

Krachtbron en automaat zijn in de Superb goed op elkaar ingespeeld. De grote Skoda versnelt ogenschijnlijk zonder inspanning en de overgang tussen elektro- en benzinemotor verloopt zonder voelbare schokken, terwijl de zeventraps DSG-automaat snel en vloeiend van verzet wisselt. Het gewicht van de deels elektrische aandrijflijn heeft geen nadelige gevolgen voor de rijeigenschappen. Terwijl de grootste Skoda in zijn reguliere verschijningsvorm juist de neiging heeft letterlijk door te slaan als het gaat om veercomfort, lijkt de ‘slechts’ 260 kilo zwaardere PHEV wat beter uitgebalanceerd. De Superb is ook in deze vorm een goedmoedige, comfortabele lobbes met een uiterst neutraal en comfortabel onderstel, rustige besturing en zeer voorspelbaar rijgedrag.

Het sterkste punt van de Skoda Superb is van oudsher zijn ruimteaanbod, maar juist op dat vlak laat de hybride variant het op papier afweten. Ten opzichte van andere versies levert de iV namelijk 150 liter bagageruimte in. In de praktijk valt het verlies enigszins mee, omdat de verloren ruimte zich geheel onder de laadbodem bevindt. Alles wat daarboven gebeurt, blijft dus intact, zodat ook de half-elektrische Superb een imposant laadruim én een vlakke laadvloer heeft. Bovendien is er nog altijd ruimte om de laadkabel onder die vloer op te bergen. Op het gebied van been- en hoofdruimte is de Superb nog altijd heer en meester is. Ook uitzonderlijk lange passagiers vinden hier met gemak een riante plek.

Bouwkwaliteit uitstekend

Door het grote glasoppervlak en de hoger en gevoelsmatig ver naar voren in de auto staande stoel komt de Superb direct na het instappen wat afstandelijk over. Ook de zakelijke, eenvoudige vormgeving van het dashboard draagt daaraan bij. De Skoda mocht vanbinnen duidelijk niet mooier zijn dan broertje Passat en dus krijgt de Superb wat meer harde kunststoffen, kale vlakken en rechtlijnige oplossingen mee. Het resultaat is een binnenste dat op sommige vlakken wat te eenvoudig en goedkoop overkomt voor een auto in dit segment, al is de bouwkwaliteit uitstekend. Als het gaat om bedieningsgemak is er weinig op het Superb-binnenste af te dingen. Veelgebruikte functies krijgen hier nog gewoon een eigen knop, waarbij het bedieningscluster van de klimaatbeheersing een ware verademing is ten opzichte van de digitale oplossing die andere fabrikanten hier hanteren. Het Skoda-touchscreen reageert snel op aanrakingen en kent een doordachte indeling. Het scherm wordt aangevuld door een Virtual Cockpit-instrumentarium, dat zoals we gewend zijn van Volkswagen-merken in hoge mate en op een logische manier naar eigen smaak is in te delen.

Skoda mikt met de Superb iV nadrukkelijk op de zakelijke rijder, waarbij er keuze is uit de Business Edition of de hier geteste Sportline Business. Die laatste moet het zonder adaptieve cruisecontrol en rijstrookhulp doen, terwijl ook het getoonde infotainmentsysteem extra kost. Daar staat tegenover dat de auto standaard over matrix-ledkoplampen, 18-inch-lichtmetaal en een elektrische achterklep beschikt. Wat de gebruikskosten betreft geniet de auto voorlopig nog het voordeel van een gehalveerd motorrijtuigenbelastingtarief, al is dat voor de leaserijder hooguit indirect interessant.