Test: Seat Ibiza (2006)

De Ibiza wordt door Seat gezien als het belangrijkste model van deze Volkswagen-tak. De eerste generatie Ibiza werd ontwikkeld nog voordat het Spaanse merk (ooit opgezet om onder licentie Fiats te bouwen in Spanje) door het VW-concern onder de hoede werd genomen. Alhoewel de Duitsers zich ook toen al met de Ibiza bemoeiden; de motor was ontwikkeld in samenwerking met Porsche, iets wat vol trots (system Porsche) op de Ibiza's werd gestickerd. Zo'n 3,5 miljoen Ibiza's werden er sinds 1984 gebouwd, verdeeld over drie generaties. Het huidige model zag het levenslicht in 2001, maar moet nog twee jaar mee. Reden voor Seat om hem aan een facelift te onderwerpen. Een uiterst minieme lift, welteverstaan. Normaal gesproken trek je redelijk wat bekijks als je met een nog uit te komen auto je eerste kilometers maakt, maar werkelijk niemand keek ook maar een seconde om gedurende de twee dagen dat we onze rondjes draaiden op het van Duitsers en Engelsen vergeven eiland Mallorca. En ook wij vielen niet om van verbazing toen we de terminal uit liepen en de rijen 'nieuwe' Ibiza's zagen staan wachten.

Ezelsbruggetje

Toch zijn er verschillen, al zul je die niet gauw ontdekken zonder het 'oude' model er naast te zetten. Aan de buitenkant is een gewijzigde voorbumper gemonteerd, die wat forser is vormgegeven. Alle Ibiza's van 100 pk of meer hebben voortaan een zichtbare dubbele uitlaatpijp en de achterlichtunits zijn in een donkere tint rood uitgevoerd. Het gemakkelijkste ezelsbruggetje om oud en nieuw van elkaar te onderscheiden is de opmaak van de achterklep. Net als bij de andere Seat-modellen staat de modelnaam nu gecentreerd achterop, een traditie die ooit werd ingezet met de Cupra-uitvoering van de Leon. Ook de wielen worden aangepakt. Zo staan de eenvoudigste Ibiza's voortaan al op 15 inch (stalen) velgen, waar ze het nu nog met 14 inch moeten stellen. De sport krijgt er eveneens een maatje bij en groeit van 15 naar 16 inch. De FR gaat van 16 naar 17 inch en voegt zich daarmee qua wielmaat in het goede gezelschap van de Cupra. Voor wie dat allemaal niet genoeg is om op straat te worden onderscheiden van bezitters van het vorige model, heeft Seat drie nieuwe kleuren gemengd: robijnrood, zenithgrijs en brisablauw.

Ingrijpender zijn de wijzigingen in het interieur. De vormen zijn hetzelfde gebleven, maar Seat is wat royaler geworden in de materiaalkeuze. Het doodsaaie donkergrijs waar we al vaker ons beklag over hebben gedaan, is opgevrolijkt met wat frissere kleuren en accenten. Een nieuw stuurwiel en dito pookknop plus zilvergrijze ringen rond de ventilatieopeningen maken de facelift vanbinnen verder af. Een missertje is de materiaalkeuze van de ventilatieopening bij de voorruit. Het lijkt misschien gezeur om niets, maar het glimt dermate dat je bij zonnig weer steeds de weerspiegeling in de ruit midden in je blikveld hebt.

Gevecht

We nemen om te beginnen de Cupra TDI mee voor een lange rit over het eiland. De 160 pk/330 Nm dieselmotor is bijzonder ruim bemeten voor een auto die net iets meer weegt dan 1,2 ton. Alleen zorgt dat relatief lage gewicht in combinatie met de voorwielaandrijving er ook voor dat het vrij nadrukkelijke turbogat dat de TDI-motoren kenmerkt in deze auto des te meer voelbaar is. Trap je het gas in, dan gebeurt er even heel weinig, waarna bij zo'n 2.500 tpm een geweldsexplosie volgt. De voorbanden trekken dat niet en heel even vindt er een gevecht plaats tussen stuurstang en aandrijfassen. De remedie is om het gas goed te doseren. Doe je dat, dan kun je erg veel plezier beleven in dit watervlugge dieseltje. Jammer alleen dat het spijkeren van de diesel zo duidelijk hoorbaar blijft. Sturen doet de Ibiza uitstekend, stevig en communicatief. Het nieuwe stuurwiel kwamen we onlangs ook tegen in de Altea FR. Het ligt fors in de hand en je kunt het ver naar je toe trekken voor een racy zitpositie. De sportstoelen zien er gelikt uit, mede dankzij het Cupra-logo in de rugleuning, maar hadden wat ons betreft wel wat hogere lendensteunen mogen hebben. Dat laat onverlet dat je er verder prima in zit. Stevig, maar niet te hard; zo Duits als een Spaanse auto maar kan zijn.

Voor de tweede dag valt onze keus op de een na snelste benzineversie, de 1.8 20VT FR met 150 pk. Het onderstel van die auto is net iets comfortabeler afgesteld dan de Cupra, maar het verschil is amper merkbaar. Gelukkig maar, want ook deze motor is geschapen voor sportief rijden. In vergelijking met de vrij rauwe diesel voelt de 20VT heerlijk zacht en soepel aan. Op de weg van Campos naar Palma, een van de zeldzame (rechte) snelwegen, geven we de Ibiza even flink de sporen. Hij blijkt ook op hoge snelheid keurig stabiel.

Cordoba

De vernieuwde Ibiza wordt leverbaar met negen verschillende motoren, vijf benzine- en vier dieselvarianten. De psychologisch belangrijke vanaf-prijs is gelijk gehouden; er is een 1.2 12V Selection voor net geen elf mille. Een automatische vierbak is alleen leverbaar op de 1.4 16V (75 pk) Reference en kost E 1.400 extra. De Cordoba is op dezelfde punten gewijzigd als de Ibiza, op de bumpers en grille na. Wie de prijzen van de nieuwe Cordoba wil weten, dient duizend euro op te tellen bij de prijs van een gelijk uitgeruste driedeurs Ibiza. De auto's staan begin maart bij de Nederlandse dealers.